ECLI:NL:RBROT:2022:11634

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 december 2022
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
9891750 \ MB VERZ 22-2772
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlaging sanctie op basis van wijziging verkeersvoorschriften en proceskostenvergoeding

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, is een beroep ingesteld door betrokkene tegen een eerder opgelegde sanctie van € 50,00 voor het overschrijden van de maximumsnelheid op autosnelwegen. De overtreding vond plaats op 5 augustus 2020. Betrokkene heeft tegen de beschikking van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 9 december 2022 is de zaak behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van betrokkene als een vertegenwoordiger van de CVOM aanwezig waren.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging niet betwist is en dat het sanctiebedrag inmiddels is gewijzigd. Op basis van het Besluit van 22 december 2021, dat de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften wijzigt, is het sanctiebedrag verlaagd naar € 44,00. De kantonrechter heeft het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie gewijzigd, waarbij het sanctiebedrag is gematigd en een proceskostenvergoeding is toegewezen.

De kantonrechter heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 1.164,75, gebaseerd op de door de gemachtigde van betrokkene verrichte proceshandelingen. De uitspraak is gedaan door mr. drs. D.L. Spierings en is openbaar gemaakt. Betrokkene heeft het recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, indien de opgelegde sanctie meer dan € 70,00 bedraagt of indien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 9891750 \ MB VERZ 22-2772
cjib-nummer: [nummer 1]
registratienummer: [nummer 2]
uitspraak: 23 december 2022
uitspraak van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
betrokkene: [betrokkene]
woonplaats: [woonplaats]
gemachtigde: [gemachtigde]

1..Het verloop van de procedure

Bij inleidende beschikking van 18 augustus 2020 is aan betrokkene een sanctie opgelegd van € 50,00, vermeerderd met € 9,00 administratiekosten. De beschikking is opgelegd voor “Overschrijding maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom met 8 km/h (verkeersbord A1)”, begaan op woensdag 5 augustus 2020 om 01:15 uur te Rotterdam aan de A20 Trajectcontrole (feitcode VM008).
Tegen deze beschikking is betrokkene op 18 augustus 2020 bij de officier van justitie in beroep gekomen.
Op 29 oktober 2020 is (de gemachtigde van) betrokkene telefonisch gehoord.
De officier van justitie heeft het beroep van betrokkene ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 10 november 2020 aan betrokkene verzonden.
Tegen de beslissing van de officier van justitie heeft betrokkene op 7 december 2020 beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de openbare zitting van 9 december 2022, waar namens de officier van justitie een vertegenwoordiger van de CVOM en de gemachtigde van betrokkene zijn verschenen.

2..De beoordeling

2.1
De termijnen en formaliteiten voor de procedure bij de kantonrechter zijn in acht genomen.
2.2
Betrokkene heeft de gedraging niet betwist. De gedraging staat dan ook vast. Betrokkene heeft aangevoerd dat het sanctiebedrag voor de onderhavige gedraging is gewijzigd en dat de sanctie voor de gedraging moet worden gewijzigd naar het lagere sanctiebedrag. Ten slotte verzoekt betrokkene om een vergoeding voor de gemaakte proceskosten.
2.3
Gelet op het feit dat het sanctiebedrag voor de onderhavige gedraging met ingang van 1 maart 2022 is verminderd tot € 44,00 (Besluit van 22 december 2021 tot wijziging van de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften en de bijlagen bij het Besluit OM-afdoening in verband met onder meer de jaarlijkse indexering van de tarieven (Staatsblad 2022, 30) zal het sanctiebedrag ambtshalve worden gematigd tot € 44,00.
2.4
Het beroep is dan ook gedeeltelijk gegrond.
2.5
Het verzoek om een proceskostenvergoeding zal worden toegewezen. Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht komen in dit geval de kosten voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand voor vergoeding in aanmerking. De hoogte van de vergoeding zal worden berekend aan de hand van het aantal door de gemachtigde van betrokkene verrichte proceshandelingen. De gemachtigde van betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, is tijdens de procedure bij de officier van justitie gehoord, heeft beroep ingesteld bij de kantonrechter en is bij de kantonrechter op de mondelinge behandeling verschenen. Er worden dus 1.5 punten van € 541,00 toegekend en 2 punten van € 759,00. Met toepassing van wegingsfactor 0,5 wordt de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 1.164,75.

3..De beslissing

De kantonrechter:
verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de sanctie wordt gematigd tot € 44,00, vermeerderd met € 9,00 administratiekosten;
bepaalt dat wat aan zekerheid is gesteld, wordt terugbetaald;
veroordeelt de officier van justitie om aan betrokkene te betalen een bedrag van € 1.164,75
aan proceskostenvergoeding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. D.L. Spierings en uitgesproken ter openbare zitting.
50221
Wanneer de bij deze beslissing opgelegde sanctie meer bedraagt dan € 70,00 of uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard op grond van het niet tijdig stellen van zekerheid, staat ingevolge artikel 14 Wahv tegen deze uitspraak hoger beroep open binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het beroepschrift dient ingezonden te worden bij de kantonrechter (Postbus 50955, 3007 BS Rotterdam). Het is niet mogelijk om hoger beroep in te stellen per e-mail.
Datum toezending: