In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 december 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1979, die beschuldigd werd van diefstal in vereniging. De verdachte was aanwezig op de terechtzitting van 13 december 2022, waar de officier van justitie, mr. M. Vollebregt, de eis deed voor een gevangenisstraf van 43 dagen met aftrek van voorarrest. De tenlastelegging werd gewijzigd en de verdachte werd beschuldigd van het wegnemen van een laptop, mappen, een telefoon en een agenda uit het bedrijf Rent a Car in Heenvliet op 4 augustus 2022.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een ander de goederen heeft weggenomen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. De verdediging voerde aan dat er geen sprake was van diefstal omdat er toestemming zou zijn verleend voor het meenemen van de goederen. De rechtbank verwierp dit verweer, aangezien de verdachte niet kon aantonen dat hij toestemming had van de rechthebbende. De camerabeelden toonden aan dat de verdachte en zijn mededader nauw en bewust samenwerkten bij de diefstal.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal in vereniging en legde een gevangenisstraf op van 43 dagen. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een eerder strafblad. De rechtbank achtte de opgelegde straf passend en geboden, en volgde de eis van de officier van justitie.