ECLI:NL:RBROT:2022:11002
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onthouding van ontheffing van de Beheersverordening door de gemeente Gorinchem met betrekking tot ligplaats voor motorvaartuig
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar van een appartement met een privésteiger, en het college van burgemeester en wethouders van Gorinchem. Eiser had een verzoek ingediend om ontheffing van de Beheersverordening, zodat hij zijn motorvaartuig aan zijn privésteiger kon aanmeren. Het college heeft dit verzoek afgewezen, met als argument dat het verlenen van een ontheffing zou kunnen leiden tot ongewenste precedentwerking. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom er geen aanleiding was om ontheffing te verlenen. De rechtbank oordeelde dat de specifieke omstandigheden van de situatie van eiser, waaronder het feit dat hij de enige eigenaar is met een privésteiger in de betreffende straat, niet goed zijn vergeleken met andere situaties. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het college opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak van de rechtbank.
Daarnaast heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard voor zover het beroep betrekking had op het liggeld, aangezien dit een privaatrechtelijke kwestie is. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht en de proceskosten, die door het college moeten worden vergoed. De rechtbank heeft de zaak gegrond verklaard en benadrukt dat het college de gebreken in de motivering van het besluit moet herstellen.