ECLI:NL:RBROT:2022:11516

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 november 2022
Publicatiedatum
3 januari 2023
Zaaknummer
10-346187-21, 10-332189-21 en 15-146354-22 / vordering TUL VV: 10-252910-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid officier van justitie wegens overlijden verdachte in strafzaak

Op 3 november 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 21 oktober 2022 is overleden. De officier van justitie, mr. J. Spaans, heeft verzocht om de verdachte te vervolgen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in de vervolging, aangezien het recht op strafvervolging vervalt bij het overlijden van de verdachte, conform artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 21 oktober 2022 in zijn cel is aangetroffen, wat heeft geleid tot de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in zowel de strafzaak als de vordering tot tenuitvoerlegging.

Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat het in beslag genomen geldbedrag van € 1.114,70 moet worden teruggegeven aan de rechthebbende(n). De benadeelde partijen, die zich in het geding hadden gevoegd, zijn ook niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, gezien de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie. De rechtbank heeft in haar beslissing de teruggave van het geldbedrag gelast en de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, wat betekent dat zij geen aanspraak kunnen maken op schadevergoeding in deze zaak.

Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank de relevante feiten en omstandigheden heeft overwogen, inclusief de standpunten van de officier van justitie en de raadsman, mr. O.J. Much, die de verdachte vertegenwoordigde. De uitspraak benadrukt de juridische implicaties van het overlijden van een verdachte in het strafrecht en de gevolgen voor de vervolging.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10-346187-21, 10-332189-21 en 15-146354-22
Parketnummer vordering TUL VV: 10-252910-19
Datum uitspraak: 3 november 2022
Tegenspraak (art. 279 Sv)
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2001,
raadsman mr. O.J. Much, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 3 november 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de gewijzigde tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Ontvankelijkheid officier van justitie

3.1.
Standpunt officier van justitie en raadsman
De officier van justitie, mr. J. Spaans, en de raadsman hebben zich op het standpunt gesteld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging, omdat de verdachte is overleden.
3.2.
Beoordeling
Blijkens een op 24 oktober 2022 door gemeentelijk lijkschouwer [naam01] ten aanzien van de verdachte opgemaakte FARR-verklaring is de verdachte op 21 oktober 2022 overleden in zijn cel aangetroffen en heeft er die dag een lijkvinding in de zin van de wet plaatsgevonden.
Op grond van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht vervalt met het overlijden van de verdachte het recht van een strafvervolging. De officier van justitie dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vervolging in de strafzaak als ook in de vordering tot tenuitvoerlegging.
3.3.
Conclusie
De officier van justitie is niet-ontvankelijk in de vervolging.

4..In beslag genomen voorwerpen

4.1.
Standpunt officier van justitie en raadsman
De officier van justitie en de raadsman hebben gevorderd/verzocht het in beslag genomen geldbedrag van € 1.114,70 terug te geven aan de rechthebbende(n).
4.2.
Beoordeling en conclusie
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat het in beslag genomen geldbedrag van € 1.114,70 aan de rechthebbende(n) teruggegeven dient te worden. De rechtbank zal dan ook als zodanig bevelen.

5..Vorderingen benadeelde partijen

Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd [benadeelde partij01] , [benadeelde partij03] , [benadeelde partij04] en [benadeelde partij02] .
5.1.
Beoordeling en conclusie
Gezien de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie, kan de rechtbank ook de benadeelde partijen [benadeelde partij01] , [benadeelde partij03] , [benadeelde partij04] en [benadeelde partij02] niet ontvangen in hun vorderingen.

6..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7..Beslissing

De rechtbank:
verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging;
beslist ten aanzien van het geldbedrag van € 1.114,70, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan de rechthebbende(n);
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij01] niet-ontvankelijk in de vordering;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij03] niet-ontvankelijk in de vordering;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij04] niet-ontvankelijk in de vordering;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij02] niet-ontvankelijk in de vordering;
verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 10-252910-19.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. F.A. Hut, voorzitter,
en mrs. J.H. Janssen en J.C. Tijink, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Sengezken, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 november 2022.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
ten aanzien van parketnummer 10-346187-21:
1.
hij op of omstreeks 5 augustus 2021 te Vlaardingen
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een of meer telefoons, een of meer sleutels, een of meer stuks gereedschap, een of
meer sieraden, een of meer geldbedragen (van in totaal ongeveer € 510,00) en/of
een of meer kledingstukken, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[slachtoffer03] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te
nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak, verbreking en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 21 september 2021 te Vlaardingen
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer01] en/of [slachtoffer04] heeft gedwongen tot de afgifte van een fiets, in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer04] , in elk geval aan (een) ander(en)
dan aan verdachte toebehoorde(n),
door die [slachtoffer01] en/of [slachtoffer04] (dreigend) de woorden toe te voegen: “This bike is my
mother’s bicycle. I call my brother, my family come here” en/of “I have a gun” en/of
(vervolgens) naar zijn tas te grijpen, althans woorden en/of handelingen van gelijke
dreigende aard en/of strekking;
3.
hij op of omstreeks 21 september 2021 te Vlaardingen
openlijk, te weten, op het Hargapad, in elk geval op of aan de openbare weg en/of
op een voor het publiek toegankelijke plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer01] , [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05]
door meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of stompen op/tegen het hoofd
en/of het lichaam van die [slachtoffer01] , [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 september 2021 te Vlaardingen
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
[slachtoffer01] , [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05] heeft mishandeld
door meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of stompen en/of duwen op/tegen het hoofd
en/of het lichaam van die [slachtoffer01] , [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05] ;
4.
hij op of omstreeks 21 september 2021 te Vlaardingen
[slachtoffer01] , [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door
- die [slachtoffer01] , [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05] dreigend de woorden toe te voegen: “Ik maak jullie
dood, ik ga mijn pistool ophalen” en/of
- een fiets op te tillen en/of (vervolgens) op/in de richting van die [slachtoffer05] te gooien
althans woorden en/of handelingen van gelijke dreigende aard en/of strekking;
5.
hij op of omstreeks 21 september 2021 te Vlaardingen
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
opzettelijk en wederrechtelijk een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of
ten dele aan [slachtoffer01] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
6.
hij op of omstreeks 27 december 2021 te Vlaardingen
opzettelijk en wederrechtelijk een vloertrekker, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [slachtoffer06] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
7.
hij op of omstreeks 28 december 2021 te Rotterdam
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [slachtoffer07] , arrestantenverzorger bij politie Eenheid
Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar
bediening,
in haar tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
door haar de woorden toe te voegen: “Wat kijk je kankerhoer, wat doe je
kankerhoer” en/of “Je gaat zien kankerhoer”, althans woorden van
gelijke beledigende aard en/of strekking;
ten aanzien van parketnummer 10-332189-21:
1.
hij op of omstreeks 10 december 2021 te Rotterdam,
zich met geweld en/of bedreiging met geweld,
heeft verzet
tegen een of meer ambtenaren, te weten [slachtoffer08] en/of [slachtoffer09] en/of [slachtoffer11]
(werkzaam als buitengewoon opsporingsambtenaar bij de RET),
werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, te weten
ter aanhouding van verdachte, door
- zijn armen los te rukken en/of te trekken en/of
- zijn spieren aan te spannen en/of
- met zijn lichaam te bewegen in een richting tegengesteld aan die, waarin die
ambtena(a)r(en) hem, verdachte, trachtte(n) te geleiden,
terwijl dit misdrijf en/of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig
lichamelijk letsel, te weten een wond op de vinger bij die [slachtoffer08] ten gevolge heeft
gehad;
2.
hij op of omstreeks 10 december 2021 te Rotterdam
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [slachtoffer09] (werkzaam als buitengewoon
opsporingsambtenaar bij de RET),
gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening,
in zijn tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
door hem de woorden toe te voegen: (in de Turkse taal) “eerloze klootzak, donder
op, ik neuk je” en/of “ik neuk je moeder”,
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
ten aanzien van parketnummer 15-146354-22:
hij op of omstreeks 13 juni 2022 te Heemstede, in/uit een woning, gelegen aan de
[adres01] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om een of meer goederen, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer10]
en/of [slachtoffer02] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te
verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik te
brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- ( met een of meer stenen) de ruit van voornoemde woning heeft verbroken en/of
- voornoemde woning is binnengegaan en/of
- voornoemde woning heeft doorzocht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.