Uitspraak
1.Rotterdamse Grond B.V.,
[naam gedaagde sub 2],
[naam] Holding B.V.,
[naam gedaagde sub 4],
AFBL Holding B.V.,
De Vijverborgh Beheer B.V.,
[naam gedaagde sub 7],
Rechtbank Rotterdam
In de civiele procedure met zaaknummer C/10/633279 / HA ZA 22-134 heeft de rechtbank Rotterdam op 23 september 2022 een verzoek tot verschoning van rechter mr. W.A.M. Schellekens toegewezen. De rechter heeft verzocht zich te mogen verschonen omdat een van de gedaagden in de procedure zijn buurman is, en zij beiden eigenaren zijn van direct aan elkaar grenzende stukjes recreatiegrond. Dit heeft geleid tot de vrees dat de rechter niet onpartijdig kan oordelen in deze zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, er in dit geval sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die de objectieve vrees voor partijdigheid rechtvaardigen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aangevoerde omstandigheden een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen. Daarom is het verzoek tot verschoning toegewezen, en is de rechter niet langer betrokken bij de verdere behandeling van de zaak.