Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 6 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde;
- primair veroordeling van de verdachte voor iedere overtreding tot twee weken hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren;
- subsidiair ontslag van alle rechtsvervolging wegens onverbindendheid van de regeling.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
1. overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 4 van de Warenwet, begaan door een rechtspersoon, terwijl verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
2. overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 4 van de Warenwet, begaan door een rechtspersoon, terwijl verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
3. overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 4 van de Warenwet, begaan door een rechtspersoon, terwijl verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
4. overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 4 van de Warenwet, begaan door een rechtspersoon, terwijl verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
5. overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 4 van de Warenwet, begaan door een rechtspersoon, terwijl verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
een geldboete van € 1.000,00 (duizend euro),bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door 20 dagen hechtenis;