ECLI:NL:RBROT:2022:11520

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 december 2022
Publicatiedatum
3 januari 2023
Zaaknummer
C/10/647522 / JE RK 22-2575
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van kinderen in een pleeggezin

In deze zaak heeft de kinderrechter op 9 december 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen [naam kind1] en [naam kind2]. De kinderrechter heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van twee maanden toegewezen. De kinderen verblijven momenteel in een pleeggezin en de moeder heeft het ouderlijk gezag over hen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er in de afgelopen maanden onderzoek is gedaan naar de mogelijkheden voor een thuisplaatsing van de kinderen bij de moeder. De moeder heeft positieve stappen gezet in haar persoonlijke ontwikkeling en heeft behandelingen gevolgd om haar opvoedvaardigheden te verbeteren. De kinderrechter heeft geoordeeld dat, hoewel er positieve ontwikkelingen zijn, het in het belang van de kinderen is om de uithuisplaatsing te verlengen om de terugplaatsing zorgvuldig en stapsgewijs te laten verlopen. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 26 februari 2023, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/647522 / JE RK 22-2575
datum uitspraak: 9 december 2022

beschikking verlenging uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam ,
betreffende

[naam kind1] , geboren op [geboortedatum1] 2011 te [geboorteplaats1] ,

hierna te noemen [naam kind1] ,
[naam kind2], geboren op [geboortedatum2] 2018 te [geboorteplaats2] ,
hierna te noemen [naam kind2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam1] , hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats1] ,

[naam2] , hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats2] ,

[naam3] , hierna te noemen de pleegmoeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam4] , hierna te noemen de pleegvader,

wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de verzoeken met bijlagen van de GI van 9 november 2022, ingekomen bij de griffie op
9 november 2022;
- een e-mailbericht met bijlage van mr. R.W. de Gruijl van 7 december 2022, ingekomen bij de griffie op 7 december 2022.
Op 9 december 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door mr. V. de Roo ,
- de vader,
- de pleegouders,
- een vertegenwoordigster van de GI, te weten [naam5] .

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind1] en [naam kind2] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind1] en [naam kind2] verblijven in een pleeggezin.
Bij beschikking van 10 mei 2022 is de ondertoezichtstelling van [naam kind1] en [naam kind2] verlengd tot 26 mei 2023 en is de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind1] en [naam kind2] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 26 september 2022.
Bij beschikking van 19 september 2022 is de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind1] en [naam kind2] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 26 december 2022 en is het meer of anders verzochte afgewezen.

De verzoeken

De GI heeft verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind1] en [naam kind2] in een pleeggezin te verlengen voor de duur van twee maanden.

De standpunten

De GI heeft ter zitting de verzoeken gehandhaafd en als volgt nader toegelicht.
In de afgelopen periode is onderzoek gedaan of een thuisplaatsing bij de moeder mogelijk is. Video Interactie Begeleiding (VIB) en de behandeling en de speltherapie van [naam kind1] bij Yulius heeft langer op zich laten wachten. In december wordt de behandeling en de therapie bij Yulius geëvalueerd. Er zullen nog vier sessies VIB volgen en ook VIB zal nog worden geëvalueerd. Naar aanleiding van de uitkomsten van VIB kan Yulius adviseren.
In de afgelopen periode zijn de bezoeken verder uitgebreid. Van woensdagmiddag na schooltijd tot zaterdagavond logeren de kinderen bij de moeder. De kinderen reageren positief op de overgang tussen de moeder en het pleeggezin. Ze maken mooie stappen met de kinderen. Het is in het belang van de kinderen om hen geleidelijk bij de moeder terug te plaatsen en de uitkomsten van VIB en van de therapie bij Yulius af te wachten. Daarom is een verlenging van de machtiging uithuisplaatsing voor twee maanden noodzakelijk.
Namens de moeder heeft haar advocaat ter zitting het volgende aangevoerd.
De gronden voor een uithuisplaatsing ontbreken. Een uithuisplaatsing is een ultimum remedium. In de beschikking van 19 september 2022 heeft de kinderrechter geoordeeld dat de gronden voor de uithuisplaatsing niet meer aanwezig zijn na 26 december 2022. Er zijn geen gewijzigde omstandigheden die maken dat de machtiging uithuisplaatsing moet worden verlengd. Al sinds mei 2022 is sprake van een positieve ontwikkeling, die zich heeft doorgezet en is bestendigd. Pameijer en Mozaiek zijn ook positief. Er is geen reden om niet over te gaan tot een thuisplaatsing van de kinderen eind december. Het verzoek van de GI is bovendien onvoldoende onderbouwd. Er zou geen zicht zijn op de opvoedvaardigheden van de moeder. Dit betwist de moeder. VIB is immers positief over de wijze waarop de moeder bij de kinderen aansluit. Deze informatie is bekend bij de GI. De moeder staat open voor gezinsondersteuning van Pameijer . Zij is in staat de verantwoordelijkheid voor de opvoeding en verzorging van de kinderen te dragen. Op 26 december 2022 moeten de kinderen thuis worden geplaatst. Het onderzoek naar de mogelijkheden van een thuisplaatsing is nagenoeg afgerond. VIB is bijna of inmiddels afgerond. De evaluatie daarvan kan hopelijk voor het eind van 2022 plaatsvinden. De volgende evaluatie van de behandeling bij Yulius zal op 15 december 2022 plaatsvinden. Dit is echter een cursusdag van de moeder. Daarom heeft zij gevraagd of de evaluatie daarvoor kan plaatsvinden. Daarop heeft de moeder echter nog geen antwoord gekregen. De laatste stappen kunnen ook worden gezet vanuit een thuisplaatsing.
De kinderen zijn immers al een groot deel van de week bij hun moeder. Dit verloopt positief en het contact tussen hen is liefdevol. De speltherapie van [naam kind1] en zonodig andere hulpverlening kan worden voortgezet vanuit de thuissituatie. Volgens de moeder moeten de kinderen weten waar zij aan toe zijn. Als [naam kind1] meer bij haar moeder thuis is, kan zij ook beter afspraken met vriendinnetjes maken.
De vader heeft ter zitting het volgende verklaard. De behandeling en therapie voor [naam kind1] bij Yulius heeft lang op zich laten wachten. Ook zijn er wisselingen van jeugdbeschermers geweest. Het wordt tijd dat de kinderen weer bij de moeder worden geplaatst.
De pleegmoeder heeft ter zitting het volgende toegelicht. De kinderen reageren positief op de overgang tussen de moeder en het pleeggezin. Het contact tussen de ouders en de pleegouders is verbeterd. Voor de kinderen zou het fijn zijn als zij weten waar zij aan toe zijn. Als de kinderen uiteindelijk worden teruggeplaatst, kunnen de ouders altijd een beroep op de pleegouders blijven doen.
De pleegvader heeft ter zitting verklaard dat het goed gaat met de kinderen en dat het contact tussen de ouders en de pleegouders is verbeterd.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de afgelopen maanden onderzoek is gedaan naar de mogelijkheden van thuisplaatsing van [naam kind1] en [naam kind2] bij de moeder. Voor haar persoonlijke problematiek heeft de moeder behandeling gevolgd. Het individuele behandeltraject van de moeder bij Mozaïek zal positief worden afgerond. De relatie die de moeder destijds had, is beëindigd. De moeder heeft een constructieve samenwerking met haar ex-partner. De vader van [naam kind2] is positief betrokken. De moeder heeft opvoedcursussen gevolgd en op praktisch gebied haar huishouden meer op orde en ingericht om een terugplaatsing van de kinderen mogelijk te maken. Ter zitting heeft de moeder toegelicht dat zij geen alcohol meer nodig heeft om spanningen te dempen. Zij heeft hard gewerkt en heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Dit verdient een compliment.
Vanuit Pameijer blijft een wooncoach betrokken voor praktische ondersteuning. Zodra de kinderen worden teruggeplaatst, zal ook een gezinscoach ondersteuning in de opvoeding bieden. In de afgelopen periode zijn de contacten tussen de moeder en de kinderen verder uitgebreid, zoals door de GI ter zitting is toegelicht. In dit kader werkt de moeder ook mee met het traject VIB. Dit traject is vanwege de hechtingsproblematiek van [naam kind1] en de relatie tussen de moeder en [naam kind1] uitgebreid. [naam kind1] volgt ook nog steeds een behandeltraject bij Yulius . De behandeling bij Yulius en VIB worden binnen afzienbare tijd afgerond en geëvalueerd.
Dat bij beschikking van 19 september 2022 de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind1] en [naam kind2] is verlengd tot 26 december 2022 en het verzoek voor het overige is afgewezen, wil niet zeggen dat er na 26 december 2022 geen gronden meer zijn voor een uithuisplaatsing, zoals namens de moeder is aangevoerd. Het was immers de bedoeling dat een periode van drie maanden zou worden benut om een terugplaatsing van de kinderen bij de moeder te onderzoeken. Dit terugplaatsingstraject dient in het belang van de kinderen zorgvuldig te gebeuren om de kans van slagen van een thuisplaatsing bij de moeder te vergroten. Gelet op al het vorenstaande is de kinderrechter van oordeel dat de machtiging uithuisplaatsing voor de door de GI verzochte duur moet worden toegewezen. De kinderrechter acht het in het belang van de kinderen dat de terugplaatsing rustig en stapsgewijs zal verlopen en dat er voldoende tijd wordt genomen om de behandeling en therapie bij Yulius en VIB af te ronden en te evalueren en eventuele daaruit volgende adviezen op te volgen.
Uit voorgaande volgt dat de verlenging van de uithuisplaatsing van [naam kind1] en [naam kind2] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind1] en [naam kind2] in een voorziening voor pleegzorg tot 26 februari 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 december 2022 door mr. M.P. van der Stroom, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. van der Aa als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 december 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.