ECLI:NL:RBROT:2022:11594

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 december 2022
Publicatiedatum
6 januari 2023
Zaaknummer
648806 / HA RK 22-1244
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verzoek tot verschoning in een civiele procedure met betrekking tot een geschil tussen een Iraanse en een Nederlandse partij

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 december 2022 een verzoek tot verschoning toegewezen. De rechter, mr. M. Witkamp, had in een eerder stadium al een tussenvonnis en een eindvonnis gewezen in een aanverwante zaak tussen dezelfde partijen. In deze eerdere procedure was de vordering van de Iraanse partij, PAYESH GOSTARAN PISHRO, niet-ontvankelijk verklaard vanwege het niet voldoen aan een zekerheidsstelling voor proceskosten. De Iraanse partij heeft haar vordering opnieuw ingediend in een tweede zaak, die op 10 januari 2023 behandeld zou worden.

De rechter heeft in zijn verzoek tot verschoning aangevoerd dat, hoewel hij de tweede zaak onpartijdig zal beoordelen, de eerdere uitspraken over veel aspecten van het geschil de indruk kunnen wekken dat zijn onpartijdigheid in twijfel kan worden getrokken. Dit werd bevestigd door een brief van de advocaat van de Nederlandse partij, PIPESURVEY INTERNATIONAL C.V., die verzocht om een nieuwe rechter aan te wijzen. De rechtbank heeft overwogen dat de omstandigheden die door de rechter zijn aangevoerd, een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen.

De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het verzoek tot verschoning terecht was en heeft dit verzoek toegewezen. De beslissing is ondertekend door de voorzitter, mr. R.R. Roukema, en de andere rechters, mr. W.J.M. Diekman en mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar, en griffier J.A. Faaij.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer : 648806 / HA RK 22-1244
Beslissing van 7 december 2022
op het verzoek van:
mr. M. Witkamp,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team handel en haven (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
de naar het Iraanse recht opgerichte Limited Liability Company
PAYESH GOSTARAN PISHRO,
gevestigd te Teheran (Iran),
eiseres,
advocaat mr. F. Havers te Deventer,
tegen
1. commanditaire vennootschap
PIPESURVEY INTERNATIONAL C.V.,
gevestigd te Zwijndrecht
en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
P & L PIPE SURVEY B.V.,
gevestigd te Hellevoetsluis,
gedaagden,
advocaat mr. W.M. van Agt te Amsterdam.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Bij de rechter is in behandeling de zaak tussen eiseres en gedaagden, allen voornoemd, met kenmerk C/10/627422 HA ZA 21-927. Bij brieven van de griffier van 11 oktober 2022 zijn partijen opgeroepen voor de zitting van 10 januari 2023, waarbij is meegedeeld dat deze zitting zal plaatsvinden ten overstaan van de rechter.
1.2.
Bij brief van 30 november 2022 heeft de advocaat van gedaagden de rechtbank verzocht de toewijzing van de zaak aan de rechter te heroverwegen en een andere rechter als behandelend rechter aan te wijzen.
1.3.
Op 2 december 2022 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.4.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd – verkort en zakelijk weergegeven – :
2.1.1.
Deze zaak betreft een geschil tussen een Iraanse partij PGP en de Nederlandse partij Pipe Survey. In een zeer aanverwante zaak (hierna: de eerste zaak) tussen beide partijen heeft de rechter al een tussenvonnis en eindvonnis in conventie en reconventie gewezen. In die zaak is de vordering van de Iraanse partij in conventie niet-ontvankelijk verklaard vanwege het niet voldoen aan een zekerheidsstelling voor proceskosten. In de onderhavige (tweede) zaak heeft PGP haar vordering opnieuw aangebracht en is de zaak wederom aan de rechter toebedeeld ter behandeling op de zitting van 10 januari a.s.
2.1.2.
De rechter stelt voorop dat zij de tweede zaak onpartijdig en op zijn eigen merites zal beoordelen. Echter, nu de rechter in twee vonnissen (en op twee zittingen) in de eerste zaak al beslist heeft over veel aspecten van het geschil die in de tweede zaak aan de orde komen, denkt de rechter dat het juist is om te veronderstellen dat partijen wel kunnen twijfelen aan haar onpartijdigheid in de tweede zaak. Dat dit inderdaad het geval is, wordt bevestigd door de brief van de advocaat van Pipe Survey waarin hij - kort gezegd - verzoekt om een nieuwe rechter aan te wijzen voor de tweede zaak.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. M. Witkamp zich in de civielrechtelijke procedure met kenmerk C/10/627422 HA ZA 21-927 van PAYESH GOSTARAN PISHRO als eiseres tegen PIPESURVEY INTERNATIONAL C.V. en P & L PIPE SURVEY B.V. als gedaagden te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.R. Roukema, voorzitter, mr. W.J.M. Diekman en
mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar, rechters en door de voorzitter en J.A. Faaij, griffier ondertekend op 7 december 2022.