In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 december 2022 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker01], en zijn werkgever, Pare Exclusive Schiedam B.V. (PES). De werknemer heeft van 20 juli 2021 tot 20 juli 2022 gewerkt als banketbakker bij PES en stelt dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet tijdig heeft aangezegd. Hij verzoekt om betaling van een aanzegvergoeding van € 2.269,00, een vergoeding wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn van € 2.450,52, een billijke vergoeding van € 4.901,04, een transitievergoeding van € 819,00 en een zaterdagtoeslag van € 1.112,49. PES erkent de verschuldigdheid van de aanzegvergoeding, de vergoeding wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn, de transitievergoeding en de toeslag over Koningsdag, maar betwist de overige vergoedingen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat PES de aanzegvergoeding, de vergoeding wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn, de transitievergoeding en de toeslag over Koningsdag moet betalen, omdat PES niet voldoende heeft aangetoond dat deze vergoedingen al zijn voldaan. De wettelijke verhoging over de toeslag is ook toegewezen, maar de verzoeken om een billijke vergoeding en een zaterdagtoeslag zijn afgewezen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat PES in totaal € 5.594,22 bruto aan [verzoeker01] moet betalen, met een wettelijke verhoging van 10% over € 55,70, en dat de proceskosten worden gecompenseerd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.