ECLI:NL:RBROT:2022:11594
Rechtbank Rotterdam
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot verschoning in een civiele procedure met betrekking tot een geschil tussen een Iraanse en een Nederlandse partij
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 december 2022 een verzoek tot verschoning toegewezen. De rechter, mr. M. Witkamp, had in een eerder stadium al een tussenvonnis en een eindvonnis gewezen in een aanverwante zaak tussen dezelfde partijen. In deze eerdere procedure was de vordering van de Iraanse partij, PAYESH GOSTARAN PISHRO, niet-ontvankelijk verklaard vanwege het niet voldoen aan een zekerheidsstelling voor proceskosten. De Iraanse partij heeft haar vordering opnieuw ingediend in een tweede zaak, die op 10 januari 2023 behandeld zou worden.
De rechter heeft in zijn verzoek tot verschoning aangevoerd dat, hoewel hij de tweede zaak onpartijdig zal beoordelen, de eerdere uitspraken over veel aspecten van het geschil de indruk kunnen wekken dat zijn onpartijdigheid in twijfel kan worden getrokken. Dit werd bevestigd door een brief van de advocaat van de Nederlandse partij, PIPESURVEY INTERNATIONAL C.V., die verzocht om een nieuwe rechter aan te wijzen. De rechtbank heeft overwogen dat de omstandigheden die door de rechter zijn aangevoerd, een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het verzoek tot verschoning terecht was en heeft dit verzoek toegewezen. De beslissing is ondertekend door de voorzitter, mr. R.R. Roukema, en de andere rechters, mr. W.J.M. Diekman en mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar, en griffier J.A. Faaij.