ECLI:NL:RBROT:2022:10822

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
12 december 2022
Zaaknummer
C/10/647066 / JE RK 22-2505
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter op 2 december 2022 een beschikking gegeven tot ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind1] voor de duur van twaalf maanden. De Raad voor de Kinderbescherming heeft het verzoek ingediend, omdat er zorgen zijn over de opvoedsituatie en de opvoedvaardigheden van de moeder. De ouders zijn betrokken en liefdevol, maar er zijn nog steeds opvoedproblemen en de hulpverlening in het vrijwillige kader is onvoldoende van de grond gekomen. De moeder heeft aangegeven dat zij geen alcohol meer gebruikt en openstaat voor hulpverlening, maar er zijn twijfels over haar opvoedvaardigheden en draagkracht.

Tijdens de zitting is gebleken dat [naam kind1] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. De ouders hebben in het verleden spanningen en huiselijk geweld ervaren, wat een negatieve impact heeft gehad op [naam kind1]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders nog niet in staat zijn om de bedreigde ontwikkeling van [naam kind1] af te wenden zonder hulp. Daarom is het noodzakelijk om de ondertoezichtstelling te verlenen, zodat de jeugdbescherming kan meekijken en ondersteuning kan bieden aan de ouders.

De kinderrechter heeft begrip voor de angst van de vader voor een uithuisplaatsing, maar heeft benadrukt dat dit op dit moment niet aan de orde is. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 12 december 2022. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers of andere belanghebbenden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/647066 / JE RK 22-2505
datum uitspraak: 2 december 2022

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam - Dordrecht ,

hierna te noemen: de Raad, gevestigd te Rotterdam ,
betreffende

[naam kind1] , geboren op [geboortedatum1] 2013 te [geboorteplaats1] ,

hierna te noemen: [naam kind1] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam1] , hierna te noemen: de moeder,

wonende te [woonplaats1] ,

[naam2] , hierna te noemen: de vader,

wonende te [woonplaats2] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de Raad van 31 oktober 2022, ingekomen bij de griffie op
1 november 2022;
- een e-mailbericht met bijlagen van de vader van 23 november 2022, ingekomen bij de griffie op 23 november 2022.
- een e-mailbericht met bijlagen van de vader van 30 november 2022, ingekomen bij de griffie op 30 november 2022.
Op 2 december 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de Raad, te weten [naam3] ,
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering , hierna te noemen: de GI, te weten [naam4] .

De feiten

Het verzoek

De Raad heeft een ondertoezichtstelling van [naam kind1] verzocht voor de duur van
twaalf maanden.

De standpunten

De Raad heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt nader toegelicht.
Er zijn zorgen over de kwetsbare opvoedsituatie en de opvoedvaardigheden van de moeder. De ouders zijn betrokken en liefdevol. Het is positief dat de ouders open staan voor hulpverlening en dat zij een aantal praktische zaken hebben opgepakt. Ook verdient het een compliment hoe de ouders na de scheiding met de omgang omgaan. Er spelen echter nog steeds opvoedproblemen. De hulpverlening, die in het vrijwillige kader is ingezet, is onvoldoende van de grond gekomen. Daarom is er nog onvoldoende zicht op de situatie. Het is belangrijk dat de jeugdbescherming met de ouders meekijkt om te zien welke hulpverlening nodig is. In ieder geval heeft de moeder hulpverlening nodig om haar te versterken. Zij is een kwetsbare vrouw die onvoldoende draagkracht heeft om zelfstandig in balans te blijven.
De GI heeft ter zitting het verzoek van de Raad ondersteund.
De moeder heeft zich ter zitting niet verzet tegen het verzoek van de Raad. Desgevraagd heeft zij verklaard dat zij geen alcohol meer gebruikt en dat zij hulp heeft van de Hoop .
De vader heeft ter zitting het volgende verklaard. De situatie tussen de ouders is verbeterd. De moeder gebruikt al een paar maanden geen alcohol meer. De ouders wonen niet meer bij elkaar. Eens in de twee weken ziet de vader [naam kind1] in het weekend en in overleg met de moeder ziet hij [naam kind1] ook tussendoor. De vader vindt het goed als in het kader van een ondertoezichtstelling een jeugdbeschermer gaat meekijken. Wel heeft de vader zijn angst voor een uithuisplaatsing van [naam kind1] uitgesproken.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind1] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. In de periode dat de ouders nog bij elkaar woonden, is [naam kind1] blootgesteld aan spanningen tussen de ouders en aan huiselijk geweld. Ook is sprake geweest van fors alcoholgebruik door de moeder. Sinds de ouders niet meer bij elkaar wonen, zijn de spanningen tussen hen aanzienlijk verminderd. Ook geeft de moeder aan dat zij sinds enkele maanden gestopt is met het drinken van alcohol. De indruk bestaat dat de moeder snel overvraagd wordt en dat zij beperkt is in haar opvoedvaardigheden. De moeder leunt zwaar op professionals en vrijwilligers in haar directe omgeving en kan nauwelijks terugvallen op familie of vrienden. De moeder staat open voor de praktische hulpverlening die haar is geboden. De ouders hebben echter moeite gehad om te profiteren van de geboden opvoedondersteuning. Zij hebben sturing nodig en hebben hulp nodig bij het ontwikkelen van inzichten op gebied van de ontwikkeling van [naam kind1] , wat [naam kind1] nodig heeft en hoe zij haar daarin kunnen ondersteunen.
Nu de ouders nog niet zelfstandig in staat zijn de bedreigde ontwikkeling van [naam kind1] af te wenden, is op dit moment hulpverlening in het gedwongen kader noodzakelijk.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Daarom zal de kinderrechter [naam kind1] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden. De kinderrechter heeft begrip voor de angst van de vader voor een uithuisplaatsing. Een uithuisplaatsing van [naam kind1] is echter op dit moment niet aan de orde en is ook niet verzocht door de Raad.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind1] onder toezicht van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering , gevestigd te Amsterdam , met ingang van
2 december 2022 tot 2 december 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2022 door mr. J.S. van den Berge, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. van der Aa als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 12 december 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.