ECLI:NL:RBROT:2022:11491

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 december 2022
Publicatiedatum
2 januari 2023
Zaaknummer
FT EA 22/882 en FT EA 22/883
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een dwangakkoord in een problematische schuldensituatie met meerdere schuldeisers

In deze zaak heeft verzoeker, die zich in een problematische schuldensituatie bevindt met een totale schuldenlast van € 98.479,84, de rechtbank verzocht om een dwangakkoord op te leggen aan zijn schuldeisers. Verzoeker heeft een schuldregeling aangeboden waarbij een deel van de vorderingen wordt voldaan en het resterende deel wordt kwijtgescholden. Echter, niet alle schuldeisers hebben ingestemd met dit voorstel, wat heeft geleid tot het verzoek aan de rechtbank om het akkoord dwingend op te leggen. De rechtbank heeft op 5 december 2022 uitspraak gedaan en het verzoek toegewezen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd door de Gemeente Brielle, en dat de weigering van de Gemeente Nissewaard en EH Advocaten om in te stemmen met de aangeboden schuldregeling onredelijk is. De rechtbank heeft een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat het belang van verzoeker, die zich inspant om zijn schulden af te lossen, zwaarder weegt dan de belangen van de weigerende schuldeisers. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de aangeboden regeling voor alle schuldeisers tot een gunstiger resultaat leidt dan de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).

De rechtbank heeft de Gemeente Nissewaard en EH Advocaten bevolen om in te stemmen met de schuldregeling en heeft het verzoek tot toelating tot de WSNP afgewezen, aangezien het dwangakkoord nu is toegewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en kan binnen acht dagen na de uitspraak worden aangevochten door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummer: [nummer01] en [nummer02]
uitspraakdatum: 5 december 2022
in de zaak van:
[verzoeker01],
wonende te [adres01]
[postcode01] [woonplaats01] ,
verzoeker.

1..Waar deze zaak over gaat

Verzoeker bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Hij heeft een voorstel gedaan aan zijn schuldeisers, waarbij een deel van de vorderingen wordt voldaan en het resterende deel door de schuldeiser wordt kwijtgescholden. Omdat niet alle schuldeisers met dit voorstel hebben ingestemd, heeft verzoeker de rechtbank verzocht het aangeboden akkoord dwingend op te leggen. Dit verzoek wordt door de rechtbank toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

2..De feiten waar de rechtbank van uit gaat

Verzoeker heeft de afgelopen jaren een schuldenlast opgebouwd van € 98.479,84 aan drie preferente schuldeisers en negentien concurrente schuldeisers. Het is verzoeker niet gelukt om zelf een oplossing te vinden voor deze schulden. Met behulp van schuldhulpverlening van de Gemeente Brielle heeft hij op 1 juni 2022 een schuldregeling aangeboden (prognoseakkoord). Dit voorstel houdt in dat over een periode van 36 maanden aan de schuldeisers met een recht van voorrang een uitkering wordt aangeboden van 3,45% en aan de gewone schuldeisers een uitkering van 1,72%, tegen kwijtschelding van het restant van hun vorderingen. Deze percentages zijn gebaseerd op de afloscapaciteit van verzoeker op basis van zijn inkomen uit een WW-uitkering. Dat betekent dat de afloscapaciteit (en daarmee ook de uiteindelijke uitkering aan de schuldeisers) eventueel hoger of lager kan uitvallen.
Gemeente Nissewaard is voor één van haar vorderingen niet akkoord gegaan met dit voorstel. Daarnaast is Elmers Hueting Advocaten niet akkoord met het voorstel. Verzoeker heeft een schuld aan Elmers Hueting Advocaten van € 1.059,00, dat is 1,07% van de totale schuldenlast. De vordering van de Gemeente Nissewaard waarvoor zij niet akkoord gaat bedraagt € 4.544,65, dat is 4,62% van de totale schuldenlast.
In het verzoekschrift staat de vordering van de Gemeente Nissewaard van € 4.544,65 vermeld als preferente vordering. Ter zitting is gebleken dat deze vordering niet in zijn geheel een preferente vordering betreft. Deze vordering moet gesplitst worden in een deel terugvordering voorschot en een deel boete. Het deel fraudevordering bedraagt € 2.628,00, dit bedrag kan aangemerkt worden als preferent. Het overige deel (€ 1.916,65) betreft een concurrente vordering. Dit betekent dat het aanbod niet klopt. De concurrente crediteuren zullen iets meer uitgekeerd krijgen en de gemeente Nissewaard krijgt iets minder, omdat haar vordering voor een deel niet preferent is. Dit is ter zitting besproken en de Gemeente Nissewaard is het hiermee eens.
De overige schuldeisers hebben het aanbod aanvaard.
Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft verzoeker op 6 oktober 2022 bij de rechtbank twee verzoeken ingediend. In de eerste plaats wil hij dat de rechtbank de Gemeente Nissewaard en EH Advocaten dwingt mee te werken aan de schuldregeling (een dwangakkoord oplegt). Wanneer de rechtbank dit verzoek afwijst, wil hij worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).

3..De procedure

De verzoeken van verzoeker zijn behandeld op de zitting van 28 november 2022. Op deze zitting zijn verschenen:
  • verzoeker;
  • de heer [naam01] , werkzaam bij de Gemeente Brielle (hierna: schuldhulpverlening);
  • de heer [naam02] , namens EH Advocaten;
  • mevrouw [naam03] , namens de Gemeente Nissewaard.
De uitspraak is bepaald op heden.

4..Standpunten van partijen

Verzoeker stelt dat het onredelijk is dat de Gemeente Nissewaard en EH Advocaten het aanbod niet aanvaarden. Verzoeker verkeert al langere tijd in een problematische schuldensituatie en hij heeft volgens hem al het mogelijke gedaan om het aangeboden percentage aan zijn schuldeisers aan te bieden. Verzoeker heeft momenteel een tijdelijk contract tot januari 2023. Verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij zijn uiterste best zal doen om ervoor te zorgen dat hij het maximale aan kan bieden.
EH Advocaten stemt niet in met de aangeboden schuldregeling. De schuld is (in ieder geval deels) niet te goeder trouw ontstaan. EH Advocaten heeft verzoeker bijgestaan in een juridisch geschil dat is uitgemond in een minnelijke regeling. EH Advocaten heeft zich daarbij bijzonder ingespannen voor verzoeker. In het kader van de minnelijke regeling is afgesproken dat de ex-werkgever van verzoeker de helft van de eigen bijdrage aan verzoeker vergoedt. Dit bedrag heeft verzoeker echter niet doorgestort naar EH Advocaten. Verzoeker heeft hierover verklaard dat hij rood stond, dus toen zijn werkgever de helft van de eigen bijdrage naar hem stortte, verdween dit bedrag in zijn roodstand. Verzoeker heeft dit ook van tevoren besproken met EH Advocaten; hij heeft al op de zitting waarop de minnelijke regeling is bereikt gezegd dat het geld niet naar hem overgemaakt moest worden maar rechtstreeks naar de advocaat omdat het anders in “het zwarte gat” van de vele schulden zou verdwijnen. Dat kon echter blijkbaar niet en vervolgens is het geld inderdaad opgegaan in dat “zwarte gat”.
Gemeente Nissewaard stemt niet in met de aangeboden schuldregeling, omdat het beleid is dat zij niet akkoord gaan met schuldenregelingen voor fraudevorderingen die ontstaan zijn binnen de afgelopen vijf jaar. Deze vordering ziet op de periode 1 maart 2020 t/m 30 april 2020 en valt dus binnen de afgelopen vijf jaar.

5..De beoordeling

De rechtbank wijst het verzoek van verzoeker om een dwangakkoord op te leggen toe. Hieronder wordt dit oordeel toegelicht.
Een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord kan worden toegewezen als aan twee voorwaarden is voldaan. Ten eerste moet de rechtbank vaststellen dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd door een daartoe bevoegde instantie. Ten tweede moet de rechtbank aan de hand van een belangenafweging vaststellen dat het onredelijk is dat EH Advocaten en de Gemeente Nissewaard weigeren in te stemmen met de aangeboden schuldregeling.
De rechtbank stelt vast dat de schuldbemiddeling is uitgevoerd door de Gemeente Brielle. Dat betekent dat wordt voldaan aan de door wet gestelde voorwaarden, namelijk dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij.
De rechtbank moet een belangenafweging maken. Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser vrijstaat om te verlangen dat zijn vordering volledig wordt betaald. Tegelijkertijd is het belangrijk dat mensen met problematische schulden zicht hebben op een schuldenvrije toekomst. De wetgever biedt daar verschillende regelingen voor, waarbij mensen met schulden zich drie jaar lang maximaal moeten inspannen om zo veel mogelijk af te lossen en daarna schuldenvrij verder kunnen. Schuldeisers moeten dan vaak wel afstand doen van een (groot) deel van hun vordering. Daarom kunnen schuldeisers alleen onder bijzondere omstandigheden gedwongen worden om in te stemmen met een aangeboden schuldregeling.
De rechtbank kan een zogenaamd ‘dwangakkoord’ opleggen wanneer de weigering van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden onredelijk is. Om te kunnen beoordelen of dat het geval is, moet de rechtbank de belangen van alle betrokkenen afwegen: van de verzoeker zelf, van de weigerende schuldeiser(s) en van de schuldeisers die wél hebben ingestemd. Op basis van die belangenafweging is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat een dwangakkoord hier op zijn plaats is.
Verzoeker kampt met een schuldenlast van € 98.479,84. Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee, gezien de inkomenssituatie van verzoeker, sprake van een problematisch schuldenlast. Het belang van verzoeker is dat hij een schuldenvrije toekomst tegemoet kan gaan.
Verzoeker heeft het maximaal haalbare aangeboden. Verzoeker ontving ten tijde van het aanbod een WW-uitkering van € 2.920,53 bruto. Ter zitting heeft verzoeker verklaard dat hij er alles aan doet om zoveel mogelijk inkomsten te krijgen. Momenteel heeft verzoeker een tijdelijk contract tot januari 2023. Hij heeft verklaard dat hij hier wel minder inkomsten mee genereert dan hij ontvangt uit zijn WW-uitkering, maar de verwachting is dat dit door het UWV wordt aangevuld tot maart 2023. Verzoeker heeft verklaard dat hij ook in gesprek is met een andere werkgever, waar hij misschien meer kan verdienen. Verzoeker laat hiermee in ieder geval zien dat hij zich inspant om een fulltime baan te vinden en zo het maximale af te staan aan zijn schuldeisers.
De vorderingen van EH Advocaten en de Gemeente Nissewaard bedragen met in totaal 5,69% een klein deel van de totale schuldenlast.
Uit de bij het verzoekschrift gevoegde stukken, blijkt dat het dwangakkoord voor alle schuldeisers tot een gunstiger resultaat leidt dan de WSNP. Toepassing van de WSNP leidt tot hoge kosten, doordat de vergoeding van de bewindvoerder uit het gespaarde saldo wordt voldaan. Hierdoor blijft een lagere uitkering voor de schuldeisers over. In de aangeboden schuldregeling houdt de Gemeente Brielle gedurende de looptijd toezicht op de inkomsten en uitgaven van verzoeker, zodat gewaarborgd is dat het maximaal haalbare bedrag zal worden uitgekeerd aan de schuldeisers. Van het bedrag dat verzoeker spaart, worden de kosten voor schuldbemiddeling afgetrokken. De kosten voor schuldbemiddeling zijn minder hoog dan die van een bewindvoerder in een WSNP traject. De schuldeisers die wel akkoord zijn gegaan hebben dus een belang bij een dwangakkoord.
De Gemeente Nissewaard gaat niet akkoord met het voorstel omdat het een fraudevordering betreft van 8 juni 2020 die valt binnen de vijfjaarstermijn als bedoeld in artikel 288 Fw. Voor zover de Gemeente Nissewaard daarmee wil betogen dat verzoeker niet in aanmerking komt om te worden toegelaten tot de WSNP gaat de rechtbank hieraan voorbij. De rechtbank zou verzoeker met toepassing van de hardheidsclausule toelaten tot de WSNP. De schuld aan de Gemeente Nissewaard is inmiddels bijna tweeëneenhalf jaar oud en verzoeker doet er alles aan om zijn schuldeisers zoveel mogelijk te voldoen, terwijl hij al geruime tijd geen nieuwe schulden laat ontstaan. De rechtbank vindt dit argument ook overigens onvoldoende om aan te nemen dat de Gemeente Nissewaard gezien de belangen van de andere betrokkenen terecht haar instemming heeft geweigerd. De rechtbank heeft geen aanleiding te veronderstellen dat verzoeker doelbewust inkomen uit arbeid niet heeft opgegeven. Voorts weegt de rechtbank mee dat de Gemeente Nissewaard wel kwijtschelding verleent voor vorderingen als de onderhavige als de betrokken persoon een bijstandsuitkering krijgt. De reden hiervoor is, aldus de Gemeente Nissewaard, dat deze verzoekers leven van een minimum. De rechtbank overweegt ten aanzien hiervan dat in een situatie als de onderhavige, waarin een akkoord wordt aangeboden aan de schuldeisers, verzoekers met welk inkomen dan ook van het vrij te laten bedrag moeten leven en dat dit bij verzoeker al gedurende langere tijd het geval is.
EH Advocaten heeft als reden voor weigering gegeven dat zij vindt dat in ieder geval de helft van haar vordering te kwader trouw is ontstaan. De helft van haar vordering is immers betaald door de ex-werkgever van verzoeker op de rekening van verzoeker. Verzoeker had dit direct door moeten storten, aldus EH Advocaten. De rechtbank is ook op dit punt van oordeel dat dit gegeven niet in de weg had gestaan aan toelating tot de WSNP. Uit de stukken en ook uit de toelichting op zitting kan worden afgeleid dat verzoeker niet doelbewust het geld op zijn eigen rekening heeft laten storten – integendeel – terwijl er ook geen aanleiding is te veronderstellen dat verzoeker het geld heeft besteed aan niet noodzakelijke uitgaven. Zoals schuldhulpverlening ter zitting ook heeft aangevoerd is bij een schuldenlast als die van verzoeker vrijwel onmogelijk een ontvangen bedrag te separeren voor een specifieke schuldeiser. Naar het oordeel van de rechtbank is deze schuld dus niet te kwader trouw ontstaan. Ook ten aanzien van dit argument van EH Advocaten is de rechtbank van oordeel dat dit gezien wat hiervoor is geoordeeld onvoldoende gewicht in de schaal legt ten opzichte van het belang van verzoeker en de belangen van de overige schuldeisers.
Omdat het verzoek tot het opleggen van een dwangakkoord wordt toegewezen, heeft verzoeker geen belang meer bij zijn verzoek om te worden toegelaten tot de WSNP. Dat verzoek wordt daarom afgewezen.

5..De beslissing

De rechtbank:
- beveelt EH Advocaten en de Gemeente Nissewaard om in te stemmen met de door verzoeker aangeboden schuldregeling;
- veroordeelt EH Advocaten en de Gemeente Nissewaard in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoeker begroot op nihil;
- bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming;
- wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Damsteegt, rechter, en in aanwezigheid van
mr. N.A. Masrom, griffier, in het openbaar uitgesproken op 5 december 2022. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.