Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 115 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar met bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd, en de dadelijke uitvoerbaarheid hiervan;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), inhoudende een contactverbod met [aangever01] , [aangever02] en [naam01] , en de dadelijke uitvoerbaarheid hiervan;
- opheffing van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
hier, voor je stalkdossier”. Hiermee heeft de verdachte laten zien dat hij, ondanks het hem duidelijk was dat zijn gedrag ongewenst en strafbaar kon zijn, zich niet liet stoppen. Gelet op al het voorgaande is sprake van een hoge intensiteit van de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Hiermee is naar het oordeel van de rechtbank sprake van de vereiste stelselmatigheid.
1.
2.
3.
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf en maatregel
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregel
10.. Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
2 (twee)jaar;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
- verklaart deze verbeurd als bijkomende straf voor het eerste feit;
[benadeelde partij01], te betalen een bedrag van
€ 800,- (zegge: achthonderd), bestaande uit € 800,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 23 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij01]te betalen
€ 800,-(hoofdsom,
zegge: achthonderd), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 april 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 800,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
16 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;