Op 23 december 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die ten laste was gelegd voor het bezit van een geladen pistool en bijbehorende munitie. De verdachte, geboren op [geboortedatum01] en ingeschreven op het adres [adres01], was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd. De officier van justitie, mr. M.A.A. Smetsers, eiste een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan een deel voorwaardelijk, en verlenging van de proeftijd van een eerder opgelegde straf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en heeft dit zonder nadere motivering bewezen verklaard. De rechtbank oordeelde dat het bezit van een vuurwapen in de openbare ruimte een ernstig feit is, maar hield rekening met de jonge leeftijd van de verdachte en zijn motivatie voor gedragsverandering. Daarom werd een gevangenisstraf van acht maanden opgelegd, waarvan vier maanden voorwaardelijk. Tevens werd de proeftijd van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf met één jaar verlengd. De rechtbank heeft in haar beslissing de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de noodzaak van gedragsverandering in overweging genomen. De verdachte heeft geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, maar wel voor een geweldsmisdrijf. De rechtbank heeft geconstateerd dat de verdachte in behandeling is bij een zorginstelling en dat er positieve veranderingen merkbaar zijn in zijn houding. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, en heeft de proeftijd van de eerder opgelegde straf verlengd.