ECLI:NL:RBROT:2022:10772

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 december 2022
Publicatiedatum
9 december 2022
Zaaknummer
C/10/647974 / KG ZA 22-963
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van gevorderde opheffing van conservatoire beslagen onder voorwaarde van zekerheidstelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 december 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschappen Dental MA B.V. en Patex R Dental Bouw B.V. Dental vorderde de opheffing van conservatoire beslagen die door Patex waren gelegd, onder de stelling dat de vordering van Patex op Dental veel lager was dan Patex beweerde. Patex had in de periode van februari tot september 2022 werkzaamheden uitgevoerd voor Dental op basis van een mondelinge overeenkomst, maar er ontstond een geschil over de facturering van gewerkte uren. Dental betwistte de hoogte van de gefactureerde uren en stelde dat Patex teveel uren in rekening had gebracht. De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de vordering van Patex als summierlijk ondeugdelijk te beschouwen, maar dat de beslagen onnodig waren, omdat Dental voldoende zekerheid kon bieden voor de vordering van Patex. De rechter heeft de opheffing van de beslagen toegewezen, mits Dental zekerheid stelde voor een bedrag van € 60.000,-. In reconventie vorderde Patex betaling van een deel van de openstaande facturen, maar deze vordering werd afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/647974 / KG ZA 22-963
Vonnis in kort geding van 8 december 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DENTAL MA B.V.,
gevestigd te Bleiswijk,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. P.D. van der Kooi te Leiden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PATEX R DENTAL BOUW B.V.,
gevestigd te Stieltjeskanaal,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. G.C. Haulussy te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Dental en Patex genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 18 november 2022;
  • de 10 producties van Dental;
  • het mailbericht van Patex van 22 november 2022, met de eis in reconventie;
  • de 9 producties van Patex;
  • de mondelinge behandeling op 24 november 2022;
  • de pleitnota van Dental;
  • de pleitnota van Patex.
1.2.
Aan het einde van de zitting heeft de voorzieningenrechter de procedure aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen het geschil in der minne te regelen.
Bij e-mail van 1 december 2022 heeft de advocaat van Dental, met een cc aan de advocaat van Patex, aan de voorzieningenrechter doorgegeven dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt en verzocht vonnis te wijzen.
1.3.
Daarop is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Dental voert een aannemersbedrijf dat gespecialiseerd is in de (af)bouw van tandartspraktijken.
2.2.
Patex heeft in de periode van februari t/m september 2022 krachtens een mondelinge overeenkomst in opdracht van Dental werkzaamheden uitgevoerd op verschillende bouwprojecten van Dental. Partijen zijn een tarief overeengekomen van
€ 45,00 per gewerkt uur per persoon. Voor het verrichten van de afgesproken werkzaamheden zet Patex zzp’ers in.
2.3.
Patex factureerde wekelijks, aanvankelijk zonder specificaties.
Tijdens een gesprek op 6 juli 2022 heeft Dental aan Patex gevraagd het uurtarief te verlagen van € 45,00 naar € 35,00. Op diezelfde dag heeft Patex per e-mail aan Dental medegedeeld dat zij de samenwerking wenste te beëindigen en heeft Patex een voorstel gedaan om tot een afronding van de werkzaamheden te komen. Bij antwoordmail van 7 juli 2022 is Dental op de wijze van afronding ingegaan, daarnaast heeft zij verzocht om de specificaties van de facturen tot 3 weken terug. Vanaf dat moment heeft Patex haar facturen aangeleverd met specificaties.
2.4.
Op 24 september 2022 heeft Dental aan Patex verzocht om de specificaties over de maanden maart t/m juni 2022. Op 5 oktober 2022 heeft Patex die specificaties verstrekt aan Dental.
Bij e-mail van 6 oktober 2022 – die Patex op 14 oktober 2022 heeft bereikt – heeft JM Financial Services, de boekhouder van Dental (hierna: de boekhouder), het volgende aan Patex medegedeeld:
“(…)
Naar ons inziens zijn er over alle facturen te veel uren gedeclareerd. Ik zal u onderstaand een voorbeeld geven:
-
Factuur 202238 hebben er 3 medewerkers van 7:00 uur tot 17:00 uur gewerkt. Dit zijn ook de tijden die conform de werktijden van Dental MA zijn. Echter, zijn er 10 uren per medewerker gedeclareerd, terwijl dit er 9 hadden moeten zijn. De pauzes van alle medewerkers van Dental MA en Compleet en andere inhuurkrachten zijn 1 uur per dag. Naar ons inziens zijn er over alle facturen per medeweker per dag 1 uur te veel gedeclareerd.
Graag zien wij 1 totale correcte factuur betreffende alle facturen waarbij dit van toepassing is geweest.
(…)”
Bij mail van 17 oktober 2022 heeft Patex het volgende aan de boekhouder geantwoord:
“(…)
Vanaf het begin van samenwerking en gemaakte afspraken (…) met Dental MA hebben wij 57 uren per week (soms meer)gewerkt en zo dient het ook uitbetaald te worden.
Wij werken met zelfstandige medewerkers welke zelf hun werktijd en de pauze s bepalen. Wel de verantwoording behouden om de werkzaamheden gereed - (dit zijn ook de belangrijkste voorwaarden voor jullie geweest toen de afspraken waren gemaakt) : 2 keer per dag een boterham eten - dit is voor wat was gestopt met de werkzaamheden, totaal max 30 minuten per dag. Jammer dat na half jaar samenwerking willen jullie onze afspraken veranderen en eigen verhaal van maken.
Onze voorstel: wij kunnen wel 30 minuten per dag in mindering brengen om jullie tegemoet komen. (…)”
2.5.
Partijen hebben verdere mailcorrespondentie gevoerd over de verschuldigdheid van de facturen, maar zijn niet tot een overeenstemming gekomen.
2.6.
Dental heeft 11 facturen van Patex, gedateerd van 29 augustus t/m 4 oktober 2022, van in totaal € 90.663,30 (incl. btw) onbetaald gelaten.
2.7.
Bij brief van 3 november 2022 heeft de advocaat van Patex Dental in gebreke gesteld en haar gesommeerd de openstaande facturen van in totaal € 90.663,30 en buitengerechtelijke kosten van € 1.681,63 te voldoen. In die brief is tevens vermeld dat het eerdere aanbod van Patex om een eenmalig bedrag te crediteren is komen te vervallen.
2.8.
Bij e-mail van 10 november 2022 heeft de advocaat van Dental aan Patex medegedeeld dat pauzes niet worden vergoed en Patex teveel uren in rekening heeft gebracht. Onder verzending van een overzicht met de te corrigeren uren, stelt Dental dat Patex een bedrag van € 68.807,86 (incl. btw) teveel aan uren in rekening heeft gebracht.
2.9.
Op 11 november 2022 heeft de voorzieningenrechter te Rotterdam Patex verlof verleend om ten laste van Dental conservatoir derdenbeslag te leggen onder twee opdrachtgevers en drie banken. De vordering van Patex op Dental is daarbij begroot op
€ 117.862,29 inclusief kosten.
Op diezelfde dag heeft Patex ten laste van Dental conservatoir derdenbeslag gelegd onder twee opdrachtgevers (V.O.F. Mondzorg Het Lage Land en Tand’Arts Services B.V., hierna: Het Lage Land respectievelijk Tand’Arts) en ING Bank N.V. (hierna: ING).

3..Het geschil in conventie

3.1.
Dental vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
Patex te gebieden om binnen twee werkdagen na betekening van het vonnis over te gaan tot opheffing van alle door Patex ten laste van Dental gelegde conservatoire beslagen en zich te onthouden van het leggen van nieuwe beslagen ten laste van Dental;
subsidiair
Patex te gebieden om binnen twee werkdagen na betekening van het vonnis over te gaan tot opheffing van de door Patex ten laste van Dental gelegde conservatoire beslagen onder ING Bank N.V., Rabobank B.A., ABN AMRO Bank N.V. en Tand’Arts Services B.V. en zich te onthouden van het leggen van nieuwe beslagen ten laste van Dental;
meer subsidiair
een uitspraak te doen die de voorzieningenrechter in goede justitie passend acht en die recht doet aan de belangen van Dental en haar wens het beslag te kunnen opheffen, ook indien Patex in weerwil van het vonnis zou weigeren om tot opheffing over te gaan;
primair en subsidiair
Dental te machtigen om, bij gebreke van voldoening aan het hiervoor onder primair en subsidiair genoemde, namens Patex aan de deurwaarder de opdracht te geven al het nodige te doen om de door Patex gelegde beslagen te (doen) opheffen of te (doen) laten vervallen;
Patex te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
3.2.
Dental legt aan haar vordering ten grondslag dat de beslagen dienen te worden opgeheven omdat (1) de vordering van Patex op Dental veel lager is dan Patex pretendeert of zelfs nihil is en (2) omdat het beslag onder één van de opdrachtgevers al voldoende zekerheid biedt voor de gehele gepretendeerde vordering van Patex. Bovendien heeft Dental bij herhaling aangegeven dat zij na correctie van de verschuldigde factuurbedragen zou gaan betalen. De beslagen zijn onrechtmatig, doordat zij onnodig worden gehandhaafd.
3.3.
Patex voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..Het geschil in reconventie

4.1.
Patex vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Dental te veroordelen tot betaling van het bedrag van € 21.855,44, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldag van de facturen en te vermeerderen met de buitengerechtelijke kosten ad € 993,55, met veroordeling van Dental in de kosten van de procedure waaronder de nakosten.
4.2.
Patex legt aan haar vordering ten grondslag dat Dental de factuurbedragen van Patex tot een bedrag van € 21.855,44 niet betwist, zodat dit bedrag (alvast) voor toewijzing gereed ligt.
4.3.
Dental voert verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5..De beoordeling in conventie

5.1.
De opheffing van een conservatoir beslag kan onder meer worden bevolen, indien op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen zijn verzuimd, summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag, of, zo het beslag is gelegd voor een geldvordering, indien voor deze vordering voldoende zekerheid is gesteld. Dental doet een beroep op de ondeugdelijkheid en/of onnodigheid van het door Patex ingeroepen recht.
5.2.
Niet in geschil is dat partijen een tarief van 45,00 per uur per ingezet persoon zijn overeengekomen en dat Patex alleen de daadwerkelijk gewerkte uren in rekening brengt. Partijen twisten over de hoogte van het aantal uren dat de door Patex ingezette werknemers c.q. zzp’ers hebben gewerkt.
5.3.
Patex heeft handgeschreven urenspecificaties overgelegd waarin steevast is vermeld dat van maandag t/m vrijdag per persoon van 07.00-17.00 uur is gewerkt en op zaterdag van 07.00-14.00 uur. Op basis daarvan heeft zij 10 respectievelijk 7 uren bij Dental in rekening gebracht. Ter zitting heeft Patex nogmaals benadrukt dat de door haar bij Dental in rekening gebrachte uren daadwerkelijk zijn verricht door haar werknemers. Daarbij stelt zij dat haar werknemers steevast vóór 07.00 uur op de locatie arriveerden en daar bleven tot na 17.00 uur. Haar werknemers namen hooguit 30 minuten per dag een pauze.
5.4.
Dental heeft aangevoerd dat de werktijden op een doordeweekse dag van 07.00-17.00 uur zijn inclusief een uur pauze en betwist dat werknemers van Patex eerder kwamen en later vertrokken. Zij meent dat de door Patex ingezette werknemers op doordeweekse dagen iedere dag een uur pauze hadden en op zaterdag 45 minuten pauze. Patex heeft ten onrechte pauzes in rekening gebracht, zodat in alle facturen teveel uren zijn doorbelast en de factuurbedragen volgens Dental als zodanig dienen te worden gecorrigeerd.
5.5.
De voorzieningenrechter overweegt dat binnen het beperkte kader van dit kort geding niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld of de door Patex in rekening gebrachte werkuren, zoals zij stelt, daadwerkelijk zijn gemaakt.
5.6.
Dental heeft de facturen van Patex over maart t/m juni 2022 voldaan. Bij die facturen waren geen urenspecificaties gevoegd en Dental heeft daar bij de betaling ook niet om gevraagd. Op verzoek van Dental is Patex vanaf juli 2022 urenspecificaties bij de facturen gaan leveren. Ook die facturen zijn voldaan, dat ging door tot en met de factuur van 29 augustus 2022. Aldus heeft Dental ruim vijf maanden lang de facturen van Patex betaald. Blijkens door Patex overgelegde WhatsApp-correspondentie tussen partijen wekte Dental tegenover Patex, medio september 2022, nog (steeds) de indruk dat de facturen zouden worden betaald. Het heeft tot 6 oktober 2022 (7 maanden na de eerste factuur) geduurd, voordat de gespecificeerde uren (met terugwerkende kracht tot aan de 1e factuur) werden betwist. Dental heeft bovendien nagelaten zelf een deugdelijke administratie te voeren van de door Patex gemaakte uren, zoals werkbonnen die door de projectleider ter plaatse zijn ondertekend. Voormelde omstandigheden spreken in het voordeel van Patex.
5.7.
Aan de andere kant heeft Patex haar stelling, dat haar werknemers vóór de gebruikelijke werktijd aanwezig waren en na de werktijd vertrokken (en dus in die zin toch aan de gedeclareerde werkuren kwamen), niet onderbouwd. Zij heeft niet duidelijk gemaakt waarom die tijden alsmede de door haar gestelde pauzes van 30 minuten per dag niet in haar urenspecificaties tot uitdrukking zijn gebracht. Evenmin heeft zij ter zitting concreet gemaakt hoe laat de werknemers dan precies aankwamen en vertrokken. Daarbij komt dat Dental schriftelijke verklaringen heeft overgelegd van drie projectleiders, die ieder verklaren dat er per dag een uur pauze werd gehouden. In sommige van die verklaringen is ook aangegeven dat de werknemers van Patex pas na 07.00 uur startten. Het voorgaande spreekt in het voordeel van Dental.
5.8.
In de bodemprocedure, waar partijen in tegenstelling tot dit kort geding in de gelegenheid zijn om bewijs te leveren van hun stellingen, zal moeten worden uitgezocht en beoordeeld hoeveel uren daadwerkelijk zijn gewerkt door de werknemers van Patex. Aangenomen wordt dat, daar waar het op de weg ligt van Dental om nader te onderbouwen dat de werknemers van Patex een uur pauze per dag hielden, de bewijslast van de juistheid van het aantal gefactureerde werkuren bij Patex ligt. Daartoe dient Patex bewijs te leveren van haar stelling dat haar werknemers per dag een half uur pauze namen én dat die 30 minuten zijn overbrugd doordat de werknemers eerder op de werklocatie aankwamen en/of later vertrokken.
5.9.
De voorzieningenrechter sluit, tegen de achtergrond van de in r.o. 5.6. genoemde omstandigheden, niet uit dat in de bodemprocedure wordt geoordeeld dat de door Patex in rekening gebrachte werkuren daadwerkelijk zijn verricht. Derhalve kan niet zonder meer worden vastgesteld dat de vordering van Patex op Dental summierlijk ondeugdelijk is. Daartegenover staat dat, gelet op de overwegingen in r.o. 5.7., Patex vooralsnog niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar vordering volledig zal worden toegewezen.
5.10.
Dental betoogt dat het beslag onder Het Lage Land al voldoende zekerheid biedt voor de gehele gepretendeerde vordering van Patex, nu Dental een opeisbare vordering op Het Lage Land heeft van € 132.434,50. Dit betoog faalt.
Patex heeft ter zitting verklaard dat zij alleen van Tand’Arts een derdenverklaring heeft ontvangen en dat haar is gebleken dat de vordering van Dental op Tand’Arts niet zeker is. Tand’Arts heeft zich namelijk op het standpunt gesteld dat de vordering van Dental op haar van ca. € 90.000,00 nog niet opeisbaar is (omdat het werk nog niet is voltooid) en zij deed tevens een beroep op verrekening. Patex had ten tijde van de zitting nog geen derdenverklaring ontvangen van Het Lage Land en ING, zodat niet bekend is of die beslagen doel hebben getroffen. Daarmee is onvoldoende gebleken dat die beslagen, laat staan een deel daarvan, voldoende zekerheid bieden. Van een onnodig beslag is dus geen sprake.
5.11.
Uit r.o. 5.9. en 5.10. vloeit voort dat de primaire en subsidiaire vorderingen worden afgewezen. Met het oog op het belang van Patex bij voldoende zekerheid voor haar vordering op Dental, afgewogen tegen het belang van Dental bij opheffing van de beslagen omdat zij daardoor ernstig wordt belemmerd in haar bedrijfsvoering, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om het meer subsidiair gevorderde toe te wijzen, in die zin dat de gevorderde opheffing van de beslagen zal worden toegewezen, zij het onder de voorwaarde dat Dental zekerheid stelt voor een - door de voorzieningenrechter in redelijkheid begroot - bedrag van € 60.000,00.
De zekerheidstelling dient plaats te vinden door middel van een bankgarantie ten gunste van Patex dan wel op een door partijen overeen te komen andere wijze.
5.12.
Nu beide partijen deels in het ongelijk zijn gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd, in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.

6..De beoordeling in reconventie

6.1.
Patex vordert in reconventie alvast betaling van dat deel van het openstaande factuurbedrag ad € 21.855,44 dat volgens haar door Dental niet is betwist.
De voorzieningenrechter begrijpt dat dit bedrag het verschil is tussen het openstaande factuurbedrag van € 90.663,30 en het bedrag van € 68.807,86 dat volgens Dental teveel in rekening is gebracht (zie r.o. 2.8.).
6.2.
Dit uitgangspunt van Patex klopt echter niet. Dental stelt uitdrukkelijk dat zij het volledige openstaande factuurbedrag dat Patex van haar vordert, bij gebrek aan deugdelijke urenspecificaties, betwist. Zoals al in conventie is overwogen, valt in deze procedure niet vast te stellen of en hoeveel er nog afgerekend moet worden door Dental. Dat zal in de bodemprocedure moeten worden bepaald. Er is onvoldoende grond om daarop vooruit te lopen.
6.3.
De vordering wordt daarom afgewezen.
6.4.
Patex zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Dental worden begroot op € 508,00 (factor 0,5 x tarief € 1.016,00) aan salaris advocaat.

7..De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie
7.1.
heft op de door Patex op 11 november 2022 ten laste van Dental gelegde conservatoire beslagen, indien en zodra Dental zekerheid heeft gesteld voor het bedrag van € 60.000,00 door middel van een bankgarantie ten gunste van Patex dan wel op een door partijen overeen te komen andere wijze;
7.2.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
7.3.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
7.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
7.5.
wijst de vordering af;
7.6.
veroordeelt Patex in de proceskosten, aan de zijde van Dental tot op heden begroot op € 508,00;
7.7.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2022. 2091 / 676