Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 30 maart 2022, met producties 1 tot en met 8;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens bevattend eis in (voorwaardelijke)
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, met producties 9 en 10;
- de akte overleggende producties van [gedaagde01] , met producties 20 tot en met 24;
- de mondelinge behandeling op 14 oktober 2022 en de niet genummerde productie,
2..De feiten
“ [gedaagde01] ” en “ [naam01] ”.
- Borgstelling van EUR 100.000,00 te vermeerderen met rente en kosten, van de heer
- Borgstelling van EUR 100.000,00 te vermeerderen met rente en kosten, van mevrouw
3..Het geschil
in conventie
ABN AMRO heeft aan [bedrijf01] een krediet verstrekt waarvan op 24 maart 2022
€ 275.357,71 nog open staat. Omdat [bedrijf01] die schuld niet heeft voldaan, is [gedaagde01] vanwege de borgstelling aansprakelijk voor de betaling van € 100.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente (die over de periode van 21 januari 2016 tot en met 24 maart 2022 € 13.005,43 bedraagt).
4..De beoordeling
in conventie
5..De beslissing
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam- de namens haar te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden
februari 2023 tot en met mei 2023moet opgeven, waarna dag/dagen en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald;
Administratie haven en handel, afdeling roladministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam- en aan de wederpartij moet opgeven, waarna de verdere procesvoering zal worden bepaald;
21 december 2022.
[3645/1977/196]