In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 30 november 2022 een vonnis in incident gewezen. De eisers, [eiser01] en [eiser02], hebben in de hoofdzaak een vordering ingesteld tegen de gedaagden, [gedaagde01] en [gedaagde02], met betrekking tot een tekortkoming in de nakoming van een koopovereenkomst voor een woning. De eisers vorderen een schadevergoeding van € 117.652,50, die zij stellen te hebben geleden door noodzakelijke herstelwerkzaamheden aan de woning. In het incident hebben de eisers [eiser03] c.s. verzocht om Makelaardij Wisse B.V. in vrijwaring op te roepen, omdat zij als makelaar betrokken was bij de verkoop van de woning en mogelijk onjuiste mededelingen in de verkoopbrochure heeft gedaan.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering tot oproeping in vrijwaring tijdig is ingediend en dat er voldoende gronden zijn om Wisse in vrijwaring op te roepen. De rechtbank overweegt dat er een rechtsverhouding bestaat tussen [eiser03] c.s. en Wisse, die kan leiden tot een verplichting voor Wisse om de nadelige gevolgen van een veroordeling in de hoofdzaak te dragen. De rechtbank heeft ook de bezwaren van [verweerder01] c.s. tegen de oproeping in vrijwaring verworpen, waarbij zij heeft benadrukt dat de belangen van een gezamenlijke behandeling van de hoofdzaak en de vrijwaringszaak prevaleren boven de vrees voor vertraging in de procedure.
De rechtbank heeft de vordering tot oproeping in vrijwaring toegewezen en [verweerder01] c.s. veroordeeld in de kosten van het incident. De zaak zal op 11 januari 2023 opnieuw op de rol komen voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak.