Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het op dagvaarding I onder 1 primair, impliciet primair, en het op dagvaarding II onder 4 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het op dagvaarding I onder 1 primair, impliciet subsidiair, en onder 2 (met uitzondering van het ten laste gelegde medeplegen) en van het op dagvaarding II onder 1, 2, 3 en 5 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarde een contactverbod met [slachtoffer01] en [slachtoffer02] .
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) weken;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 jaar;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
170 (honderdzeventig) urente verrichten taakstraf resteert;
85 dagen;
€ 3.443,74 (zegge: drieduizendvierhonderddrieënveertig euro en vierenzeventig eurocent),bestaande uit € 2.443,74 aan materiële schade en
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer01] te betalen
€ 3.443,74(hoofdsom,
zegge: drieduizendvierhonderddrieënveertig euro en vierenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 december 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
44 dagen;