Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 uur;
Rechtbank Rotterdam
In de zaak tegen de verdachte, die op 31 december 2021 te Rotterdam werd aangehouden, heeft de rechtbank Rotterdam op 23 december 2022 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het voorbereiden van een misdrijf dat een gevangenisstraf van acht jaren of meer met zich meebracht, namelijk het veroorzaken van een ontploffing en/of brand, met gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar. De officier van justitie eiste een taakstraf van 120 uur en de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 30 dagen. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de verdachte een tas met brandbare stoffen en vuurwerk had neergezet en vervolgens was weggerend toen hij de politie zag. De verdachte verklaarde dat hij de tas van een vriend had aangenomen en niet wist wat erin zat. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte wetenschap had van de inhoud van de tas. De rechtbank twijfelde aan de verklaring van de verdachte, maar kon niet vaststellen dat hij opzettelijk handelde. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Tevens werd de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, aangezien de verdachte was vrijgesproken.