ECLI:NL:RBROT:2022:11406

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
27 december 2022
Zaaknummer
10-256462-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over de bekwaamheid van de verdachte in het kader van artikel 509a Sv

Op 2 december 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen in een strafzaak tegen een verdachte die preventief gedetineerd is. De rechtbank heeft op basis van artikel 509a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) vastgesteld dat de verdachte niet in staat is zijn belangen behoorlijk te behartigen. Dit oordeel is gebaseerd op informatie die tijdens een raadkamer op 16 november 2022 naar voren kwam, waaruit bleek dat de verdachte afstand had gedaan van zijn advocaat. De rechtbank heeft de officier van justitie verzocht om advies van een gedragsdeskundige, gezien de vermoedelijke psychische stoornis van de verdachte.

De inhoudelijke behandeling van de strafzaak vond plaats op 6 december 2022. Voorafgaand aan deze zitting ontving de rechtbank een rapportage van twee deskundigen, een GZ-psycholoog en een kinder- en jeugdpsychiater, die concludeerden dat de verdachte niet in staat is om adequate overwegingen te maken met betrekking tot zijn verdediging. De deskundigen gaven aan dat de verdachte onvoldoende inzicht heeft in de mogelijke consequenties van de strafzaak.

Gelet op de bevindingen van de deskundigen en andere beschikbare informatie, waaronder een rapport van de observatieafdeling van het Forensisch Centrum Teylingereind, heeft de rechtbank besloten om een verklaring af te geven zoals bedoeld in artikel 509a Sv. De rechtbank verklaarde dat de verdachte niet in staat is zijn belangen behoorlijk te behartigen als gevolg van een psychische stoornis of verstandelijke handicap. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
parketnummer : 10-256462-22
datum : 02 december 2022
beslissing van de meervoudige kamer van de rechtbank ingevolge artikel 509a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[naam verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
inschrijvingsadres in de basisregistratie personen:
[adres],
op dit moment preventief gedetineerd in de penitentiaire inrichting (PI) te [detentieadres],
hierna: de verdachte.

Overwegingen

In artikel 509a Sv is bepaald dat de rechtbank betreffende een verdachte van wie wordt vermoed dat hij ten gevolge van een psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap niet in staat is zijn belangen behoorlijk te behartigen, dit bij beslissing zal verklaren.
Tijdens de raadkamer van 16 november 2022, betreffende de verlenging van de gevangenhouding van de verdachte, is gebleken dat de verdachte afstand heeft gedaan van zijn advocaat.
In de op dat moment aan de rechtbank ter beschikking staande informatie over de persoon van de verdachte zag de rechtbank aanleiding om in het bevel gevangenhouding van 16 november 2022 de officier van justitie in overweging te geven om advies te laten uitbrengen door een gedragsdeskundige die recentelijk onderzoek heeft gedaan omtrent de persoon van de verdachte dan wel al langdurig betrokken is geweest bij de behandeling van de verdachte over de vraag of bij de verdachte sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 509a Sv, zulks ten behoeve van de zitting waarop de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen de verdachte plaatsvindt.
De inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen de verdachte vindt plaats op 6 december 2022, waar de zaak wordt behandeld door de meervoudige strafkamer (team Jeugd).
Op 2 december 2022 heeft de rechtbank via de officier van justitie een (brief)rapportage ontvangen. Deze rapportage is opgesteld door [naam 1], GZ-psycholoog, en [naam 2], kinder- en jeugdpsychiater. Deze deskundigen hebben hierin hun bevindingen weergegeven over de vraag (kort weergegeven) of de verdachte in staat is ter terechtzitting zijn belangen behoorlijk te behartigen. De deskundigen concluderen dat het voor de verdachte niet goed mogelijk is om adequate overwegingen te maken met betrekking tot zijn eigen verdediging, inclusief het al dan niet betrekken van een advocaat. Ook inzicht in de mogelijke consequenties van een strafzaak, zoals een straf of een maatregel, wordt onvoldoende aanwezig geacht.
Gelet op de bevindingen en deze conclusie van de beide deskundigen alsmede gelet op de overige aan de rechtbank ter beschikking staande informatie, waaronder het rapport van 17 november 2022 van de observatieafdeling van het Forensisch Centrum Teylingereind, ziet de rechtbank aanleiding een verklaring af te geven zoals is bedoeld in artikel 509a Sv.

Beslissing

De rechtbank:
verklaart dat de verdachte in de tegen hem bij de rechtbank aanhangig gemaakte strafzaak niet in staat is zijn belangen behoorlijk te behartigen als gevolg van een psychische stoornis of verstandelijke handicap.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. A. Verweij, voorzitter, tevens kinderrechter,
mr. A.A.J. de Nijs en mr. G.A.J.M. van Vugt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.N. Arduin, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2022.