3.1.De man vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
1. de woning binnen een week na het vonnis tegen een van de navolgende aan te wijzen taxateurs:
a. a) [naam makelaar02] , b) [naam makelaar03] of c) [naam makelaar01] ,
te bepalen waarde toe te delen aan de vrouw, onder de opschortende verplichtingen van de vrouw om:
- de man binnen twee weken na ontvangst van het taxatierapport te doen ontslaan uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid voor de op de woning rustende hypothecaire geldlening,
- de man gelijktijdig met voornoemde overdracht wegens overbedeling een bedrag te doen toekomen, zijnde de helft van de overwaarde,
2. indien het de vrouw niet lukt om de onder 1. genoemde overname te financieren en realiseren, de vrouw beveelt, binnen 5 dagen na de dag waarop blijkt dat de vrouw de financiering niet rond krijgt, medewerking te verlenen om tot verkoop en levering van de woning te komen, waarbij:
partijen worden geboden om een door de voorzieningenrechter aan te wijzen NVM-makelaar de opdracht te verstrekken om de woning te koop te zetten en partijen worden veroordeeld om zowel de opstartkosten van die makelaar als de (resterende) courtage en overige kosten bij helfte te dragen en, indien mogelijk, vanuit de overwaarde te voldoen,
partijen worden geboden om voornoemde makelaar een reële, marktconforme verkoopprijs en laatprijs te laten bepalen,
partijen worden veroordeeld om als opleverdatum uiterlijk zes maanden na het vonnis aan te houden,
partijen worden geboden om al het nodige te doen om het verkooptraject goed te laten verlopen en te zullen meewerken aan de afgifte van de sleutels aan de makelaar, het toestaan van bezichtigingen, het bezichtigingswaardig en schoon houden van de woning, de ondertekening van de verkoopovereenkomst, de ondertekening van de akte van levering en het verrichten van alle overige handelingen die voor de verkoop noodzakelijk zijn,
partijen ieder gerechtigd zijn – na betaling van de onder a. genoemde kosten – tot de helft van de overwaarde,
3. bepaalt dat, voor zover de vrouw niet voldoet aan de veroordelingen, de man wordt gemachtigd tot het verrichten van handelingen tot verkoop en levering van de woning en bepaalt dat het vonnis in de plaats treedt van een onderhandse of notariële akte of een deel daarvan met betrekking tot de woning, als bedoeld in artikel 3:300 BW,
4. de vrouw veroordeelt tot betaling van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van
€ 250,00 per dag of een gedeelte daarvan, voor zover de vrouw een van de veroordelingen niet nakomt, met een maximum van € 50.000,00,
5. de vrouw veroordeelt in de kosten van het geding.