ECLI:NL:RBROT:2022:10682

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 juni 2022
Publicatiedatum
7 december 2022
Zaaknummer
C/10/618859 / HA ZA 21-448
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van demurrage- en detention kosten, yard occupancy kosten, douanekosten en opslagkosten in verband met retourneren containers na verstrijken free period

In deze zaak vorderden COSCO SHIPPING LINES (NETHERLANDS) B.V. en COSCO SHIPPING LINES CO. LTD. (gezamenlijk aangeduid als Cosco c.s.) betaling van demurrage- en detention kosten, yard occupancy kosten, douanekosten en opslagkosten van ARNESCO B.V. (Arnesco) in verband met het retourneren van containers na het verstrijken van de free period. De rechtbank Rotterdam heeft op 22 juni 2022 uitspraak gedaan in deze civiele procedure. De vordering was gebaseerd op de cognossementsvoorwaarden van Cosco, waar Arnesco aan gebonden was na toetreding tot de vervoersovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat de informatie over de tarieven en de free period voldoende kenbaar was voor Arnesco. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vertraging in het retourneren van de containers, veroorzaakt door douanecontroles, voor rekening van Cosco kwam, wat leidde tot een vermindering van de gevorderde DND-kosten en opslagkosten voor een aantal containers. De douanekosten werden echter volledig toegewezen, omdat Arnesco hiermee akkoord was gegaan. De rechtbank heeft Arnesco veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 27.502,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/618859 / HA ZA 21-448
Vonnis van 22 juni 2022
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
COSCO SHIPPING LINES (NETHERLANDS) B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. rechtspersoon naar vreemd recht
COSCO SHIPPING LINES CO. LTD.,
gevestigd te Shanghai, China
eiseressen,
advocaat mr. S.B. Metzelaar te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ARNESCO B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. G. van der Spek te Rotterdam.
Eiseressen zullen hierna Cosco NL, Cosco en (gezamenlijk in vrouwelijk enkelvoud) Cosco c.s. worden genoemd. Gedaagde zal hierna Arnesco worden genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 12 mei 2021, met producties 1 tot en met 12;
  • de conclusie van antwoord, met een productie;
  • de oproepingsbrief van deze rechtbank van 12 oktober 2021 op grond waarvan partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling op 26 januari 2022;
  • de akte houdende vermindering van eis tevens antwoord akte na conclusie van Cosco c.s., met ‘Producties-Tijdlijn’ 1 tot en met 49;
  • de pleitaantekeningen van Cosco c.s.;
  • het verhandelde ter mondelinge behandeling, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Cosco NL is de Nederlandse cargadoor van Cosco, een rederij die onder andere containerschepen exploiteert.
2.2.
Arnesco is een Nederlandse onderneming. Zij handelt in offshore producten.
2.3.
Arnesco heeft eind 2020 een partij niet-medische mondmaskers (hierna: de lading) ingekocht bij partij Yiwu Bao Zhi Ning Masks Co. LTD (hierna: Yiwu). Yiwu heeft Cosco ingeschakeld om het vervoer van de zeven containers met de lading vanaf China (Ningbo) naar Nederland (Rotterdam) over zee te regelen en heeft Arnesco in dat verband twee cognossementen toegezonden. Op die cognossementen staat Yiwu als
shipper(afzender) vermeld en Arnesco als
consignee(ontvanger).
2.4.
De
Terms and Conditionsvan Cosco NL (hierna: de cognossementsvoorwaarden) luiden, voor zover relevant, als volgt:

1. Definitions
(…)
“Merchant” includes the Consignor, the Shipper, the Receiver, the Consignee, the Owner of the Goods, the Holder of Endorsee of this Bill of Lading, any Person owing, entitled to or claiming the possession of the Goods or this Bill of Lading and anyone acting on behalf of any such person.
(…)
3. Carrier’s tariff
The Terms and Conditions of the Carrier’s applicable Tariff and other requirements regarding charges are incorporated into this Bill of Lading. Particular attention is drawn to the Terms and Condition contained therein, including, but not limited to, free storage time, Container and vehicle demurrage and detention etc. Copies of the relevant provisions of the applicable Tariff are obtainable from the Carrier or its agents upon request. In case of any inconsistency between this Bill of Lading and the applicable Tariff, this Bill of Lading shall prevail.
(…)
10. Carrier’s containers
(…)
(2) If Carrier’s Container and equipment are used by the Merchant for pre-carriage or on-carriage or unpacked at the Merchant’s premises, the Merchant is responsible for returning the empty Containers, with interiors brushed, clean and free of smell to the point or place designated by the Carrier, its servants or agents, within the time prescribed in the Tariff and/or required by the Carrier. Should a Container not be returned within the aforesaid time, the Merchant shall be liable for any detention, demurrage, loss or expenses which may arise from such non-return.
(…)
14. Freight and Charges
(5) The parties defined as Merchant in clause 1 shall, where applicable, be jointly and severally liable to the Carrier for payment of all Freight, demurrage and detention, General Average, Salvage charges and/or special charge, and charges, including, but not limited to, court costs, expenses and reasonable attorney’s fees incurred in collecting sums due the Carrier, failing which shall be considered a default by the Merchant in the payment of Freight and charges.
15. Inspection of the goods
The Carrier and/or any person to whom the Carrier has subcontracted the carriage or any person authorized by the Carrier shall be entitled, but under no obligation, to open any Container or Package at any time and to inspect the Goods. If by order of the Authorities at any place, a container must be opened for inspection, the Carrier shall not be liable for any loss or damage incurred as a result of any opening, unpacking, inspection or repacking. The Carrier shall be entitled to recover the cost of such opening, unpacking, inspection and repacking from the Merchant.
(…).”
2.5.
Cosco c.s. heeft op 19 november 2021 twee
Arrival Noticesuitgegeven voor de zeven containers. Cosco NL heeft de
Arrival Noticesper e-mail aan Arnesco gestuurd om haar op de hoogte te brengen van de verwachte aankomst van de containers in Rotterdam.
Op deze
Arrival Noticesstaat onder meer het volgende vermeld: “For actual local and additional charges, cargo tracking and tracing please check our website www.coscoshipping.nl”.
2.6.
Cosco c.s. heeft in haar dagvaarding het onderstaande overzicht – gebaseerd op de als productie bij dagvaarding overgelegde data uit haar registratiesysteem – opgenomen waaruit blijkt wanneer welke container is gelost, wanneer de betreffende containers zijn uitgehaald en wanneer deze zijn geretourneerd, alsmede wanneer (volgens de stellingen van Cosco c.s.) de
free periodis verstreken. Onder de term
free periodwordt in deze procedure verstaan: het aantal dagen dat een geloste container vrij van bijkomende kosten op de containerterminal kan blijven staan voordat die container wordt opgehaald.
[afbeelding overzicht]
2.7.
Na aankomst van de lading in Rotterdam zijn drie van de zeven containers door de douane geselecteerd voor controle naar aanleiding van de door Cosco NL gedane Aangifte tot Tijdelijke Opslag (hierna: ATO). Na afronding van de ATO-controles, zijn alle zeven containers door de douane geselecteerd voor controle naar aanleiding van de namens Arnesco gedane invoeraangifte (de PLATO-controle voor de invoer van goederen in het vrije verkeer van de Europese Unie).
2.8.
Cosco NL heeft voor het faciliteren van de fysieke douanecontroles van de lading een External Terminal Transport dienstverlener (hierna: ETT-dienstverlener) ingeschakeld. Deze ETT-dienstverlener heeft de containers in het kader van de douanecontroles (die plaatsvonden op een andere locatie) van en naar de containerterminal van Cosco NL gereden.
2.9.
Arnesco heeft Legero International B.V. (hierna: Legero) ingeschakeld om de afhandeling van de containers te verzorgen en deze af te halen. Legero heeft in dat kader de invoeraangiftes voor Arnesco verzorgd.
2.10.
Cosco heeft Arnesco diverse facturen gestuurd in verband met de
demurrage and detentionkosten (hierna: DND-kosten) en
Yard Occupancykosten (hierna: YOC-kosten).
2.11.
Cosco NL heeft Arnesco diverse facturen gestuurd met in verband met opslagkosten en kosten van het faciliteren van de fysieke controle van de lading door de douane door Cosco NL (hierna: douanekosten).
2.12.
Arnesco heeft de facturen van Cosco c.s. onbetaald gelaten.

3..Het geschil

3.1.
Cosco c.s. vordert – na vermindering van eis – om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Arnesco te veroordelen:
I. tot betaling aan Cosco NL van € 16.512,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de navolgende vervaldata van de respectievelijke facturen tot de dag van volledige betaling;
Factuurnr. Factuurdatum Vervaldatum EUR
213788 17-01-2021 17-01-2021 924,00
214823 18-01-2021 18-01-2021 2.716,00
215112 20-01-2021 20-01-2021 5.992,00
212962 29-12-2020 29-12-2020 1.376,00
213400 04-01-2021 04-01-2021 688,00
213404 04-01-2021 04-01-2021 2.752,00
214468 14-01-2021 14-01-2021 2.064,00
II. tot betaling aan Cosco van € 13.390,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de navolgende vervaldata van de respectievelijke facturen tot de dag van volledige betaling;
Factuurnr. Factuurdatum Vervaldatum EUR
308 5647972 12-01-2021 12-01-2021 1.440,00
308 5648955 13-01-2021 13-01-2021 280,00
308 5652368 20-01-2021 20-01-2021 140,00
308 5656819 29-01-2021 29-01-2021 280,00
308 5661927 09-02-2021 09-02-2021 7.500,00
308 5661928 09-02-2021 09-02-2021 3.750,00
III. tot vergoeding aan Cosco NL van de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.026,08;
IV. tot betaling aan Cosco c.s. van de (na)kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover als betaling daarvan niet binnen veertien dagen na het vonnis heeft plaatsgevonden.
3.2.
Cosco c.s. legt (samengevat) aan haar vorderingen ten grondslag dat Arnesco op grond van artikel 8:441 lid 2 BW is toegetreden tot de vervoersovereenkomst, dat Arnesco daardoor is gebonden aan de cognossementsvoorwaarden inclusief het tarievenoverzicht waarop per soort container de
free perioden de toepasselijke tarieven staan vermeld (hierna: het tarievenoverzicht), dat Arnesco kwalificeert als
Merchantin de zin van artikel 1 van de cognossementsvoorwaarden en dat zij als
Merchantop grond van artikelen 10 lid 2 en 14 lid 5 van de cognossementsvoorwaarden gehouden is tot betaling van de DND-kosten, opslagkosten, YOC-kosten en alle overige kosten die Cosco c.s. door het overschrijden van de
free periodheeft moeten maken. De DND-kosten zien op het in gebruik houden van de containers na het verstrijken van de
free periodvan negen dagen tot het moment waarop de containers leeg en schoon zijn geretourneerd. De YOC-kosten zijn vaste
long stay feesdie eenmalig per container in rekening worden gebracht vanaf het moment dat die container langer dan 13 dagen op de
container yardis blijven staan. Voornoemde twee kostenposten zijn door Cosco bij Arnesco in rekening gebracht. Cosco NL vordert de opslagkosten die zien op het op de terminal van de stuwadoor in opslag houden van de containers die na het aflopen van de
free periodnog niet zijn opgehaald. Daarnaast vordert Cosco NL onder verwijzing naar artikel 15 van de cognossementsvoorwaarden dat zij de gemaakte kosten in verband met de douanecontroles op Arnesco kan verhalen en dat Legero namens Arnesco uitdrukkelijk akkoord is gegaan met deze kosten.
3.3.
Arnesco concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Cosco c.s., met veroordeling van Cosco c.s. in de kosten van de procedure. Arnesco erkent dat zij is toegetreden tot de vervoersovereenkomst, maar betwist dat het tarievenoverzicht deel uitmaakt van de cognossementsvoorwaarden. Zij heeft het tarievenoverzicht (met daarin onder meer de
free perioden de omvang daarvan) nimmer eerder gezien of toegezonden gekregen. Ook is Arnesco nooit geïnformeerd over het feit dat er sprake was van een
free perioden hoe lang deze zou duren. Het had op de weg van Cosco c.s. gelegen om Arnesco vooraf te informeren over het bestaan en de duur van de
free period.
Daarnaast stelt Arnesco dat het te laat ophalen en retourneren van de containers te wijten is aan het gebrek aan voortvarend handelen van Cosco c.s. Cosco c.s. heeft zelf de vertraging in het ophalen van de containers en dus het retourneren veroorzaakt. Als zij de containers juist had aangemeld bij de douane en met enige voortvarendheid te werk was gegaan, had Arnesco de containers veel eerder kunnen (laten) ophalen en kunnen retourneren. Ook heeft Cosco NL niet meteen gehoor gegeven aan het verzoek van Arnesco terzake van de verstrekking van nieuwe uithaalpins voor het kunnen ophalen van de containers (nadat de oude uithaalpins reeds waren verlopen). Arnesco is niet gehouden tot vergoeding van de door Cosco c.s. gevorderde kosten gedurende de periode dat Cosco c.s. in verzuim was.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

Bevoegdheid en toepasselijk recht

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat de cognossementsvoorwaarden van Cosco NL van toepassing zijn op de vervoerovereenkomst tussen Cosco en Arnesco en dat artikel 27 lid 3 van die voorwaarden (door Cosco c.s. is in de dagvaarding artikel 27 lid 1 genoemd, de rechtbank gaat ervan uit dat zij lid 3 van artikel 27 heeft bedoeld) bepaalt dat Cosco (onder meer) een rechtsgeding aanhangig kan maken bij de rechtbank van de plaats van de loshaven dan wel bij de rechtbank van de plaats van vestiging van de
Merchantin de zin van artikel 1 van de cognossementsvoorwaarden. Toepassing van artikel 27 lid 3 van de cognossementsvoorwaarden leidt in de beide voormelde gevallen tot bevoegdheid van de rechtbank Rotterdam.
Tussen partijen is evenmin in geschil dat Nederlands recht van toepassing is.
De verschuldigdheid van DND-kosten, YOC-kosten, opslagkosten en douanekosten
4.2.
Cosco c.s. vordert betaling van de kosten die zij heeft gemaakt omdat Arnesco de zeven containers na het presenteren van de cognossementen lange tijd niet heeft uitgehaald en uiteindelijk na het verstrijken van de
free periodheeft geretourneerd.
4.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat Arnesco de cognossementen heeft gepresenteerd, dat zij op grond van 8:441 lid 2 BW als
consigneeis toegetreden tot de vervoerovereenkomst onder de cognossementen, dat de cognossementsvoorwaarden van Cosco NL van toepassing zijn en dat Arnesco op grond van artikel 1 van de cognossementsvoorwaarden kwalificeert als
Merchant. Ter zitting heeft Arnesco desgevraagd bevestigd dat de vorderingsgerechtigdheid van Cosco en Cosco NL op zichzelf niet (langer) tussen partijen in geschil is.
4.4.
Op grond van artikel 10 lid 2 van de cognossementsvoorwaarden is de
Merchantverplicht om de containers leeg en schoon te retourneren “
within the time prescribed in the Tariff and/or required by the Carrier” en is de
Merchantin geval van het niet retourneren van de container binnen de voorgeschreven periode verplicht tot betaling van “
detention, demurrage, loss or expenses which may arise from such non-return”. Niet in geschil is dat met “
the Tariff” (de tarieven als vermeld in) het tarievenoverzicht wordt bedoeld. Daarnaast is de
Merchantop grond van artikel 14 lid 5 van de cognossementsvoorwaarden verplicht tot betaling van “
Freight, demurrage and detention, General Average, Salvage charges and/or special charge (…)”. De strekking van artikel 10 lid 2 van de cognossementsvoorwaarden is dat Cosco c.s. door haar gemaakte kosten in verband met het niet binnen de bepaalde
free periodretourneren van de schone en lege containers kan verhalen op de
Merchant.Dat de opslagkosten en YOC-kosten niet expliciet in artikel 10 lid 2 van de cognossementsvoorwaarden worden genoemd maakt niet dat – anders dan Arnesco betoogt – de grondslag voor het vorderen van deze kosten ontbreekt. Die kosten vallen immers onder “
expenses which may arise from such non-return” en daarmee, mede gelet op de toelichting van Cosco c.s. op die gemaakte kosten, binnen het bereik van de cognossementsvoorwaarden. Door de cognossementen te hebben gepresenteerd en te zijn toegetreden tot de vervoerovereenkomst onder de cognossementen, is Arnesco aldus op grond van de cognossementsvoorwaarden gebonden tot betaling van DND-kosten, YOC-kosten, opslagkosten en douanekosten bij het na het verstrijken van de
free periodretourneren van de containers.
4.5.
Arnesco is als tot de vervoersovereenkomst toegetreden partij eveneens gebonden aan het tarievenoverzicht van Cosco c.s. dat van toepassing was ten tijde van de aankomst van de containers in Rotterdam. Arnesco heeft in dit kader niet gemotiveerd betwist dat het gebruikelijk is dat een rederij als Cosco c.s. de toepasselijke tarieven op haar website plaatst en daarnaar verwijst op het cognossement, in de cognossementsvoorwaarden of in een ander (bewijs)stuk zodat (tot de vervoersovereenkomst toetredende) partijen de meest actuele tarieven zelf kunnen raadplegen. In dit geval is in de cognossementsvoorwaarden verwezen naar “
the Tariff” en is op de
Arrival Notices, die Cosco c.s. reeds op 19 november 2020 aan Arnesco heeft toegezonden, een verwijzing naar de website van Cosco NL opgenomen voor het tarievenoverzicht. Die informatie was aldus voor de aankomst van de containers in Rotterdam door Arnesco op eenvoudige wijze te raadplegen en daarmee voldoende kenbaar. De standpunten van Arnesco dat het op de weg had gelegen van Cosco c.s. om haar het tarievenoverzicht toe te zenden en dat de
free periodpas is gaan lopen op het moment dat Cosco c.s. het bestaan en de duur daarvan aan Arnesco kenbaar had gemaakt, worden daarom verworpen.
4.6.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Arnesco vergoeding van de kosten is verschuldigd aan Cosco c.s. wegens het na de
free periodretourneren van de containers en voor het faciliteren van de douanecontroles door Cosco c.s..
De hoogte van de gevorderde DND-kosten, YOC-kosten, opslagkosten en douanekosten
4.7.
De bedragen die Cosco c.s. (na eisvermindering) in hoofdsom vordert zijn als volgt opgebouwd:
De vordering van Cosco:
DND-kosten: € 13.110,00
YOC-kosten: € 280,00Totaal: € 13.390,00
De vordering van Cosco NL:
Douanekosten: € 6.880,00
Opslagkosten: € 9.632,00Totaal: € 16.512,00
4.8.
Ten aanzien van de DND-kosten (€ 13.110,00) en de opslagkosten (€ 9.632,00) en het verweer van Arnesco tegen deze kosten, geldt het volgende.
4.8.1.
Ter zitting heeft Cosco c.s. de tarieven en opbouw van beide kosten (onweersproken) nader toegelicht. De kosten bestaan uit vaste tarieven per HQ of 40 voets container die progressief oplopen naarmate meer dagen verstrijken na de
free period.
4.8.2.
Voor DND-kosten gelden de volgende
free daysen tarieven [gele arcering door advocaat Cosco c.s.]:
4.8.3.
Voor opslagkosten gelden de volgende
free daysen tarieven [gele arcering door advocaat Cosco c.s.]:
4.8.4.
Op grond van deze (op zichzelf niet betwiste) overzichten, geldt dat DND-kosten vanaf 6 december 2020 (na negen
free daysna het lossen van de containers) zijn verschuldigd en dat de opslagkosten vanaf 2 december 2020 (na vijf
free daysna het lossen van de containers) zijn verschuldigd.
4.8.5.
Het verweer van Arnesco, dat dat de ontstane vertraging bij het uithalen en retourneren van de containers aan Cosco c.s. zelf te wijten is, ziet op de gang van zaken na het lossen van de containers die heeft geleid tot het in rekening brengen van de hogere tarieven voor DND-kosten en opslagkosten. Zij heeft aangevoerd dat de opslagkosten moeten worden verminderd met € 7.030,00 en dat de DND-kosten met € 9.340,00, gelet op het gestelde tekortschieten van Cosco c.s.. Arnesco stelt dat zij niet gehouden is tot vergoeding van de DND- en opslagkosten gedurende de periode dat Cosco NL zelf in verzuim was.
4.8.6.
Om te beoordelen waaruit de vertraging tussen het lossen, ophalen en retourneren heeft bestaan en voor wiens rekening die vertraging moet komen, is de door Cosco c.s. toegelichte – en niet weersproken – gang van zaken ten aanzien van de ATO- en de PLATO-controles relevant.
4.8.7.
De ATO-aangifte en -controles zijn op 2 december 2020 afgerond. Arnesco heeft op 2 december 2020 de cognossementen voor de zeven containers gepresenteerd met het verzoek deze containers vrij te geven. Op 2 en 3 december heeft Cosco NL twee
Laat Volgensaan Arnesco gestuurd. Op 3 december heeft Cosco NL de uithaalpins (codes waarmee Arnesco de containers van de terminal van Cosco NL kan (doen) ophalen) aan Arnesco verstrekt.
4.8.8.
Tot zover valt Cosco c.s. naar het oordeel van de rechtbank geen verwijt te maken met betrekking tot de gang van zaken, omdat na de ATO-aangifte en -controles ook nog de hierna te bespreken PLATO-controles van alle zeven de containers moesten worden afgehandeld (naar aanleiding van de door Legero namens Arnesco gedane invoeraangiftes).
4.8.9.
Op 8 december 2020 heeft Legero Cosco NL verzocht om drie containers voor de PLATO-controle te laten overrijden van en naar de terminal van Cosco NL. Cosco NL heeft de ETT-dienstverlener daartoe op 9 december 2020 geïnstrueerd.
Op 10 december 2020 heeft Legero Cosco NL verzocht om de andere vier containers voor de PLATO-controle te laten overrijden van en naar de terminal van Cosco NL. Cosco NL heeft de ETT-dienstverlener daartoe (eveneens) op 10 december 2020 geïnstrueerd.
4.8.10.
Cosco c.s. heeft toegelicht dat daarna verwarring is ontstaan bij de ETT-dienstverlener omtrent het overrijden van vijf van de zeven de containers voor de PLATO-controle. Twee containers zijn pas op 22 december 2020 overgereden voor de PLATO-controle. Drie containers zijn pas op 30 december 2020 overgereden, nadat Cosco NL de ETT-dienstverlener hiertoe op 28 december 2020 nogmaals uitdrukkelijk opdracht heeft gegeven.
Cosco c.s. heeft verder toegelicht dat het overrijden van twee van de zeven containers voor de PLATO-controle wél goed is gegaan; die zijn namelijk na de eerste instructie van Cosco NL van 10 december 2020 op 14 december 2020 overgereden voor het uitvoeren van de PLATO-controle. Door de ontstane verwarring bij de ETT-dienstverlener zijn de overige vijf containers aldus niet reeds op 14 december 2020 overgereden.
4.8.11.
Cosco c.s. heeft in haar akte vermindering van eis toegelicht dat zij vanwege het voorgaande haar oorspronkelijke eis met betrekking tot DND- en opslagkosten heeft verminderd door daarop de kosten van het aantal dagen vertraging tussen 14 december 2020 en de dag waarop vijf containers uiteindelijk zijn overgereden voor de PLATO-controle in mindering te brengen. Voor twee containers geldt dat er acht
late days(de vertraging tussen 14 en 22 december 2020 in mindering zijn gebracht, voor de resterende drie containers geldt dat er zestien
late days(de vertraging tussen 14 en 30 december 2020) in mindering zijn gebracht. Voor een verdere vermindering is volgens Cosco c.s. geen enkele aanleiding, omdat de fysieke controles door de douane in normale gevallen (zonder verwarring van de ETT-dienstverlener) nu eenmaal enkele dagen in beslag kunnen nemen en dat het zeker in de periode rondom de feestdagen in december nog enkele dagen kan duren voordat de douanecontrole van de containers kan plaatsvinden.
4.8.12.
De rechtbank volgt Cosco c.s. in haar standpunt dat de douanecontroles in normale gevallen enkele dagen in beslag kunnen nemen en dat dat op zichzelf geen aanleiding is voor een (verdere) vermindering van DND- en opslagkosten. Van belang is echter dat de kerstperiode in dit geval voor verdere vertraging heeft gezorgd. De rechtbank stelt vast dat vijf van de zeven containers door de verwarring van de ETT-dienstverlener later zijn overgereden voor de PLATO-controle, waardoor deze controle in de kerstperiode heeft plaatsgevonden. Zonder deze verwarring hadden de PLATO-controles ten aanzien van deze vijf containers immers eerder – voor de kerstperiode – kunnen plaatsvinden en kunnen worden afgerond. De rechtbank ziet hierin aanleiding om, ten aanzien van de bedoelde vijf containers, de DND- en opslagkosten te verminderen met drie (3) dagen tegen het tarief van € 90,00 respectievelijk € 70,00 (zie tarievenoverzichten onder 4.9.2 en 4.9.3). De rechtbank zal de gevorderde DND-kosten toewijzen voor een bedrag van € 11.760,00 (€ 13.110,00 minus (€ 90,00 x drie dagen x vijf containers =) € 1.350,00). De rechtbank zal de gevorderde opslagkosten toewijzen voor een bedrag van € 8.582,00 (€ 9.632,00 minus (€ 70,00 x drie dagen x vijf containers =) € 1.050,00).
4.8.13.
Arnesco heeft onvoldoende onderbouwd dat Cosco NL niet voortvarend te werk is gegaan naar aanleiding van het verzoek van 6 januari 2021 van de directeur van Arnesco om nieuwe uithaalpins toe te sturen en dat in dat verband verdere vertraging is ontstaan. Cosco c.s. heeft toegelicht dat Cosco NL alleen uithaalpins verstrekt aan de op het cognossement genoemde
consignee, dat de directeur van Arnesco gebruik maakte van een e-mailadres van een andere vennootschap en dat Cosco NL op 7 januari 2021 op het verzoek heeft gereageerd waarin zij de directeur van Arnesco daarop wijst. Arnesco heeft niet inzichtelijk gemaakt hoe een en ander na 6 januari 2021 is verlopen en waarom de laatste drie containers (blijkens het onder 2.6 opgenomen overzicht) pas op 15 en 19 januari 2021 zijn opgehaald. Daarmee is haar verweer op dit punt onvoldoende onderbouwd.
4.9.
Ten aanzien van de YOC-kosten (€ 280,00) geldt het volgende.
4.9.1.
Ter zitting heeft Cosco c.s. aan de hand van haar tarievenoverzicht toegelicht dat de hoogte van de YOC-kosten € 70,00 bedraagt per 20
feet equivalent unit, dat voor twee containers de daarvoor geldende
free periodvan 13 dagen na lossing is verstreken, dat daarvoor per 40 voet container € 140,00 (tweemaal € 70,00) is verschuldigd en dat in totaal – voor twee 40 voet containers ten aanzien waarvan deze kosten in rekening zijn gebracht – een bedrag van € 280,00 aan YOC-kosten verschuldigd. Arnesco heeft dit niet weersproken, zodat dit bedrag zal worden toegewezen.
4.10.
Ten aanzien van de douanekosten (€ 6.880,00) geldt het volgende.
4.10.1.
Arnesco heeft betoogd dat Cosco c.s. niet duidelijk heeft gemaakt waar deze kosten precies op zagen en dat Cosco c.s. deze kosten daadwerkelijk hebben gemaakt nu een overzichtelijke berekening ontbreekt.
4.10.2.
Cosco c.s. heeft (ter zitting) nader toegelicht dat de douanekosten voor fysieke inspectie € 688,00 bedragen per 40 voet container. Zij heeft, naar de rechtbank begrijpt in het kader van de ATO-controles van drie containers, e-mailcorrespondentie tussen Cosco NL en Arnesco van 23 november 2020 overgelegd (productie tijdlijn 7). Daaruit blijkt zij Arnesco (voor zover relevant) het volgende heeft bericht: “
As per 1-February we have new rates for physical inspections: (…) 40FT -> EUR 688,00”. Arnesco heeft Cosco NL in reactie hierop per e-mail bericht: “
We hebben geen keus, bij deze akkoord, ik hoor graag”.
4.10.3.
Daarnaast heeft Cosco c.s. e-mailcorrespondentie tussen Cosco NL en Legero overgelegd van 9 december 2020 (productie tijdlijn 11b), naar de rechtbank begrijpt met betrekking tot de PLATO-controles. Daaruit blijkt Cosco NL Legero als volgt heeft bericht ten aanzien van de geldende tarieven: “
As per 1-February we have new rates for physical inspections: (…) 40FT -> EUR 688,00”. Legero heeft Cosco NL in reactie hierop per e-mail als volgt bericht: “
Bij deze accoord voor de kosten die gemaakt worden voor de afhandeling douane inspectie”.
4.10.4.
De rechtbank stelt op basis van deze toelichting en correspondentie vast dat Arnesco akkoord is gegaan met een tarief van € 688,00 per container in geval van een fysieke controle door de douane. Vast staat dat er drie containers zijn geselecteerd voor de ATO-controle en dat daarna alle zeven de containers zijn geselecteerd voor de PLATO-controle. In totaal hebben tien fysieke controles plaatsgevonden door de douane. Die controles zijn naar het oordeel van de rechtbank terecht aan de hand van het overeengekomen tarief daarvoor door Cosco NL aan Arnesco doorberekend. De rechtbank zal de vordering ten aanzien van de douanekosten van € 6.880,00 aldus toewijzen.
Conclusie; wettelijke handelsrente; buitengerechtelijke incassokosten; proces- en nakosten
4.11.
De rechtbank zal Arnesco aldus veroordelen tot betaling van een bedrag van € 12.040,00 aan Cosco en € 15.462,00 aan Cosco NL wegens de kosten in verband met het na de
free periodretourneren van de containers en de door Cosco NL gemaakte douanekosten. Voor een verdere matiging van de verschuldigde kosten – zoals door Arnesco is bepleit op grond van artikel 6:248 lid 2 BW – ziet de rechtbank geen aanleiding. Arnesco heeft in het licht van de door Cosco c.s. gegeven toelichting op de verschuldigdheid en (de opbouw van) de kosten onvoldoende gemotiveerd gesteld waarom de kosten onredelijk hoog zouden zijn of in geen verhouding staan tot de door Cosco c.s. gemaakte kosten, dan wel waarom de
free periodonredelijk kort zou zijn.
4.12.
De wettelijke handelsrente is niet betwist is op grond van artikel 6:119a BW toewijsbaar vanaf de vervaldata van de facturen van Cosco c.s. Nu Cosco c.s. haar vordering heeft verminderd en de rechtbank terzake van vijf containers nog een aftrek van drie dagen heeft toegepast in verband met de DND- en opslagkosten, wijkt de toewijsbare hoofdsom af van de door Cosco c.s. gefactureerde bedragen waarop zij haar wettelijke rente vordering heeft gebaseerd. De rechtbank zal voor de ingangsdatum van de wettelijke rente dan ook aansluiten bij de datum van de laatst verzonden factuur, te weten 20 januari 2021 door Cosco en 29 januari 2021 door Cosco NL.
4.13.
De rechtbank zal de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 1.026,00 toewijzen. Niet (langer) in geschil is dat Cosco NL op zichzelf buitengerechtelijke incassokosten op grond van artikel 14 lid 5 van de cognossementsvoorwaarden kan vorderen. Arnesco heeft, in het licht van de toelichting van Cosco NL dat zij pogingen heeft gedaan om Arnesco tot minnelijke betaling te bewegen, onvoldoende gemotiveerd betwist dat de gevorderde kosten in feite kosten ter inleiding van deze procedure betreffen.
4.14.
Arnesco zal als de overwegend in het ongelijk te stellen partij in de kosten aan de zijde van Cosco c.s. worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Cosco c.s. worden begroot op:
- dagvaarding € 90,67
- griffierecht € 2.076,00
- salaris advocaat €
2.785,00(2,5 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 4.951,67
4.15.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5..De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Arnesco om aan Cosco te betalen een bedrag van € 12.040,00, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in art. 6:119a BW vanaf 20 januari 2021 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt Arnesco om aan Cosco NL te betalen een bedrag van € 15.462,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in art. 6:119a BW vanaf 29 januari 2021 tot de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt Arnesco om aan Cosco NL te betalen een bedrag van € 1.026,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten;
5.4.
veroordeelt Arnesco in de proceskosten, aan de zijde van Cosco c.s. tot op heden begroot op € 4.951,67, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.5.
veroordeelt Arnesco in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het anders of meer gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Witkamp en in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2022.
[3266/2054]