ECLI:NL:RBROT:2022:11567

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 mei 2022
Publicatiedatum
6 januari 2023
Zaaknummer
637806 / HA RK 22-461
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek van een rechter wegens belangenverstrengeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 mei 2022 een verzoek tot verschoning toegewezen van mr. W.J.J. Wetzels, senior rechter A in de rechtbank Rotterdam. De rechter heeft verzocht zich te mogen verschonen in een civielrechtelijke procedure waarin hij betrokken was, omdat hij eerder werkzaam was bij de FNV, een organisatie die rechtsbijstand verleent aan een van de procespartijen. De rechter heeft aangegeven dat hij nog steeds bezoldigde nevenactiviteiten verricht voor de FNV, waaronder het voorzitterschap van de Permanente Geschillencommissie en de Klachtencommissie van de FNV. Deze omstandigheden hebben geleid tot de vrees dat zijn onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen, vooral omdat de verzoeker bijgestaan wordt door een medewerker van de FNV. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er geen aanwijzingen zijn voor subjectieve vooringenomenheid van de rechter, de objectieve vrees voor partijdigheid gerechtvaardigd is. Daarom is het verzoek tot verschoning toegewezen, om de integriteit van de rechtspraak te waarborgen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 637806 / HA RK 22-461
Beslissing van 9 mei 2022
op het verzoek van:
mr. W.J.J. Wetzels,
senior rechter A in de rechtbank Rotterdam, team kanton 1 (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
gemachtigde mr. M. Can,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam vennootschap] B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
verweerster,
gemachtigden mr. Z.N. Aliar en mr. R.P.R. Nolten.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Verzoeker heeft bij deze rechtbank een verzoekschrift ex artikel 7:681 BW, tevens houdende verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv ingediend. Verweerster heeft daartegen een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling is gepland op 12 mei 2022. Deze procedure heeft als kenmerk 9779562 \ VZ VERZ 22-3873.
1.2.
Op 6 mei 2022 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.3.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd – verkort en zakelijk weergegeven – :
2.1.1.
In de zaak van [naam verzoeker] tegen [naam vennootschap] B.V. wordt verzoeker [naam verzoeker] bijgestaan door een medewerker van de FNV.
2.1.2.
De rechter is - inmiddels circa 30 jaar geleden - werkzaam geweest bij de FNV als
medewerker van de toenmalige Rechtskundige Dienst van de FNV op het kantoor Rotterdam. Na zijn overstap naar de rechterlijke macht in 1992 is de rechter voor de FNV nevenactiviteiten blijven verrichten. Tot op heden is de rechter voorzitter van de Permanente Geschillencommissie van de FNV, die belast is met de behandeling van arbeidsgeschillen die rijzen tussen FNV als werkgever en medewerkers van FNV als werknemer. Tevens is de rechter voorzitter van de Klachtencommissie van de FNV, die klachten behandelt van leden van de FNV die niet tevreden zijn over de dienstverlening door FNV. Deze nevenactiviteiten, die bezoldigd zijn, zijn vermeld in het register van nevenfuncties op rechtspraak.nl.
2.1.3.
Door deze bezoldigde nevenfuncties ten behoeve van FNV voelt de rechter zich niet vrij om zaken te behandelen waarin een medewerker van de FNV een partij bijstaat. Door de betrokkenheid van de rechter bij de FNV kan bij partijen de vrees ontstaan dat de rechterlijke onpartijdigheid schade lijdt. Normaal gesproken worden dergelijke zaken niet aan de rechter toebedeeld, doch in dit geval is dat abusievelijk toch gebeurd.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. W.J.J. Wetzels zich in de civielrechtelijke procedure met kenmerk 9779562 \ VZ VERZ 22-3873 van [naam verzoeker] als verzoeker tegen [naam vennootschap] B.S. als verweerster te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.G.L. de Vette, voorzitter, mr. A. Buizer en
mr. N. Doorduijn, rechters en door de voorzitter en de griffier ondertekend op 9 mei 2022.