ECLI:NL:RBROT:2022:11685

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
12 januari 2023
Zaaknummer
10-681022-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de vordering tot verlenging van de tbs maatregel

Op 20 december 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een man, geboren in 1974, die eerder ter beschikking was gesteld vanwege poging tot doodslag en zware mishandeling. De rechtbank ontving op 15 november 2022 een vordering van het openbaar ministerie om de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een jaar te verlengen. Tijdens de openbare zitting op 20 december 2022 zijn de ter beschikking gestelde, zijn raadsman mr. J.J. van Santbrink, en deskundigen gehoord. De psychiater adviseerde om de terbeschikkingstelling te beëindigen, terwijl de reclassering ook geen verlenging adviseerde, gezien het lage recidiverisico bij voortzetting van de medicatie.

De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie afgewezen, in lijn met de adviezen van de psychiater en de reclassering. De rechtbank oordeelde dat de ter beschikking gestelde het afgelopen jaar positief had gewerkt aan zijn situatie en dat de beschermende factoren rondom hem het recidiverisico hadden verminderd. De rechtbank concludeerde dat niet langer voldaan was aan de vereisten voor verlenging van de terbeschikkingstelling. Tegelijkertijd werd een zorgmachtiging afgegeven om de medicamenteuze ondersteuning te waarborgen, wat de stabiliteit van de ter beschikking gestelde zou moeten helpen behouden.

De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. G.P. van de Beek, en de rechters mrs. M.J.M. van Beckhoven en M.M. Dolman. De griffier M.J. Grootendorst was ook aanwezig. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-681022-18
Datum uitspraak: 20 december 2022
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1974,
verblijvende [adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsman mr. J.J. van Santbrink, advocaat te Rotterdam

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank 9 november 2018 is de terbeschikkingstelling van [naam01] gelast zijn voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde gesteld.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot doodslag, meermalen gepleegd en poging tot zware mishandeling. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 21 december 2018.
Bij beslissing van deze rechtbank van 10 december 2021 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met één jaar.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 15 november 2022 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen om de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een jaar te verlengen.
De vereiste stukken zijn bij die vordering gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 20 december 2022 behandeld.
De officier van justitie mr. M. Boekhoud, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsman en de deskundige mevrouw [deskundige01] , werkzaam bij Reclassering Nederland, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies psychiater
Psychiater [psychiater01] adviseert in het rapport van 11 oktober 2022 de terbeschikkingstelling te beëindigen.
De kans op recidive van een geweldsdelict wordt ingeschat als laag bij voortzetting
van de door Fivoor geboden zorg. Het valt op dit moment moeilijk te voorspellen of en wanneer de ter beschikking gestelde bij beëindiging van het toezicht zijn medicatiegebruik zal staken. Wanneer hij stopt met medicatie zal hij op den duur weer psychotisch raken. Als hij zich in een psychotische toestand lang genoeg bedreigd voelt en geen hulp krijgt zal hij weer gewelddadig kunnen worden naar mensen die hem in zijn ogen kwaad doen. Voortzetting van de anti-psychotische medicatie is vooral van belang om dit te voorkomen. De ter beschikking gestelde heeft weliswaar nog weinig ziekte-inzicht maar heeft laten zien dat hij zich houdt aan afspraken en dat hij zijn medicatie blijft innemen. Het zelfstandig wonen gaat hem goed af en heeft geen woonbegeleiding meer nodig. Verder heeft hij genoeg dagbesteding en een netwerk om zich heen van familie en vrienden.
Advies reclasseringDe reclassering adviseert in het rapport, gedateerd 20 oktober 2022, de terbeschikkingstelling niet te verlengen. De ter beschikking gestelde heeft zich het afgelopen jaar goed gehouden aan de voorwaarden en heeft laten zien dat hij zich staande te houden in zijn eigen huurflat.
Als hij zijn medicatie trouw in blijft nemen wordt een laag recidiverisico gezien en geen noodzaak om de maatregel te verlengen. De inname van de medicatie is een belangrijk onderdeel van het risicomanagement. In overleg met Fivoor is besloten een zorgmachtiging aan te vragen om medicamenteuze ondersteuning te kunnen blijven inzetten. De ter beschikking gestelde staat hier achter. Toewijzing van deze machtiging zou het laatste stukje risico, namelijk dat de ter beschikking gestelde zijn medicatie niet meer inneemt, moeten wegnemen.

4..Standpunt van partijen

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben eveneens afwijzing van de vordering bepleit.

5..Beoordeling

De rechtbank is met de reclassering en de psychiater van oordeel dat de ter beschikking gestelde het afgelopen jaar heeft toegewerkt naar een positieve afronding van de terbeschikkingstelling.
Gezien de bestendige aanwezigheid van beschermende factoren rond de ter beschikking gestelde is het recidiverisico zodanig teruggebracht, dat verlenging van de terbeschikkingstelling niet langer noodzakelijk is. Op grond van voornoemde adviezen is de rechtbank met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat niet langer is voldaan aan de vereisten voor verlenging van de terbeschikkingstelling zodat de vordering van de officier van justitie dient te worden afgewezen.
Met de zorgmachtiging die gelijktijdig met deze beschikking bij afzonderlijke beschikking van deze rechtbank wordt afgegeven, is het door de reclassering en de psychiater beoogde vangnet gegeven om de stabiliteit die het afgelopen jaar is bereikt, te waarborgen.

6..Beslissing

De rechtbank:
wijst afde vordering van de officier van justitie.
Deze beslissing is genomen door
mr. G.P. van de Beek, voorzitter,
en mrs. M.J.M. van Beckhoven en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van M.J. Grootendorst, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.