Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Remondis Nederland B.V.,
MON-SEAN B.V.,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vordert Remondis Nederland B.V. dat MON-SEAN B.V. wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 2.670,83, vermeerderd met wettelijke (handels)rente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst voor het ophalen van bedrijfsafval en karton. De procedure begon met een dagvaarding op 17 september 2021, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis van 15 november 2021, waarin een mondelinge behandeling werd bepaald. Deze vond plaats op 20 december 2021.
De kantonrechter oordeelt dat MON-SEAN niet betwist dat Remondis recht heeft op de abonnementsgelden, maar voert aan dat zij geen betalingen verschuldigd is omdat er vanaf 21 juni 2020 geen afval meer is opgehaald. Remondis stelt echter dat zij haar verplichtingen heeft opgeschort vanwege een betalingsachterstand van MON-SEAN. De rechter oordeelt dat alleen de facturen van 5 februari 2020 tot en met 15 april 2020 voor vergoeding in aanmerking komen, wat resulteert in een toewijzing van € 720,41.
Daarnaast vordert Remondis buitengerechtelijke incassokosten. De rechter oordeelt dat de algemene voorwaarden niet geldig zijn omdat MON-SEAN niet voldoende gelegenheid heeft gehad om deze te kennen. Hierdoor heeft Remondis geen recht op deze kosten. Subsidiair wordt een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten op basis van de wettelijke staffel toegewezen, ter hoogte van € 108,06. De kantonrechter compenseert de proceskosten tussen partijen, aangezien beide partijen in het (on)gelijk zijn gesteld. Het vonnis is uitgesproken door mr. drs. E. van Schouten op 4 februari 2022.