Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- het schriftelijke antwoord van [naam02] , tevens eis in reconventie,
- de pleitnota van [naam01]
- de mails van beide advocaten van 19 december 2022.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een kort geding tussen twee voormalige echtgenoten, [naam01] en [naam02], over de verkoop van hun gezamenlijke woning. De echtscheiding van partijen is uitgesproken op 17 mei 2016, waarbij is bepaald dat de woning onverdeeld blijft, maar [naam01] het exclusieve gebruiksrecht heeft. De woning heeft een hypotheek van € 228.000,- en een vraagprijs van € 440.000,-. [naam01] wenst de woning te verkopen om in aanmerking te komen voor een huurwoning, en [naam02] heeft ingestemd met de verkoop. Na de mondelinge behandeling hebben partijen overeenstemming bereikt over de verkoopopdracht aan Makelaarsland.
Het geschil betreft echter de netto verkoopopbrengst van de woning. [naam01] heeft een subsidiaire vordering ingediend om [naam02] te veroordelen medewerking te verlenen aan het in depot houden van de netto verkoopopbrengst bij de notaris totdat er een rechterlijke uitspraak is gedaan over de verdeling van de huwelijksgemeenschap. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de netto verkoopopbrengst in depot moet blijven totdat er duidelijkheid is over de verdeling, en dat de kosten van het depot door beide partijen gedeeld moeten worden. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van beide partijen beoordeeld en heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.