Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
,
1..De procedure
2..De beoordeling in conventie en in reconventie
“Tijdens de bespreking heb ik de algemene voorwaarden besproken, men kende die en heeft die geaccepteerd”. En in de door Neptune diezelfde dag aan [naam eiseres] verzonden opdrachtbevestiging staat:
“Uitzondering op de offerte zijn: (…) Op deze inkoop gelden zoals besproken de inkoopvoorwaarden van de VNSI in tegenstelling met wat is omschreven”.[naam eiseres] heeft niet geprotesteerd tegen de inhoud van de opdrachtbevestiging, bijvoorbeeld dat daarin onjuistheden zouden staan. Gelet op deze omstandigheden, is de door [naam eiseres] overgelegde verklaring van [naam 3] waarin staat dat
“tijdens deze bespreking geen mondelinge afspraken zijn gemaakt tussen [naam eiseres] en Neptune, welke eventueel het project zouden kunnen beïnvloeden”, onvoldoende. Neptune heeft dus naar de VNSI-voorwaarden verwezen en de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [naam eiseres] uitdrukkelijk van de hand gewezen, zodat de VNSI-voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst tussen partijen. Dat [naam eiseres] op 18 mei 2017 nog een orderbevestiging heeft toegezonden aan Neptune, waarin zij herhaalt dat haar algemene voorwaarden van toepassing zijn, maakt dit niet anders. In de orderbevestiging is namelijk geen uitdrukkelijke van de hand wijzing van de VNSI-voorwaarden opgenomen.
‘After sea trials in the Netherlands’en
‘After handling over the vessel to the owner’. [naam eiseres] stelt dat de sea trials in juni 2018 hebben plaatsgevonden en dat het schip begin 2019 is opgeleverd aan [naam 1]. Zij maakt daarom aanspraak op betaling van de facturen.
Uiteindelijk zijn sea trials afgerond na het vertrek van de werf van Neptune”.
Supply and installation of the Electrical spud drives and motors”. Het leveren van een spudpaalsysteem met rem wordt in deze offerte niet genoemd. Ook uit de
“Description of Works 16.2001 B”, waarnaar de offerte verwijst, kan niet worden afgeleid dat [naam eiseres] moest zorgdragen voor een spudpaalsysteem met rem. Onder het kopje “
Spudhoisting and holding system” staat gespecificeerd welke werkzaamheden [naam eiseres] op dit onderdeel uitvoert, namelijk “
Spud E-motor incl AC heating”en
“Frequency drive 50kW”.Het leveren van een remsysteem wordt dus ook hier niet genoemd en tussen partijen is niet in geschil dat de Spud E-motor met AC heating geen remsysteem heeft. Andere schriftelijke stukken waaruit blijkt dat het leveren van een spudpaalsysteem met rem onderdeel zou uitmaken van de door Neptune aan [naam eiseres] gegeven opdracht zijn niet overgelegd.
“goedkeuring van dit deel van de technische installaties (…) tot 24/25 april 2018 op zich heeft laten wachten.”Nog afgezien van de vraag of is voldaan aan de overige vereisten van artikel 6:74 BW, is in elk geval niet voldaan aan het vereiste van verzuim. Niet gesteld of gebleken is dat [naam eiseres] door Neptune in gebreke is gesteld. Voor zover Neptune heeft bedoeld te stellen dat partijen een fatale termijn zijn overeengekomen, volgt de rechtbank Neptune hierin niet. Neptune heeft de LNG bunkering gepland. Niet gesteld of gebleken is dat partijen de datum waarop de LNG bunkering zou plaatsvinden samen zijn overeengekomen. Neptune heeft gesteld dat zij de LNG bunkering heeft gepland in aansluiting op de planning van [naam eiseres], die Neptune als productie 27 heeft overgelegd. Dit is een planning die tot stand is gekomen na een gezamenlijk overleg tussen partijen op 29 maart 2018. Maar uit die planning blijkt niet dat het gaat om fatale termijnen. Neptune merkt in haar e-mail van 29 maart 2018 over de planning op “
Planning gezamenlijk volgen en afwijkingen tijdig melden”. Ook hieruit kan niet worden afgeleid dat de planning een fatale termijn betreft. Daarbij komt dat [naam eiseres] onweersproken heeft gesteld dat Neptune wist dat Bureau Veritas het ESD-systeem nog moest afnemen en dat zij er niets aan kon doen dat Bureau Veritas het ESD-systeem pas op 24 april 2018 heeft afgenomen.
- dagvaarding € 83,38
- griffierecht € 4.131,00
- salaris advocaat
- Totaal € 9.524,38
3..De beslissing
: