Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiseres01] , en,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 mei 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de akte uitlating tegenbewijs tevens akte eiswijziging zijdens eiseressen;
- de akte zijdens [gedaagde01] .
2.Eiswijziging
- te verklaren voor recht dat [eiseres01] over de periode 2017 tot en met 2019 een betaling ter hoogte van € 56.155,24 inclusief BTW zonder rechtsgrond heeft verricht en [gedaagde01] te veroordelen tot terugbetaling van dit onverschuldigd betaalde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente over de onverschuldigde betaling vanaf de dag van betaling van factuur met kenmerk 2070047 (13 november 2020) althans vanaf de dag van verzuim
- te verklaren voor recht, dat het aandeel van [eiseres01] in de Servicekosten, behoudens stadsverwarming, tussen partijen voortaan zal dienen te worden berekend op basis van het in de Huurovereenkomst vermelde aantal vierkante meters, zijnde 299,6 m2, gedeeld door de in de als productie 15 overgelegde NEN 2580 d.d. 06-01-2017 van het totaal aantal vierkante meters van Pompgebouw De Esch, zijnde 1.505,10 m2 (
- te verklaren voor recht, dat het aandeel van [eiseres01] in de stadsverwarming, tussen partijen voortaan zal dienen te worden berekend op het in de Eindafrekening vermelde aantal kubieke meters, 1580,36 m3 gedeeld door het in de Eindafrekening vermelde aantal kubieke meters van Pompgebouw De Esch, zijnde 8077,04 m3;
- te verklaren voor recht dat [eiseres01] over de periode 2017 tot en met 2019 een betaling ter hoogte van € 55.333,55 inclusief BTW zonder rechtsgrond heeft verricht en de vordering tot terugbetaling van dit onverschuldigd betaalde bedrag toe te wijzen, vermeerderd met wettelijke rente over de onverschuldigde betaling vanaf de dag van betaling van factuur met kenmerk 2070047 (13 november 2020) althans vanaf de dag van verzuim (30 januari 2021) althans vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
- te verklaren voor recht, dat het aandeel van [eiseres01] in de Servicekosten, behoudens stadsverwarming, tussen partijen voortaan zal dienen te worden berekend op basis van het in de als productie 15 overgelegde NEN 2580 d.d. 06-01-2017 van het aantal gehuurde vierkante meters, zijnde 321,40 m2, gedeeld door de in de als productie 15 overgelegde NEN 2580 d.d. 06-01-2017 van het totaal aantal vierkante meters van Pompgebouw De Esch, zijnde 1.505,10 m2 (
- te verklaren voor recht, dat het aandeel van [eiseres01] in de stadsverwarming, tussen partijen voortaan zal dienen te worden berekend op het in de Eindafrekening vermelde aantal kubieke meters, 1580,36 m3 gedeeld door het in de Eindafrekening vermelde aantal kubieke meters van Pompgebouw De Esch, zijnde 8077,04 m3;
- althans een door de rechtbank in goede justitie te nemen beslissing
- met veroordeling van [gedaagde01] in de kosten van deze procedure, alsmede in de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met wettelijke rente over de (na)kosten vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.De verdere beoordeling
nietgeslaagd in het tegenbewijs voor zover het betreft het hanteren van de factor van 2,8 bij de in rekening gebrachte energiekosten, maar
welvoor zover die factor is gehanteerd bij de overige in rekening gebrachte servicekosten. Aan dit oordeel liggen de volgende overwegingen ten grondslag.
gemiddeldeopslag voor het gehele gehuurde. Met andere woorden: het feit dat er in de berekening geen splitsing per gehuurde ruimte is gemaakt, staat niet in de weg aan de juistheid van 2,8 als (gemiddelde) factor voor alle ruimtes van het gehuurde.
4.De beslissing
15 december 2022 te 15:30 uur, waarbij wordt opgemerkt dat de akte uiterlijk de dag voor de genoemde rolzitting om 12:00 uur door de rechtbank ontvangen moet zijn;