In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 oktober 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met vier anderen betrokken was bij een woninginbraak. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de toegang tot de woning werd verkregen door middel van braak. De inbraak vond plaats in de nacht van 11 op 12 juni 2022, waarbij de verdachte en zijn medeverdachten meerdere flessen wijn en een accuboormachine hebben weggenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten de ruit van de woning hebben ingeslagen en dat getuigen hebben verklaard hen te hebben gezien tijdens de inbraak. De verdachte heeft tijdens de rechtszitting betoogd dat hij niet de intentie had om te stelen, maar enkel op zoek was naar een slaapplek. De rechtbank heeft deze verklaring echter niet geloofwaardig geacht, gezien het bewijs dat de verdachte actief deelnam aan de inbraak en het wegnemen van goederen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in de overwegingen meegenomen. De rechtbank heeft benadrukt dat woninginbraken ernstige gevolgen hebben voor de slachtoffers en de maatschappij, en dat de verdachte zich hiervan niet rekenschap heeft gegeven. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.