Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 24 november 2022
[naam verzoeker] ,
mr. J.S. van den Berge,
- verzoeker;
- de rechter;
- de moeder.
Rechtbank Rotterdam
Op 24 november 2022 heeft de Meervoudige kamer voor wrakingszaken van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker, die betrokken was bij een jeugdzorgzaak. Het verzoeker betreft een zaak waarin de Stichting Jeugdbescherming West (SJw) een verzoek had ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling van de zoon van verzoeker. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 november 2022, heeft de verzoeker gesteld dat de rechter partijdig was of de schijn van partijdigheid heeft gewekt. De wrakingskamer heeft echter vastgesteld dat de rechter een grote mate van vrijheid heeft in het inrichten van de zitting en dat een ondergrens is dat alle partijen gehoord dienen te worden. De rechter had aan het begin van de zitting duidelijk toegelicht hoe de procedure zou verlopen en dat partijen de gelegenheid kregen om op elkaar te reageren. De wrakingskamer concludeert dat beide partijen zijn gehoord en dat er geen sprake was van partijdigheid of de schijn daarvan. Het verzoek tot wraking is daarom ongegrond verklaard en afgewezen.