ECLI:NL:RBROT:2022:11740

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 december 2022
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
10.216311.21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegd inbrengen, transformeren en voorhanden hebben van vuurwapens en munitie

Op 16 december 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1984, die zich schuldig heeft gemaakt aan vier ernstige strafbare feiten met betrekking tot vuurwapens en munitie. De verdachte heeft in de periode van 10 augustus 2015 tot en met 10 augustus 2021 zonder toestemming vuurwapens en munitie Nederland binnengebracht, deze getransformeerd en voorhanden gehad. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, gedreven door een stoornis, een verzamelwoede had voor vuurwapens. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 134 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden en een gevangenisstraf opgelegd die gelijk is aan het voorarrest, met daarnaast een voorwaardelijke straf en een taakstraf. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische stoornis, en heeft geoordeeld dat hij in een (licht) verminderde mate toerekeningsvatbaar is. De rechtbank heeft besloten dat de verdachte niet terug hoeft naar de gevangenis, gezien zijn motivatie om aan zichzelf te werken en zijn goede gedrag tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis. De rechtbank heeft ook gelast dat het in beslag genomen geldbedrag van €4850,- aan de verdachte wordt teruggegeven.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10.216311.21
Datum uitspraak: 16 december 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1984,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] [postcode01] [plaats01] ,
raadsvrouw mr. J.A. van Gemeren, advocaat te Rotterdam

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 16 december 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. Wijnands heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 134 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis;
  • teruggave van het in beslag genomen geldbedrag van €4850,00 aan de verdachte.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij in de periode van 10 augustus 2015 tot en met 10 augustus 2021 te Enschede en Spijkenisse, gemeente Nissewaard zonder consent een of meer onderdelen van vuurwapens en vuurwapens en wapens van categorie II en III van de Wet wapens en munitie, te weten onder meer een of meer semi-automische en vol-automatische vuurwapens en vuurwapens en wapens, van onder meer het merk en/of type CZ Scorpion Evo3 en CZ Sa VZ 58 en ZVS en Ruger en Grand Power en Glock, zijnde een of meer vuurwapens geschikt om onder meer automatisch te vuren en munitie, heeft doen binnenkomen ;
2
hij in de periode van 10 augustus 2015 tot en met 10 augustus 2021 te Enschede en Spijkenisse, gemeente Nissewaard een gewoonte heeft gemaakt van het in strijd met de wet en zonder erkenning transformeren van wapens (te weten vuurwapens geschikt om automatisch te vuren en vuurwapens en wapens in de vorm van geweren en revolvers en pistolen) en munitie (onder meer hulzen en projectielen en slaghoedjes) van categorie II en III;
3
hij op 10 augustus 2021 te Spijkenisse, gemeente Nissewaardwapens in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten twee (semi- en vol) automatische vuurwapens, van het merk en/of type CZ Scorpion Evo en CZ Sa VZ 58, zijnde vuurwapens geschikt om automatisch te vuren, voorhanden heeft gehad;
4
hij op 10 augustus 2021 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, wapens en onderdelen van wapens en onderdelen van munitie en munitie in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een geweer, merk Mossberg, en tien pistolen, merk ZvS en Glock en Ruger en Grand Power en Zoraki en meerdere lopen en patroonhouders en grepen en veren en trekker en ongeveer 34,5 kilogram aan kogelpatronen en 19,5 kilogram aan onderdelen voor munitie, onder meer hulzen en projectielen en slaghoedjes, voorhanden heeft gehad
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Feit 1
handelen in strijd met artikel 14, eerste lid van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II en een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
Feit 2
handelen in strijd met artikel 9, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II en een vuurwapen van categorie III, en van het transformeren van wapens en munitie een gewoonte maken, meermalen gepleegd
Feit 3
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie II meermalen gepleegd
Feit 4
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

6.1.
Conclusie
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is strafbaar.

7..Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
Uit een internationaal wapenonderzoek komt de naam van verdachte als koper van wapens naar voren. Verdachte heeft jarenlang wapens en munitie Nederland doen binnenkomen. Vaak ging dat via de post vanuit Oost-Europa. Deze wapens werden niet functionerend opgestuurd en de verdachte heeft deze wapens zodanig getransformeerd dat ze weer werkend waren. Bij een doorzoeking in zijn woning zijn meer dan twintig wapens en tientallen kilo’s aan munitie bij de verdachte aangetroffen. Daarvoor had hij geen consent, verlof of vergunning. Door zo te handelen heeft de verdachte zich aan vier ernstig strafbare feiten schuldig gemaakt, alle op het gebied van (vuur)wapens en munitie. Het onbevoegd wapens en bijbehorende munitie Nederland inbrengen, transformeren en vervolgens onder je houden brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich mee. Vuurwapenbezit leidt meer dan eens tot vuurwapengebruik. Dit handelen neemt de rechtbank de verdachte zeer kwalijk.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
14 november 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) heeft op 14 september 2021 een rapport over de verdachte opgemaakt ten behoeve van de raadkamerzitting. Op dat moment werden de risico’s op alle gebieden als laag ingeschat en heeft de reclassering geadviseerd de voorlopige hechtenis van de verdachte te schorsen. De rechtbank heeft dat advies destijds overgenomen en de voorlopige hechtenis onder bepaalde voorwaarden geschorst, waaronder de voorwaarden van een meldplicht en ambulante behandeling bij ‘De Waag’.
Het rapport van de reclassering van 3 november 2021 houdt onder meer in dat de reclassering geen meerwaarde ziet in het opleggen van bijzondere voorwaarden aan de verdachte vanwege het lage recidiverisico, het ontbreken van problemen op leefgebieden ten tijde van de delictpleging en de uitkomsten van het NIFP-onderzoek.
Op 15 december 2022 heeft de reclassering een voortgangsverslag over de verdachte opgemaakt met daarin een korte update over het verloop van het schorsingstoezicht en de behandeling bij ‘De Waag’. Volgens dit verslag is de verdachte de afspraken met de reclassering en de behandelaar van De Waag zeer goed nagekomen, toont hij veel berouw en is hij zeer gemotiveerd om te doen wat er van hem gevraagd wordt en om aan zichzelf te werken.
Drs. [psycholoog01] , psycholoog NIP/BIG heeft op 21 oktober 2021 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport vermeldt dat symptomen van een licht autistische stoornis in het gedrag van de verdachte aanwijsbaar zijn. In relatie tot de onderhavige feiten kan daarbij worden gewezen op zijn gefixeerde interesse voor- en preoccupatie met wapens. Op het moment dat hij met deze ‘hobby’ bezig was, verloor hij het besef van wettelijke strafbaarheid en/of eventuele risico's voor anderen compleet uit het oog, mede omdat hij van zichzelf wist dat hij geen kwaad in de zin had. Eventuele gevolgen voor anderen en voor hemzelf (en zijn vriendin) maakten geen onderdeel uit van zijn gedachtepatroon. Dit door zijn stoornis beperkte omgevingsbewustzijn is reden om het ten laste gelegde in een (licht) verminderde mate toe te rekenen.
De inschatting van de rapporteur is dat de verdachte nooit meer in de verleiding zal komen om opnieuw wapens te verzamelen. Bij mensen met een stoornis in het autistisch spectrum is het vaak alles of niets. Er is sprake van een psychische stoornis, maar zonder dat dit aanleiding is tot gewelddadige denkbeelden of intenties. Tevens is er sprake van voldoende inzicht in het risico van gewelddadig gedrag en is er geen sprake van een bepaalde instabiliteit in cognitie of gedrag. Als beschermende factoren kunnen worden genoemd: zijn intelligentie, de toereikende coping mechanismen, het vermogen om werk te vinden en te behouden, de niet afwijkende houding tegenover autoriteit, en het sociale netwerk van zijn familie en vriendin. Het risico van recidive wordt dan ook als laag beschouwd.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Nu de conclusie van de psycholoog gedragen wordt door zijn bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusie over en maakt die tot de hare. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van de feiten een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in verband waarmee hij in enigszins verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht.
Gelet op de ernst van de feiten ligt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van geruime duur in het algemeen in de rede. De rechtbank deelt echter in het onderhavige geval het standpunt van de officier van justitie dat de verdachte niet hoeft terug te keren naar de gevangenis en licht dit toe.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte zich vanwege zijn stoornis heeft laten leiden door zijn verzamelwoede betreffende (vuur)wapens en toebehoren en dat dit gedrag niet werd ingegeven door kwade bedoelingen. Ter zitting heeft de verdachte er blijk van gegeven dat hij zich inmiddels bewust is van het gevaar dat hij in het leven heeft geroepen, doordat hij vuurwapens Nederland heeft doen binnenkomen, ze werkend heeft gemaakt en uiteindelijk een hele verzameling in zijn woning heeft aanwezig heeft gehad. Ook is duidelijk dat hij zeer geschrokken is van de gevolgen van zijn gedrag. Zo is hij zijn woning kwijtgeraakt door de vondst van de wapenverzameling, viel de detentie hem zwaar onder meer door zijn autistische stoornis en kon hij zijn vriendin, die net een zware operatie achter de rug had, niet bijstaan.
De verdachte wacht verder al ruim een jaar op uitsluitsel in zijn strafzaak waarin ruim een jaar geleden reeds een inhoudelijke behandeling was bepaald en gaat daaronder gebukt. Desondanks heeft hij hard gewerkt om een nieuwe woning te vinden en zijn baan te kunnen behouden, hetgeen hem ook is gelukt. Hij heeft daarmee zijn plek in de maatschappij weten te behouden. Dat wil de rechtbank niet doorkruisen. De rechtbank legt daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op die gelijk is aan de duur van het voorarrest. Naast het onvoorwaardelijke deel legt de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf op. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Tevens acht de rechtbank een taakstraf van maximale duur hier passend.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen waarvan 134 dagen voorwaardelijk met aftrek van voorarrest en een proeftijd van twee jaar, alsmede een taakstraf voor de duur van 240 uur subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis passend en geboden.

8..In beslag genomen voorwerp

8.1.
Beoordeling
Ten aanzien van het in beslag genomen geldbedrag van €4850,- zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte bij wie dit in beslag is genomen en die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9, 14, 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
134 (honderdvierendertig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf van
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan verdachte van een bedrag van € 4850,00;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. van Althuis, voorzitter,
en mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens en S.M. den Hollander, rechters,
in tegenwoordigheid van C.A. van den Houwen, griffier,
en uitgesproken op 16 december 2022.
De oudste rechter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 10 augustus 2015 tot en met 10 augustus 2021 te Enschede en/of Spijkenisse, gemeente Nissewaard, in elk geval in Nederland, zonder consent een of meer onderdelen van vuurwapens en/of vuurwapens en/of wapens van categorie II en/of III van de Wet wapens en munitie, te weten onder meer een of meer semi-automische en/of vol-automatische vuurwapens en/of vuurwapens en/of wapens, van onder meer het merk en/of type CZ Scorpion Evo3 en/of CZ Sa VZ 58 en/of ZVS en/of Ruger en/of Grand Power en/of Glock, zijnde een of meer vuurwapens geschikt om onder meer automatisch te vuren en/of munitie, heeft doen binnenkomen en/of heeft doen uitgaan;
2
hij in of omstreeks de periode van 10 augustus 2015 tot en met 10 augustus 2021 te Enschede en/of Spijkenisse, gemeente Nissewaard, in elk geval in Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van het in strijd met de wet en zonder erkenning transformeren, uitwisselen, of anderszins ter beschikking stellen, herstellen, beproeven of verhandelen van wapens (te weten vuurwapens geschikt om automatisch te vuren en/of vuurwapens en/of wapens in de vorm van geweren en/of revolvers en/of pistolen) en/of munitie (onder meer hulzen en/of projectielen en/of slaghoedjes) van categorie II en/of III;
3
hij op of omstreeks 10 augustus 2021 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, in elk geval in Nederland, een of meer wapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten twee (semi- en vol-)automatische vuurwapens, van het merk en/of type CZ Scorpion Evo en/of CZ Sa VZ 58, zijnde een of meer vuurwapens geschikt om automatisch te vuren, voorhanden heeft gehad;
4
hij op of omstreeks 10 augustus 2021 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, een of meer wapens en/of onderdelen van wapens en/of onderdelen van munitie en/of munitie in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een geweer, merk Mossberg, en/of tien, althans een of meer, pistolen, merk ZvS en/of Glock en/of Ruger en/of Grand Power en/of Zoraki en/of meerdere lopen en/of patroonhouders en/of grepen en/of veren en/of trekker en/of ongeveer 34,5 kilogram aan kogelpatronen en/of 19,5 kilogram aan onderdelen voor munitie, onder meer hulzen en/of projectielen en/of slaghoedjes, voorhanden heeft gehad.