ECLI:NL:RBROT:2022:10920

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 september 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
643627 / HA RK 22-870
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek van verzoekster tegen mr. C.H. Kemp-Randwijk

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 september 2022 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoekster tegen mr. C.H. Kemp-Randwijk, rechter-plaatsvervanger in de rechtbank Rotterdam. Het wrakingsverzoek werd ingediend naar aanleiding van een eerdere zitting op 18 augustus 2022, waar verzoekster een verzoek tot onderbewindstelling en/of instelling van mentorschap had ingediend. Op 26 augustus 2022 heeft verzoekster per e-mail de wraking van de rechter verzocht.

De wrakingskamer heeft het dossier van de procedure bestudeerd, inclusief het proces-verbaal van de zitting en de schriftelijke toelichting op het wrakingsverzoek. Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek op 16 september 2022 waren zowel verzoekster als de gewraakte rechter aanwezig. De rechter heeft echter geen schriftelijke reactie gegeven op het verzoek.

Op 17 september 2022 heeft verzoekster de rechtbank per e-mail laten weten dat zij het wrakingsverzoek intrekt, omdat er geen zaak meer is waarin de gewraakte rechter optreedt. Hierdoor heeft verzoekster geen belang meer bij de wraking. De rechtbank heeft daarom verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter en de andere rechters in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: C/10/643627 / HA RK 22-870
Beslissing van 26 september 2022
op het verzoek van
[naam verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster,
strekkende tot wraking van:
mr. C.H. Kemp-Randwijk, rechter-plaatsvervanger in de rechtbank Rotterdam, team kanton 2 (hierna: de rechter).

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Ter zitting van 18 augustus 2022 is door de rechter behandeld het door verzoekster ingediende verzoek tot onderbewindstelling en/of instelling van mentorschap met betrekking tot [naam] . Die procedure draagt als kenmerk 9805553 GZ VERZ 22-2583.
1.2.
Per e-mail van 26 augustus 2022 heeft verzoekster wraking van de rechter verzocht.
1.3.
Aan de wrakingskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure, waarin zich onder meer bevindt:
- het proces-verbaal van de hiervoor bedoelde zitting;
- de schriftelijke toelichting op het wrakingsverzoek.
1.4.
Verzoekster en de rechter zijn uitgenodigd voor de zitting waarop het wrakingsverzoek is behandeld.
De rechter is in de gelegenheid gesteld voorafgaande aan de zitting schriftelijk te reageren. De rechter heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.
1.5.
Ter zitting van 16 september 2022 waar het wrakingsverzoek is behandeld, zijn verschenen verzoekster en de rechter.
1.6.
Behalve de hiervoor genoemde stukken heeft de wrakingskamer voorts nog kennis genomen van de e-mail van verzoekster van 17 september 2022.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1.
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Op grond van hetgeen is bepaald in artikel 36 Rv kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is derhalve toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat een rechter die jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die dienaangaande bestaande vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben.
2.2.
Verzoekster heeft de rechtbank per e-mail van 17 september 2022 bericht dat zij het verzoek in de procedure met het onder 1.1 vermelde kenmerk intrekt. Dit brengt met zich dat er geen zaak meer is waarin de gewraakte rechter optreedt als rechter. Verzoekster heeft dan ook geen belang meer bij de door haar verzochte wraking. Verzoekster zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard in haar wrakingsverzoek.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van mr. C.H. Kemp-Randwijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J.P. van Essen, voorzitter, mr. J.F. Koekebakker en mr. drs. J. van den Bos, rechters, en door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 26 september 2022 in tegenwoordigheid van mr. P. Blijleven, griffier.