ECLI:NL:RBROT:2022:10947

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 december 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
C/10/21/81 F
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de in verzekerde bewaringstelling in faillissement

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 12 december 2022, is de opheffing van de in verzekerde bewaringstelling van de gefailleerde [gefailleerde01] aan de orde. De rechtbank heeft kennisgenomen van een eerdere beschikking van 13 september 2022, waarin de rechter-commissaris een bevel tot in verzekerde bewaringstelling had gegeven. De gefailleerde, geboren op [geboortedatum01] en verblijvende op [adres01], was op 20 mei 2022 door de rechter-commissaris voorgedragen voor deze maatregel. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 september 2022 was de gefailleerde niet verschenen, ondanks dat hij was opgeroepen. De rechtbank had toen bevolen dat hij in verzekerde bewaring zou worden gesteld voor maximaal dertig dagen.

Op 9 december 2022 werd de gefailleerde aangehouden door de politie in Tilburg. Op 12 december 2022 werd hij voorgeleid voor de rechtbank, waar hij vragen van de curator, mr. J.H. Huybens, heeft beantwoord. De rechtbank concludeert dat de gefailleerde met het beantwoorden van de vragen de benodigde medewerking heeft verleend. Daarom is er geen reden om de in verzekerde bewaringstelling voort te zetten. De rechtbank heft de maatregel op, maar benadrukt dat de gefailleerde ook in de toekomst verplicht is om zijn medewerking te blijven verlenen. Indien hij dat niet doet, kan opnieuw een in verzekerde bewaringstelling worden opgelegd.

De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. drs. J. van den Bos op 12 december 2022.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Team handel en haven
Insolventienummer: [nummer01]
Bevel opheffing in verzekerde bewaringstelling van 12 december 2022
De rechtbank heeft in het faillissement van
[gefailleerde01],
geboren op [geboortedatum01] ,
verblijvende [adres01] ,
[postcode01] [woonplaats01] ,
gefailleerde,
curator: mr. J.H. Huybens,
kennisgenomen van de beschikking van 13 september 2022 van deze rechtbank, inhoudende een bevel tot in verzekerde bewaringstelling van
[gefailleerde01],
geboren op [geboortedatum01] ,
verblijvende [adres01] ,
[postcode01] [woonplaats01] .

1.De procedure

1.1.
Op 20 mei 2022 heeft de rechter-commissaris een voordracht tot in verzekerde bewaringstelling van [gefailleerde01] (hierna: [gefailleerde01] ) gedaan.
1.2.
De mondelinge behandeling van de voordracht heeft op 13 september 2022 plaatsgevonden. De curator is ter zitting verschenen. [gefailleerde01] is voor de mondelinge behandeling zowel per aangetekende, als per gewone post opgeroepen. [gefailleerde01] is zonder opgave van reden niet verschenen.
1.3.
Bij beschikking van 13 september 2022 heeft deze rechtbank - voor zover van belang - bevolen dat [gefailleerde01] in verzekerde bewaring zal worden gesteld in een huis van bewaring en wel voor een termijn van ten hoogste dertig dagen en dat [gefailleerde01] binnen 87 uur na de tenuitvoerlegging van voornoemd bevel wordt voorgeleid voor de rechtbank om te worden gehoord.
1.4.
Op 9 december 2022 heeft de rechtbank bericht ontvangen dat [gefailleerde01] in Tilburg is aangehouden door de politie.
1.5.
Op 12 december 2022 is [gefailleerde01] voorgeleid voor de rechtbank om te worden gehoord. Daarbij zijn verschenen:
  • de heer [gefailleerde01] , voornoemd;
  • de heer mr. J.H. Huybens , curator.
Ter zitting heeft [gefailleerde01] vragen van de curator beantwoord. Van de antwoorden van [gefailleerde01] is een proces-verbaal opgemaakt. [gefailleerde01] heeft zijn verklaring ondertekend.

2.De beoordeling

2.1.
In verzekerde bewaringstelling is een middel om de medewerking van een betrokkene af te dwingen. Met het beantwoorden van de vragen heeft [gefailleerde01] de medewerking verleend die thans van hem gevraagd wordt. Daarom is geen reden de in verzekerde bewaringstelling te laten voortduren. De rechtbank heft die dan ook op.
2.2.
Daarbij tekent de rechtbank wel aan, dat ook in de toekomst [gefailleerde01] verplicht is zijn medewerking te blijven verlenen. Doet hij dat niet, dan kan het opnieuw komen tot een in verzekerde bewaringstelling.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
beveelt de opheffing van de in verzekerde bewaringstelling van
[gefailleerde01], met ingang van heden.
Deze beschikking is gegeven door mr. drs. J. van den Bos en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2022.
3349 / 1407