ECLI:NL:RBROT:2022:11595

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
6 januari 2023
Zaaknummer
649694 / HA RK 22-1297
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verzoek tot verschoning in een civiele procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 december 2022 een verzoek tot verschoning toegewezen. De rechter, mr. W.P.M. Jurgens, had eerder op 6 oktober 2022 een kort geding behandeld tussen dezelfde partijen, waarbij de gedaagde in het ongelijk was gesteld. Gezien de eerdere uitspraak en de gevoeligheid van de zaak, heeft de rechter zich kunnen voorstellen dat de gedaagde het niet prettig zou vinden dat dezelfde rechter ook de bodemprocedure zou beoordelen. Daarom heeft de rechter op 19 december 2022 aan de partijen voorgelegd of zij akkoord gingen met zijn verschoning, wat door de gemachtigde van de gedaagde werd bevestigd.

De rechtbank heeft vervolgens de omstandigheden van het verzoek tot verschoning beoordeeld. Verschoning is een middel om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen. De rechtbank benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. In dit geval heeft de rechtbank geen aanwijzingen gevonden dat de rechter subjectief niet onpartijdig was, maar de omstandigheden rondom het verzoek tot verschoning gaven wel aanleiding om te concluderen dat de vrees voor een gebrek aan onpartijdigheid objectief gerechtvaardigd was.

Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot verschoning toegewezen, wat betekent dat mr. W.P.M. Jurgens zich niet verder zal bemoeien met de behandeling van de civiele procedure tussen Stichting Woonkracht10 en de gedaagde partij. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor verschoningszaken, bestaande uit mr. P.C. Santema, mr. E.I. Mentink en mr. M.B. van den Enden, en ondertekend door de griffier.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 649694 / HA RK 22-1297
Beslissing van 21 december 2022
op het verzoek van:
mr. W.P.M. Jurgens,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team kanton 2 (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
Stichting Woonkracht10,
gevestigd te Zwijndrecht,
eiseres,
gemachtigde mr. S.E. Roeters van Lennep,
tegen
[naam gedaagde] ,
wonende te [adres] ,
gedaagde,
gemachtigde mr. M.R. Dill.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Bij de rechter is in behandeling de zaak tussen eiseres en gedaagde, beiden voornoemd, met kenmerk 10104230 CV EXPL 22-3734.
1.2.
Op 19 december 2022 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.3.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd – verkort en zakelijk weergegevenI – :
2.1.1.
De mondelinge behandeling van de procedure tussen eiseres en gedaagde stond gepland op 19 december 2022 om 10.30 uur. Op 6 oktober 2022 heeft de rechter deze partijen op zitting in een kort geding procedure over hetzelfde geschil gezien en bij vonnis van 20 oktober 2022 heeft de rechter in dat kort geding uitspraak gedaan. De rechter kan zich voorstellen dat met name de gedaagde partij, die de rechter eerder in het kort geding in het ongelijk heeft gesteld, het niet prettig vindt dat dezelfde rechter het geschil nu ook in de bodemprocedure gaat beoordelen. De rechter heeft voor aanvang van de zitting van 19 december 2022 aan partijen voorgelegd of zij zich zou verschonen. De gemachtigde van gedaagde wilde dit graag.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. W.P.M. Jurgens zich in de civielrechtelijke procedure met kenmerk 10104230 CV EXPL 22-3734 van Stichting Woonkracht10 als eiseres tegen [naam gedaagde] als gedaagde te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.C. Santema, voorzitter, mr. E.I. Mentink en
mr. M.B. van den Enden, rechters.
Bij afwezigheid van de voorzitter is deze beslissing door mr. E.I. Mentink en J.A. Faaij, griffier ondertekend op 21 december 2022.