ECLI:NL:RBROT:2022:11820

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 november 2022
Publicatiedatum
20 januari 2023
Zaaknummer
C/10/647709 / JE RK 22-2604
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met psychiatrische en verslavingsproblematiek

Op 18 november 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], die geboren is in 2006. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp voor de duur van maximaal vier weken, tot 9 december 2022. Dit besluit volgde op een ernstige situatie waarin [voornaam minderjarige] met een overdosis drugs in het ziekenhuis was opgenomen. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West had verzocht om deze machtiging, omdat eerdere hulpverlening niet had geleid tot een stabiele situatie voor de minderjarige. De ouders van [voornaam minderjarige] zijn ook betrokken bij de procedure, waarbij de vader en moeder hun bezorgdheid uitten over de huidige plaatsing van hun kind.

Tijdens de zitting op 18 november 2022 is [voornaam minderjarige] gehoord, evenals zijn ouders en een vertegenwoordiger van de GI. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van [voornaam minderjarige] te waarborgen en om verdere escalatie van zijn problematiek te voorkomen. De kinderrechter heeft daarbij benadrukt dat de behandeling op de huidige gesloten groep niet aansluit bij de onderliggende psychiatrische en verslavingsproblematiek van [voornaam minderjarige].

De kinderrechter heeft de GI opgedragen om samen met [voornaam minderjarige] en zijn ouders duidelijke afspraken te maken over zijn verblijf bij de vader en om op korte termijn een persoonlijkheidsonderzoek te laten afnemen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/647709 / JE RK 22-2604
Datum uitspraak: 18 november 2022

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west,

gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2006 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. L.A. Middelkoop, te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van 11 november 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de verklaring d.d. 14 november 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 15 november 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 18 november 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan de zitting ook apart is gehoord, bijgestaan door zijn
advocaat;
- de vader;
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam vertegenwoordiger] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft op een gesloten groep bij Harreveld.
Bij beschikking van 24 januari 2020 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 24 januari 2023.
Bij beschikking van 22 september 2022 is een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verleend tot 24 januari 2023.
Bij beschikking van 11 november 2022 is een spoedmachtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend met ingang van 11 november 2022 voor de duur van vier weken. De beslissing is voor het overig verzochte aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De GI verzoekt aansluitend aan de spoedmachtiging een machtiging om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 24 januari 2023.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Vorig weekend is [voornaam minderjarige] vanwege een overdosis aan drugs in een levensbedreigende situatie terechtgekomen. [voornaam minderjarige] is toen vanuit het ziekenhuis met spoed op een gesloten groep geplaatst met als doel om tot rust te komen en te stabiliseren. Binnenkort vindt er een startgesprek plaats op Harreveld en aan de hand daarvan zullen verder stappen worden gezet. Er is een aanvraag gedaan voor een persoonlijkheidsonderzoek (PO). In het verleden is diverse hulpverlening ingezet, maar dit heeft niet geleid tot een stabiele situatie. In augustus 2022 is [voornaam minderjarige] tegen het advies van de GI in vanuit de Studio’s naar de vader gegaan. Bij de vader thuis ging het goed. [voornaam minderjarige] had zich ingeschreven voor een opleiding en een baan gezocht. Er is in die periode geen hulpverlening door de GI ingezet. Na het incident was het de bedoeling om [voornaam minderjarige] binnen Harreveld bij Zikos, een groep gericht op psychiatrische problematiek, te plaatsen, maar daar was geen plek. Vandaar dat [voornaam minderjarige] op een reguliere gesloten groep is geplaatst. De GI maakt zich zorgen dat de vader de signalen bij [voornaam minderjarige] niet tijdig heeft opgepakt. Er zou daarom ook onderzocht moeten worden waar het perspectief van [voornaam minderjarige] ligt. Als het verzoek wordt afgewezen en [voornaam minderjarige] naar huis zou gaan, dan is de verwachting dat het de beginperiode goed zal gaan. De zorg zit op de lange termijn en in het bijzonder op het zelfbepalende gedrag van [voornaam minderjarige] en de verslaginsgevoeligheid van [voornaam minderjarige] .

De standpunten

[voornaam minderjarige] is het niet eens met het verzoek. Hij begrijpt enerzijds dat deze spoedplaatsing nodig was vanwege het ernstige incident, anderzijds verblijft hij nu op een gesloten groep waar hij niet thuishoort. Hij voelt zich niet op zijn gemak bij de andere jongeren die daar zitten voor andere problematiek. Bij [voornaam minderjarige] is sprake van psychiatrische en verslavingsproblematiek. De behandeling op een gesloten groep sluit daarbij niet aan. [voornaam minderjarige] is van mening dat hij na veel jaren jeugdzorg niet vooruit is gegaan. Het is onbegrijpelijk dat het PO nog steeds niet is afgenomen, terwijl er al lange tijd over wordt gesproken. Dit is geen reden om [voornaam minderjarige] langer gesloten te plaatsen. Het was een keuze van [voornaam minderjarige] en zijn ouders om vanuit de Studio’s naar huis te gaan. De GI had echter wel in het kader van de ondertoezichtstelling hulpverlening moeten inzetten voor [voornaam minderjarige] in verband met zijn gevoeligheid voor verslaving.
[voornaam minderjarige] wil terug naar huis. Hij had een baan voor 40 uur per week en zou naar school gaan. [voornaam minderjarige] wil duidelijke afspraken met de vader maken. Ook wil [voornaam minderjarige] dat een PO wordt afgenomen en staat hij open voor ambulante hulpverlening. De gesloten plaatsing is niet doelmatig en niet de juiste manier om de ontwikkelingsbedreiging van [voornaam minderjarige] af te wenden, want over twee maanden is nog steeds sprake van dezelfde problematiek. [voornaam minderjarige] heeft hulpverlening en toezicht nodig, maar het is niet in zijn belang om dit vanuit een gesloten groep te doen. Primair wordt verzocht om de spoedmachtiging gesloten per ingang van heden te beëindigen, subsidiair om de spoedmachtiging in stand te laten en het resterende verzoek af te wijzen.
De vader is het niet eens met het verzoek. Het ging goed met [voornaam minderjarige] in de thuissituatie. De vader heeft zelfstandig het wijkteam benaderd en [voornaam minderjarige] ingeschreven op een school. Het incident is gebeurd zonder dat hieraan duidelijke signalen vooraf zijn gegaan. De vader is van mening dat [voornaam minderjarige] nu niet op de juiste plek verblijft en daar niet mee is geholpen. [voornaam minderjarige] mag terug naar huis komen onder strenge voorwaarden en met de benodigde hulpverlening.
De moeder heeft ter zitting aangegeven dat zij begrijpt dat een spoedmachtiging nodig was vanwege de heftige gebeurtenis, maar de moeder is het ook niet eens met de huidige plek van [voornaam minderjarige] . De onderliggende problematiek van [voornaam minderjarige] wordt niet aangepakt. Het is belangrijk dat een PO wordt afgenomen en dat [voornaam minderjarige] verslavingszorg krijgt. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt als [voornaam minderjarige] naar huis komt.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
[voornaam minderjarige] heeft veel ingrijpende gebeurtenissen in zijn leven meegemaakt. De afgelopen jaren heeft [voornaam minderjarige] op verschillende plekken verbleven. Sinds augustus 2022 verbleef [voornaam minderjarige] thuis bij de vader, waar het goed met hem ging. Op 11 november 2022 is [voornaam minderjarige] plotseling met een overdosis aan drugs opgenomen in het ziekenhuis. Hij had nauwelijks geslapen, was angstig en mogelijk psychotisch geworden door drugsgebruik. Vanuit het ziekenhuis is [voornaam minderjarige] met een spoedmachtiging op een gesloten groep bij Harreveld geplaatst met als doel stabiliseren en tot rust te komen. De kinderrechter is van oordeel dat de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp op de juiste gronden is genomen. De veiligheid van [voornaam minderjarige] stond bij deze beslissing voorop. De spoedmachtiging is afgegeven tot 9 december 2022. De spoedmachtiging geldt tot het tijdstip waarop een beslissing op een verzoek om een machtiging is genomen, doch ten hoogste vier weken.
Gelet op de inhoud van het dossier, de verklaring van de gedragswetenschapper en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is de kinderrechter van oordeel dat [voornaam minderjarige] , op dit moment nog een korte periode op een gesloten groep bij Harreveld dient te verblijven. Een langer verblijf op de gesloten groep is niet in het belang van [voornaam minderjarige] , omdat de behandeling daar niet gericht is op de onderliggende psychiatrische en verslavingsproblematiek van [voornaam minderjarige] . [voornaam minderjarige] zal op de huidige gesloten groep geen passende behandeling krijgen. De kinderrechter is evenwel van oordeel dat [voornaam minderjarige] niet direct terug naar huis kan. De komende weken dient er gekeken te worden hoe [voornaam minderjarige] met de inzet van hulpverlening weer op een veilige manier terug kan naar huis. De kinderrechter geeft een machtiging voor de gesloten accommodatie voor jeugdhulp, gelijk aan de maximale duur waarvoor de spoedmachtiging was afgegeven, te weten tot 9 december 2022. De GI dient samen met [voornaam minderjarige] en de ouders duidelijke afspraken te maken over het verblijf van [voornaam minderjarige] bij vader. Ook dient er op korte termijn een PO bij [voornaam minderjarige] te worden afgenomen om te bezien welke behandeling er noodzakelijk is, naast de benodigde verslavingszorg.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 18 november 2022 tot 9 december 2022;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 november 2022 door mr. J.S. van den Berge, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 2 december 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.