ECLI:NL:RBROT:2022:11569
Rechtbank Rotterdam
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot verschoning van een rechter in een civielrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 mei 2022 een verzoek tot verschoning toegewezen van mr. C. van Steenderen-Koornneef, senior rechter in de rechtbank Rotterdam, team kanton 2. Het verzoek tot verschoning werd ingediend in het kader van een civielrechtelijke procedure waarin mr. C. van Steenderen-Koornneef als rechter betrokken was. De rechter had eerder in een beschikking op 29 oktober 2019 overwogen dat een van de procespartijen, [naam gedaagde sub 1], in ernstige mate tekortgeschoten was in de vereffening van de nalatenschap van [naam erflater]. Deze eerdere uitspraak leidde tot de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen, wat aanleiding gaf tot het verzoek tot verschoning.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat, hoewel de rechter subjectief onpartijdig is, de omstandigheden objectief gezien een gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid kunnen oproepen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aangevoerde omstandigheden een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Om deze reden is het verzoek tot verschoning toegewezen, zodat de rechter zich niet verder met de zaak hoeft te bemoeien.
De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor verschoningszaken, bestaande uit de voorzitter mr. K.J. Bezuijen en de rechters mr. M.C. Franken en mr. S.C.C. Hes-Bakkeren. De beslissing is ondertekend door mr. S.C.C. Hes-Bakkeren en griffier J.A. Faaij in afwezigheid van de voorzitter en de oudste rechter.