ECLI:NL:RBROT:2022:11634
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlaging sanctie op basis van wijziging verkeersvoorschriften en proceskostenvergoeding
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, is een beroep ingesteld door betrokkene tegen een eerder opgelegde sanctie van € 50,00 voor het overschrijden van de maximumsnelheid op autosnelwegen. De overtreding vond plaats op 5 augustus 2020. Betrokkene heeft tegen de beschikking van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 9 december 2022 is de zaak behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van betrokkene als een vertegenwoordiger van de CVOM aanwezig waren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging niet betwist is en dat het sanctiebedrag inmiddels is gewijzigd. Op basis van het Besluit van 22 december 2021, dat de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften wijzigt, is het sanctiebedrag verlaagd naar € 44,00. De kantonrechter heeft het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie gewijzigd, waarbij het sanctiebedrag is gematigd en een proceskostenvergoeding is toegewezen.
De kantonrechter heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 1.164,75, gebaseerd op de door de gemachtigde van betrokkene verrichte proceshandelingen. De uitspraak is gedaan door mr. drs. D.L. Spierings en is openbaar gemaakt. Betrokkene heeft het recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, indien de opgelegde sanctie meer dan € 70,00 bedraagt of indien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard.