Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding,
- het schriftelijke antwoord,
- de mondelinge behandeling.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, heeft eiser, [eiser01], een executiegeschil aangespannen tegen gedaagde, [gedaagde01]. De kern van het geschil betreft de verplichting van [eiser01] om kinderalimentatie te betalen voor hun minderjarige dochter, [naam01], terwijl hij stelt dat er sprake is van internationale kinderontvoering. Bij beschikking van het Hof Den Haag op 24 juli 2019 is bepaald dat [eiser01] maandelijks € 149,54 aan kinderalimentatie moet betalen. Echter, sinds september 2020 heeft hij deze betalingen gestaakt, wat heeft geleid tot de inschakeling van het LBIO voor de inning van de alimentatie.
[gedaagde01] heeft in augustus 2020 [naam01] meegenomen naar Bulgarije, waar zij nog steeds verblijft. [eiser01] is van mening dat hij door het betalen van de alimentatie bijdraagt aan de ontvoering van zijn dochter en vordert schorsing van de tenuitvoerlegging van de alimentatieverplichting totdat [naam01] terugkeert naar Nederland. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat [eiser01] zijn vorderingen niet kan onderbouwen met de stelling dat er sprake is van misbruik van bevoegdheid door [gedaagde01]. De rechter concludeert dat de alimentatieverplichting niet kan worden gebruikt als drukmiddel in de strijd tussen de ouders en wijst de vorderingen van [eiser01] af.
De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken door mr. Th. Veling op 21 december 2022.