Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 april 2022, met producties 1 tot en met 7;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 9;
- de mondelinge behandeling op 13 september 2022;
- de spreekaantekeningen aan de zijde van Prattenburg;
- de akte na mondelinge behandeling van KPN, met producties 10 en 11;
- de antwoordakte van Prattenburg, met productie 8.
2.De feiten
is de aanbieder verplicht op eigen kosten over te gaan tot het verplaatsen van kabels op verzoek van degene op wie de gedoogplicht rust of de rechthebbende op de grond, voor zover dit noodzakelijk is voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gedoogplichtige of rechthebbende.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Kamerstukken II2004/05, 29834, nr. 3, p. 47).
Kamerstukken II2004/05, 29834, nr. 3, p. 48) een dergelijk onderscheid tussen de lokale kabel en de aansluitkabel niet gemaakt. Het kan evenwel in het midden blijven of het in dit specifieke geval gaat om een lokale kabel of aansluitkabel. Voor het bestaan van een gedoogplicht op grond van art 5.2 lid 3 Tw is in laatstgenoemd artikellid immers bepaald dat een gedoogplicht voor lokale kabels in niet-openbare gronden slechts kan bestaan ‘voor zover het voor het aansluiten van gebruikers op een openbaar elektronisch communicatienetwerk nodig is’. Daaromtrent wordt als volgt overwogen.