ECLI:NL:RBROT:2022:11540

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 oktober 2022
Publicatiedatum
5 januari 2023
Zaaknummer
10/146757-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal door twee of meer verenigde personen met braak en toegang tot de plaats van het misdrijf

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 oktober 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met vier anderen betrokken was bij een woninginbraak. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de toegang tot de woning werd verkregen door middel van braak. De inbraak vond plaats in de nacht van 11 op 12 juni 2022, waarbij de verdachte en zijn medeverdachten meerdere flessen wijn en een accuboormachine hebben weggenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten de ruit van de woning hebben ingeslagen en dat getuigen hebben verklaard hen te hebben gezien tijdens de inbraak. De verdachte heeft tijdens de rechtszitting betoogd dat hij niet de intentie had om te stelen, maar enkel op zoek was naar een slaapplek. De rechtbank heeft deze verklaring echter niet geloofwaardig geacht, gezien het bewijs dat de verdachte actief deelnam aan de inbraak en het wegnemen van goederen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in de overwegingen meegenomen. De rechtbank heeft benadrukt dat woninginbraken ernstige gevolgen hebben voor de slachtoffers en de maatschappij, en dat de verdachte zich hiervan niet rekenschap heeft gegeven. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/146757-22
Datum uitspraak: 5 oktober 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [detentieadres01] ,
raadsman mr. A. Boumanjal, advocaat te Utrecht.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 september 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.K. Nanhkoesingh heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. Daartoe is bepleit dat de verdachte niet het oogmerk had om spullen weg te nemen en toe te eigenen. Het alternatieve scenario van de verdachte – dat hij enkel met medeverdachten opzoek was naar een slaapplek – valt op basis van het dossier niet uit te sluiten. Daarbij is er geen redengevend bewijs dat de verdachte opzet heeft gehad op het gronddelict. De verdachte heeft geen uitvoeringshandelingen verricht en niet kan zonder meer worden vastgesteld dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking.
4.1.2.
Beoordeling
Op 12 juni 2022 werd de getuige [getuige01] (hierna: de getuige) rond 04.11 uur wakker van glasgerinkel. Toen zij uit het raam keek zag zij dat er in de tuin van de woning aan de [adres01] (hierna: de woning) meerdere personen stonden. De getuige zag dat er eerst twee personen door een gebroken raam naar binnen gingen en het licht in de woning aan ging. Vervolgens zag de getuige dat alle mannen in de woning aanwezig waren en dat zij, toen zij de woning weer uit kwamen, een doos/schoenendoos bij zich hadden.
De politie is ter plaatse gekomen. Ter hoogte van [huisnummer01] kwamen er twee mannen in de richting van de verbalisanten gelopen, met vijf meter daarachter nog drie mannen. Twee van de vijf mannen hadden een alcoholfles bij zich en dronken hier meermaals uit. Ter hoogte van [perceelnummer01] troffen de verbalisanten een doos aan met daarin twee flessen wijn. Geconstateerd werd dat de flessen identiek overeenkwamen met de twee flessen die bij de groep personen waren aangetroffen. De verdachte en de medeverdachten zijn vervolgens aangehouden. De politie heeft gezien dat de ruit aan de achterzijde van de woning gebroken was.
Aangever [aangever01] heeft verklaard dat hij op 11 juni 2022 zijn op dat moment leegstaande woning heeft verlaten en er op dat moment 5 flessen prosecco en 1 fles rode wijn op het aanrecht stonden. [aangever01] verklaart dat de buitenverlichting en een raam zijn kapotgemaakt in de nacht van 11 op 12 juni 2022 en dat voormelde flessen en een accuboormachine zijn weggenomen.
De rechtbank overweegt met betrekking tot het door de verdediging aangevoerde als volgt.
De verdachte heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij in de woning is geweest en de ruit van de woning kapot is gemaakt, zodat zij allen naar binnen konden. Getuige [getuige01] heeft gezien dat de verdachte en zijn medeverdachten via het raam in en uit de woning gingen en goederen hieruit wegnamen. De verdachte is in de directe nabijheid van de woning aangehouden en daarbij werden er bij de personen met wie hij was wijnflessen aangetroffen die afkomstig waren uit de woning. De rechtbank stelt vast dat de verdachte deelnam aan de uitvoering van de braak en het wegnemen van de wijnflessen en accuboormachine.
Tegen de achtergrond van het vorenstaande is het alternatieve scenario – zoals geschetst door de verdachte – dat hij enkel op zoek was naar een slaapplek niet geloofwaardig. Dat geldt temeer omdat zijn verklaring niet strookt met de getuigenverklaring dat de door de getuige geziene mannen kort nadat zij de woning binnen waren gegaan weer vertrokken met een doos. De rechtbank acht het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met de medeverdachten degenen zijn geweest die de inbraak in de woning hebben gepleegd en hierbij goederen hebben weggenomen.
4.1.3.
Conclusie
De verweren worden verworpen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 12 juni 2022 te [plaats01] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, in een woning , te weten de [adres01] , alwaar verdachte en zijn mededaders zich buiten
weten van de rechthebbende bevonden, een of meerdere wijn flessen eneen accu boormachine, die geheel aan [aangever01] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldigen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte – onrechtmatig in Nederland - heeft zich samen met vier anderen in de nachtelijke uren schuldig gemaakt aan een woninginbraak. De verdachte heeft samen met de medeverdachten een lamp en een ruit van de woning ingeslagen en zij hebben meerdere flessen wijn en een accu boormachine weggenomen.
Woninginbraken zijn buitengewoon ergerlijke feiten, die niet alleen overlast en financiële schade met zich brengen, maar tevens gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers en de maatschappij in het algemeen veroorzaken. In dit geval werd daarbij een slapende buurvrouw in de nacht geconfronteerd met het feit dat bij haar buren werd ingebroken. De verdachte heeft zich van deze mogelijke gevolgen kennelijk geen rekenschap gegeven.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 augustus 2022.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Daarbij heeft de rechtbank rekening gehouden met het brutale karakter van het feit. De verdachte had geen legale verblijfstitel en breekt in de nacht in bij een woning. Dit alles rekent de rechtbank de verdachte aan.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.V. Scheffers, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en R.J.P. Ferwerda, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.T.C.J.M. de Jongh, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 5 oktober 2022.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 12 juni 2022 te [plaats01] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de [adres01] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten
weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), een of meerdere wijn flessen en/of een accu boormachine, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever01] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.