Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam verdachte],
Overwegingen
Beslissing
mr. A.A.J. de Nijs en mr. G.A.J.M. van Vugt, rechters,
Rechtbank Rotterdam
Op 2 december 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen in een strafzaak tegen een verdachte die preventief gedetineerd is. De rechtbank heeft op basis van artikel 509a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) vastgesteld dat de verdachte niet in staat is zijn belangen behoorlijk te behartigen. Dit oordeel is gebaseerd op informatie die tijdens een raadkamer op 16 november 2022 naar voren kwam, waaruit bleek dat de verdachte afstand had gedaan van zijn advocaat. De rechtbank heeft de officier van justitie verzocht om advies van een gedragsdeskundige, gezien de vermoedelijke psychische stoornis van de verdachte.
De inhoudelijke behandeling van de strafzaak vond plaats op 6 december 2022. Voorafgaand aan deze zitting ontving de rechtbank een rapportage van twee deskundigen, een GZ-psycholoog en een kinder- en jeugdpsychiater, die concludeerden dat de verdachte niet in staat is om adequate overwegingen te maken met betrekking tot zijn verdediging. De deskundigen gaven aan dat de verdachte onvoldoende inzicht heeft in de mogelijke consequenties van de strafzaak.
Gelet op de bevindingen van de deskundigen en andere beschikbare informatie, waaronder een rapport van de observatieafdeling van het Forensisch Centrum Teylingereind, heeft de rechtbank besloten om een verklaring af te geven zoals bedoeld in artikel 509a Sv. De rechtbank verklaarde dat de verdachte niet in staat is zijn belangen behoorlijk te behartigen als gevolg van een psychische stoornis of verstandelijke handicap. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, in aanwezigheid van de griffier.