ECLI:NL:RBROT:2022:11593

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 december 2022
Publicatiedatum
6 januari 2023
Zaaknummer
648754 / HA RK 22-1242
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 december 2022 een verzoek tot verschoning toegewezen. De rechter, mr. I. Bouter, heeft verzocht zich te mogen verschonen in een bestuursrechtelijke procedure waarin hij betrokken was als rechter. De eiser in deze procedure is een persoon die de rechter in verschillende hoedanigheden kent, waaronder als uitbater van de sporthal waar de rechter in de jaren '90 volleybal speelde, als voormalige cliënt en als vader van een klasgenootje van zijn zoon. De rechter heeft aangegeven dat hij zich niet belemmerd voelt door deze bekendheid, maar kan zich voorstellen dat er een schijn van partijdigheid kan ontstaan.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid. De aangevoerde omstandigheden door de rechter zijn door de rechtbank als zwaarwegend beoordeeld, wat heeft geleid tot de beslissing om het verzoek tot verschoning toe te wijzen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vrees voor onpartijdigheid objectief gerechtvaardigd is, en heeft daarmee het verzoek van mr. I. Bouter om zich te mogen verschonen in de zaak van de eiser tegen de heffingsambtenaar van het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling toegewezen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer : 648754 / HA RK 22-1242
Beslissing van 1 december 2022
op het verzoek van:
mr. I. Bouter,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team bestuur 2 (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
[naam eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
gemachtigde mr. D.A.N. Bartels
tegen
de heffingsambtenaar van het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling,
zetelende te Klaaswaal,
verweerder.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Bij deze rechtbank is in behandeling de zaak tussen eiser en verweerder, beiden voornoemd, met kenmerk ROT 21 / 3546 WOZ BO08. In deze zaak is een zitting bepaald op 5 december 2022, alwaar de zaak zal worden behandeld door de rechter.
1.2.
Op 1 december 2022 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.3.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd – verkort en zakelijk weergegeven – :
2.2.
Eiser in vorenomschreven procedure is de rechter in diverse hoedanigheden bekend. Hij baatte vroeger – dat zal in de jaren negentig zijn geweest – de kantine in de sporthal uit waar de rechter als volleybalster kind aan huis was. De rechter heeft eiser in diezelfde periode wel eens bijgestaan als advocaat. Verder heeft de dochter van eiser bij de zoon van de rechter in de klas gezeten op de middelbare school (2013-2019) en daar zag de rechter eiser ook wel. Ook komt de rechter eiser wel eens tegen (op de tennisbaan en daar buiten) en dan groeten zij elkaar. De rechter meent zelf dat zij niet zal worden belemmerd door het feit dat zij eiser kent, maar zij kan zich voorstellen dat er een schijn van partijdigheid uit zou kunnen worden afgeleid.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheden, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. I. Bouter zich in de bestuursrechtelijke procedure van [naam eiser] als eiser tegen de heffingsambtenaar van het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling als verweerder met kenmerk ROT 21 / 3546 WOZ BO08 te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.C. Franken, voorzitter, mr. S.C.C. Hes-Bakkeren
en mr. drs. E. van Schouten, rechters en door de voorzitter en de griffier ondertekend op
1 december 2022.