Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
2..De feiten
€ 29.835,07, vermeerderd met de overeengekomen - en
3..Het geschil
4..De beoordeling
1.126,00(2 punten × tarief € 563,00)
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen ex-echtelieden over de aflossing van een lening bij Hoist Portfolio Holding Limited. De partijen zijn op 20 april 2015 gescheiden, waarbij in de echtscheidingsprocedure is bepaald dat de man de huwelijkse schulden voor zijn rekening moet nemen. De vrouw, eiseres, heeft inmiddels een bedrag van € 15.455,04 aan Hoist betaald en vordert nu dat de man, gedaagde, de volledige lening, inclusief rente en kosten, als eigen schuld aflost. De man betwist deze draagplicht en stelt dat de schulden gelijkelijk verdeeld moeten worden. Hij voert aan dat hij niet wist wat hij tekende bij de referteverklaring en dat de echtscheidingsbeschikking geen rechtskracht heeft omdat er geen bedrag is genoemd. De rechtbank oordeelt echter dat de man gebonden is aan de beslissing in de echtscheidingsbeschikking, die onherroepelijk is geworden. De rechtbank concludeert dat de man draagplichtig is voor de schuld aan Hoist en dat de vordering van de vrouw toewijsbaar is. De rechtbank wijst de vordering van de vrouw toe en veroordeelt de man tot betaling van het verschuldigde bedrag, inclusief wettelijke rente en proceskosten.