ECLI:NL:RBROT:2022:10839

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 november 2022
Publicatiedatum
12 december 2022
Zaaknummer
83/291482-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van valsheid in geschrift en oplichting door advocaat bij registratie geheimhoudernummer

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 november 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1964, die als advocaat werkzaam was. De verdachte werd beschuldigd van valsheid in geschrift en oplichting, omdat zij het telefoonnummer van haar echtgenoot had geregistreerd als geheimhoudernummer bij de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA), terwijl hij geen geheimhouder was. De officier van justitie eiste een taakstraf van 60 uur, subsidiair 30 dagen hechtenis, en stelde dat de verdachte opzettelijk had gehandeld door het registratieformulier valselijk op te maken.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling dat de verdachte zich bewust was van de aanmerkelijke kans dat haar handelen vals zou zijn. De verdachte had het nummer geregistreerd na een bericht van de NOvA dat het kantoor geen zorg droeg voor personen met een afgeleid verschoningsrecht. Dit werd door de rechtbank gezien als een indicatie dat de verdachte niet met opzet had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat de tenlastegelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden, en sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen.

De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in strafzaken, vooral in gevallen waar opzet en intentie cruciaal zijn voor de beoordeling van de schuld van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van valsheid in geschrift en oplichting, en de beslissing werd genomen in tegenwoordigheid van de griffier, mr. H.P. Eekhout.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83/291482-20
Datum uitspraak: 22 november 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1964,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] [postcode01] [plaats01] ,
raadsvrouw mr. A.B. Vissers, advocaat te Amsterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 8 november 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.C. Schaafsma heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het impliciet primair en cumulatief/alternatief ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 60 uur, subsidiair 30 dagen hechtenis.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
Wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift en oplichting en dat zij hierbij nauw en bewust heeft samengewerkt met een ander. De verdachte – destijds werkzaam als advocaat – heeft bij de Nederlandse Orde van Advocaten (hierna: NOvA) het telefoonnummer van haar echtgenoot geregistreerd als geheimhoudernummer, terwijl hij geen geheimhouder was en hem ook geen afgeleid verschoningsrecht toekwam. Het opzet van de verdachte was erop gericht het registratieformulier als echt en onvervalst te gebruiken om zodoende te bewerkstelligen dat het telefoonnummer van haar echtgenoot ten onrechte werd opgenomen in de applicatie Nummerherkenning van de NOvA en het voor opsporingsdiensten niet mogelijk was dat telefoonnummer te tappen. Dat de verdachte opzet heeft gehad op de tenlastegelegde feiten volgt uit de bevindingen, de tapgesprekken en de Whatsappberichten, in het strafrechtelijk onderzoek naar de echtgenoot van de verdachte in verband met belastingfraude. Bovendien heeft de verdachte geen geloofwaardige verklaring gegeven waarom zij dit nummer heeft geregistreerd.
4.1.2.
Beoordeling
Vaststaat dat de verdachte op 6 maart 2017 het telefoonnummer van haar echtgenoot heeft aangemeld als geheimhoudernummer bij de NOvA. Daarnaast is gebleken dat het telefoonnummer van de echtgenoot van de verdachte niet voldoet aan de daarvoor geldende regelgeving als bedoeld in de Verordening van advocaten om als geheimhoudernummer te worden aangemerkt. De verdachte had het telefoonnummer dan ook niet als zodanig mogen registeren en dit kan haar ook worden verweten. Van haar als advocaat mocht worden verwacht dat zij zorgvuldig met deze regelgeving zou omgaan en waar nodig nader onderzoek zou doen. Ook de Raad van Discipline heeft geoordeeld dat de verdachte verwijtbaar heeft gehandeld en heeft haar hiervoor in een tuchtrechtelijke procedure berispt.
Voor een bewezenverklaring van de tenlastegelegde valsheid in geschrift en oplichting moet echter komen vast te staan dat de verdachte – minst genomen – voorwaardelijk opzet heeft gehad op de valsheid in geschrift en de oplichting. De rechtbank is van oordeel dat hiervan geen sprake is. Op basis van de bewijsmiddelen kan niet de conclusie worden getrokken dat de verdachte zich bij het registreren van het nummer van haar echtgenoot als geheimhoudernummer niet alleen bewust is geweest van de aanmerkelijke kans dat dit vals zou zijn, maar tevens de verwezenlijking van die aanmerkelijke kans willens en wetens heeft aanvaard. Daarbij is van belang dat de verdachte het nummer pas heeft geregistreerd nadat zij bericht van NOvA had ontvangen dat – kort gezegd – het kantoor er geen zorg voor droeg dat personen met een afgeleid verschoningsrecht gebruik maakten van een telefoon met geheimhoudernummer. De rechtbank ziet hierin een indicatie dat de verdachte niet met (voorwaardelijk) opzet heeft gehandeld. Ten aanzien van de tapgesprekken en WhatsAppberichten van de echtgenoot van de verdachte overweegt de rechtbank dat de verdachte hieraan niet deelneemt zodat deze niet bijdragen aan het bewijs van het vereiste opzet bij de verdachte.
4.1.3.
Conclusie
De ten laste gelegde valsheid in geschrift en oplichting zijn niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Franken, voorzitter,
en mrs. R.H. Kroon en S.W.H. Bootsma, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 22 november 2022.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
zij op of omstreeks 6 maart 2017 te Naarden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een (digitaal) registratieformulier in de applicatie Nummerherkenning van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA)
- zijnde (een) geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen -
valselijk heeft opgemaakt of vervalst, althans valselijk heeft doen opmaken en/of
heeft doen vervalsen, immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) toen en daar (telkens) in strijd met de waarheid –zakelijk weergegeven- in die/dat applicatie/systeem geregistreerd en/of doen registreren dat het telefoonnummer [gsm-nummer01] in gebruik bij [naam01] (fiscalist en geen geheimhouder) in gebruik is bij een geheimhouder (te weten bij (een (afgeleid) geheimhouder in dienst van advocatenkantoor [naam advocatenkantoor01] ) zulks (telkens) met het oogmerk om dit geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of
door (een) ander(en) te doen gebruiken;
en/of
zij op of omstreeks 6 maart 2017 te Naarden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de Nederlandse Orde van Advocaten en/of de Landelijke Eenheid Politie (afdeling Interceptie en Sensing) heeft bewogen tot de afgifte van een registratie in de applicatie Nummerherkenning Geheimhouders, in elk geval van enige dienst(en), hebbende verdachte en/of haar mededader(s) met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid:
in het applicatieregister geheimhouders van de Nederlandse Orde van Advocaten,
althans bij de Nederlandse Orde van Advocaten en/of de Landelijke Eenheid Politie
(afdeling Interceptie en Sensing), het mobiele telefoonnummer [gsm-nummer01]
toebehorend aan [naam01] (die geen geheimhouder is), aangemeld als
telefoonnummer in gebruik bij een geheimhouder (te weten bij (een (afgeleid)
geheimhouder in dienst van) advocatenkantoor [naam advocatenkantoor01] ),
waardoor Nederlandse Orde van Advocaten en/of de Landelijke Eenheid Politie
(afdeling Interceptie en Sensing) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte.