ECLI:NL:RBROT:2022:11685
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de vordering tot verlenging van de tbs maatregel
Op 20 december 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een man, geboren in 1974, die eerder ter beschikking was gesteld vanwege poging tot doodslag en zware mishandeling. De rechtbank ontving op 15 november 2022 een vordering van het openbaar ministerie om de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een jaar te verlengen. Tijdens de openbare zitting op 20 december 2022 zijn de ter beschikking gestelde, zijn raadsman mr. J.J. van Santbrink, en deskundigen gehoord. De psychiater adviseerde om de terbeschikkingstelling te beëindigen, terwijl de reclassering ook geen verlenging adviseerde, gezien het lage recidiverisico bij voortzetting van de medicatie.
De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie afgewezen, in lijn met de adviezen van de psychiater en de reclassering. De rechtbank oordeelde dat de ter beschikking gestelde het afgelopen jaar positief had gewerkt aan zijn situatie en dat de beschermende factoren rondom hem het recidiverisico hadden verminderd. De rechtbank concludeerde dat niet langer voldaan was aan de vereisten voor verlenging van de terbeschikkingstelling. Tegelijkertijd werd een zorgmachtiging afgegeven om de medicamenteuze ondersteuning te waarborgen, wat de stabiliteit van de ter beschikking gestelde zou moeten helpen behouden.
De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. G.P. van de Beek, en de rechters mrs. M.J.M. van Beckhoven en M.M. Dolman. De griffier M.J. Grootendorst was ook aanwezig. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.