ECLI:NL:RBROT:2022:11344

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 december 2022
Publicatiedatum
23 december 2022
Zaaknummer
10228723 / VZ VERZ 22-14500
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoekschrift tot gelasten van een voorlopig getuigenverhoor in civiele procedure

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 23 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoekster01] tot het gelasten van een voorlopig getuigenverhoor. Het verzoekschrift, dat op 7 december 2022 is ingediend, werd door de kantonrechter in behandeling genomen. De betrokken partijen, waaronder [verweerster01], [verweerster02], [verweerder01], Achmea Schadeverzekeringen N.V. en Allianz Direct Versicherungs AG, zijn in de gelegenheid gesteld om hun standpunten kenbaar te maken. De gemachtigden van [verweerster01] en Allianz hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het getuigenverhoor, maar wilden wel hun standpunt schriftelijk toelichten. De kantonrechter heeft echter besloten dit verzoek af te wijzen, met de overweging dat het voorlopig getuigenverhoor bedoeld is om [verzoekster01] in staat te stellen getuigen te horen en te bepalen of zij een bodemprocedure wil starten. De kantonrechter heeft bepaald dat het getuigenverhoor op een nader te bepalen datum zal plaatsvinden en dat partijen hun verhinderdata voor de maanden februari tot en met mei 2023 moeten opgeven. De beschikking is gegeven door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10228723 / VZ VERZ 22-14500
datum uitspraak: 23 december 2022
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoekster01],
wonende in [woonplaats01] ,
verzoekster,
gemachtigde: mr. J.F. Overes te Amsterdam,
gericht tegen

1..[verweerster01] ,

wonende in [woonplaats02],
verweerster,
gemachtigde: mr. N.C. Haase te Utrecht,

2..[verweerster02] ,

wonende in [woonplaats03] ,
verweerster,
gemachtigde: mr. A.J. Schoonen te Apeldoorn,

3..[verweerder01] ,

wonende in [woonplaats04] ,
verweerder,
die niet heeft gereageerd,

4..Achmea Schadeverzekeringen N.V.,

gevestigd in Apeldoorn,
verweerster,
gemachtigde: mr. A.J. Schoonen te Apeldoorn,

5..Allianz Direct Versicherungs AG,

woonplaats kiezende in Rotterdam,
verweerster,
gemachtigde: mr. N.C. Haase te Utrecht.
De partijen worden hierna ‘ [verzoekster01] ’, ‘ [verweerster01] ’, ‘ [verweerster02] ’, ‘ [verweerder01] ’, ‘Achmea’ en ‘Allianz’ genoemd.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Op 7 december 2022 is een verzoekschrift, met bijlagen, van [verzoekster01] op de griffie ontvangen.
1.2.
Bij brief van 7 december 2022 zijn [verweerster01] , [verweerster02] , [verweerder01] , Achmea en Allianz in de gelegenheid gesteld om binnen veertien dagen na dagtekening van die brief mede te delen of zij verweer willen voeren tegen het verzoekschrift.
1.3.
Bij e-mail van 19 december 2022 heeft de gemachtigde van [verweerster02] en Achmea de kantonrechter bericht dat [verweerster02] en Achmea geen bezwaar hebben tegen het verzoekschrift.
1.4.
Bij brief van 19 december 2022 heeft de gemachtigde van [verweerster01] en Allianz de kantonrechter bericht dat [verweerster01] en Allianz geen bezwaar hebben tegen het getuigenverhoor als zodanig, maar dat zij wel in de gelegenheid gesteld willen worden om hun standpunt schriftelijk toe te lichten om de kantonrechter zo volledig mogelijk te informeren voor het getuigenverhoor.
1.5.
Bij e-mail van 20 december 2022 heeft [verweerster02] de kantonrechter bericht dat zij wil getuigen.
1.6.
[verweerder01] heeft niet op de brief van 7 december 2022 gereageerd.
1.7.
De kantonrechter heeft de uitspraak van deze beschikking vervolgens bepaald op vandaag.

2..Het verzoek en de beoordeling daarvan

2.1.
Het verzoek van [verzoekster01] strekt tot het gelasten van een voorlopig getuigenverhoor.
2.2.
[verweerster01] , [verweerster02] , Achmea en Allianz hebben te kennen gegeven hiertegen geen bezwaar te hebben en [verweerder01] heeft geen bezwaar kenbaar gemaakt.
2.3.
Het verzoek van [verzoekster01] is als niet weersproken en op de wet gegrond toewijsbaar.
2.4.
Het verzoek van [verweerster01] en Allianz om in de gelegenheid te worden gesteld om hun standpunt schriftelijk toe te lichten, wordt afgewezen. Dit voorlopig getuigenverhoor is enkel bedoeld om [verzoekster01] in de gelegenheid te stellen personen als getuige te laten horen en aan de hand van de afgelegde getuigenverklaringen te bepalen of zij al dan niet een bodemprocedure wil opstarten. De getuigen (en dus ook [verweerster01] ) kunnen tijdens het voorlopig getuigenverhoor in reactie op de vragen van de kantonrechter en de gemachtigden van partijen hun versie van de gebeurtenissen vertellen. Daarnaast staat het hen vrij om in een eventuele bodemprocedure verweer te voeren en daar hun versie van de gebeurtenissen (nogmaals) toe te lichten.
2.5.
Voordat een datum voor het te houden voorlopig getuigenverhoor wordt bepaald, worden partijen in de gelegenheid gesteld om
uiterlijk op 13 januari 2023hun verhinderdata voor de maanden februari, maart, april en mei 2023 op te geven. Vervolgens wordt aan de hand van de verhinderdata die dan zijn ontvangen een datum en tijdstip voor het te houden voorlopig getuigenverhoor bepaald. Deze datum wordt per brief aan partijen medegedeeld.
2.6.
Aangezien [verweerster01] , [verweerster02] , [verweerder01] , Achmea en Allianz al over het verzoekschrift beschikken en zij van de griffie een afschrift van deze beschikking ontvangen, bestaat er geen aanleiding om te bepalen dat [verzoekster01] deze stukken - gelet op het bepaalde in artikel 188 lid 1 in verbinding met artikel 190 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering - bij deurwaardersexploot aan [verweerster01] , [verweerster02] , [verweerder01] , Achmea en Allianz moet betekenen, dan wel per aangetekende post aan hen moet toesturen.

3..De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst het verzoek toe;
3.2.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden op een nader te bepalen datum en tijdstip in het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100/125 in Rotterdam, ten overstaan van de hierna te noemen kantonrechter;
3.3.
stelt partijen in de gelegenheid om
uiterlijk op 13 januari 2023hun verhinderdata voor de maanden februari, maart, april en mei 2023 op te geven;
3.4.
bepaalt dat [verzoekster01] te zijner tijd zelf zorg moet dragen voor het deugdelijk oproepen van de te horen getuigen.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
38671