7.3.2.Rapportages
De psychiater [naam psychiater01] heeft een Pro Justitia Rapportage over de verdachte opgemaakt gedateerd 16 september 2022. Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven en voor zover van belang – het volgende in.
Er is sprake van een stoornis in het gebruik van de middelen cocaïne en cannabis. Aangetoond is dat de verdachte ten tijde van het delict onder invloed was van cocaïne. Het beïnvloedde niet de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde. Vanuit gedragsdeskundig oogpunt is er geen reden om het ten laste gelegde vanuit zijn verslaving verminderd toe te rekenen. Er zijn geen aanwijzingen voor psychotische symptomen. Vanuit collaterale informatie zijn er aanwijzingen voor paranoïdie. Aangezien onvoldoende zicht is op het delictscenario en de verdachte het ten laste gelegde ontkent, valt niet geheel uit te sluiten dat het ten laste gelegde is voortgekomen vanuit paranoïdie (mogelijk als gevolg van middelengebruik) of vanuit een heel andersoortig conflict. Geadviseerd wordt om verdachte het ten laste gelegde volledig toe te rekenen bij een bewezenverklaring.
Het recidiverisico op gewelddadig gedrag wordt laag tot matig ingeschat. De risicofactoren die naar voren komen zijn: een geschiedenis van problemen met antisociaal gedrag, middelengebruik en problemen met relaties, werk en respons op toezicht. De verdachte heeft recente problemen met gedragsmatige instabiliteit en toekomstige problemen met stress en
coping. De verdachte heeft ook stressvolle levensomstandigheden.
Als beschermende factoren kunnen worden aangemerkt dat verdachte een ondersteunend netwerk heeft, positieve levensdoelen aanwezig zijn en hij een hechte band heeft met een prosociale volwassene. Aangezien de verdachte niet werd belemmerd in zijn wils- en keuzevrijheid om bepaalde keuzes te maken vanuit een psychische stoornis, kan er geen interventie-advies worden gegeven om het recidiverisico te doen verlagen. Van de verdachte wordt verwacht om in de toekomst een dergelijk relationeel conflict op een andere manier op te lossen, zonder daarmee tot delictgedrag te komen. Vanuit zorgoogpunt wordt een behandeling voor de cannabis- en cocaïneverslaving bij een verslavingsinstelling geadviseerd. Dit zou door middel van vrijwillige aanmelding van de verdachte via de huisarts kunnen worden gerealiseerd.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
De psycholoog [naam psycholoog01] heeft een Pro Justitia Rapportage over de verdachte opgemaakt gedateerd 19 september 2022. Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven en voor zover van belang – het volgende in.
De verdachte was bereid om aan het onderzoek mee te werken. De verdachte lijdt niet aan een psychische stoornis en/of verstandelijke handicap. Ten tijde van het hem ten laste gelegde was daar evenmin sprake van.
Het ten laste gelegde kan het best worden begrepen vanuit een cultureel bepaald relationeel conflict. Aangever zou naar de vrouw van de verdachte hebben gekeken en zelfs na meerdere waarschuwingen van de zijde van verdachte daarmee door zijn gegaan. Verdachtes handelen wordt in de Turkse cultuur gedoogd, als normaal gedrag geaccepteerd of zelfs aanbevolen onder deze omstandigheden. Het komt niet voort uit antisociale overtuigingen. Er worden geen aanwijzingen gevonden voor persoonlijkheidsproblematiek of problemen op het gebied van psychoseksueel functioneren. Wel is bij de verdachte een stoornis in het gebruik van een
stimulantium(cocaïne) in matige zin vastgesteld en zou hij ten tijde van de aanhouding onder invloed zijn geweest. Bij de verdachte wordt echter geen patroon van problematisch gedrag vastgesteld, ook niet in combinatie met zijn cocaïnegebruik. Aan de rechtbank wordt geadviseerd om verdachte het hem ten laste gelegde (bij bewezen feiten) volledig toe te rekenen.
De risicofactoren die naar voren komen zijn: een geschiedenis van problemen met antisociaal gedrag als volwassene (vanuit geldtekort door cocaïnegebruik) en middelengebruik. Voorts is sprake van een vermijdende
coping.
Als beschermende factoren kunnen worden aangemerkt dat bij de verdachte sprake is van een hechte band in de kindertijd, empathisch vermogen, enigszins functionele
copingstrategieën (zij het: voornamelijk vermijdend) en zelfcontrole. Verdachte heeft vrijetijdsbesteding, motivatie voor behandeling en positieve levensdoelen met betrekking tot zijn rol als vader en partner van zijn vrouw. De verdachte heeft een prosociaal en ondersteunend netwerk en een stabiele relatie met zijn vrouw.
De bovenstaande risico- en beschermende factoren afgewogen wordt het recidiverisico ingeschat op laag/matig. Vanuit klinisch oogpunt wordt het recidiverisico ingeschat op laag, omdat de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde niet vanuit een psychische stoornis werd belemmerd in zijn wils- en keuzevrijheid. Verdachte zal derhalve in de toekomst ook vrij zijn om in vergelijkbare situaties andere keuzes te maken. Bij afwezigheid van een psychische stoornis is immers het gehele spectrum aan gedragsalternatieven beschikbaar voor hem.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
De rechtbank heeft kennis genomen van het rapport van de Reclassering Nederland gedateerd op 14 november 2022. Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven en voor zover van belang – het volgende in.
De criminogene factoren die mogelijk tot het ten laste gelegde hebben geleid zijn de spanningen omtrent de relatie van de verdachte en zijn partner en de verslavingsproblematiek van de verdachte. Verdachte is gediagnosticeerd met een cannabis- en cocaïneverslaving en tevens is sprake van een schuldenproblematiek. Op dit moment zit de verdachte in de ziektewet, vanwege lichamelijke problemen. In het verleden heeft de verdachte een ambulant traject gevolgd bij Bouwman GGZ en is hij kortdurend opgenomen geweest in een Antes kliniek vanwege zijn verslavingsproblematiek. Desondanks is hij niet volledig van zijn verslaving af. De verdachte staat open voor begeleiding en hulpverlening en ervaart een aanzienlijke lijdensdruk vanwege zijn verslaving. De reclassering heeft als mogelijk beschermende factoren kunnen constateren: de motivatie van de verdachte om aan zijn verslavingsproblematiek te werken, de verantwoordelijkheid die hij voelt ten aanzien van zijn gezin en de steun die hij van hen ervaart. Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld evenals het risico op letselschade. Het risico op onttrekking aan voorwaarden wordt ingeschat als laag. Bij een veroordeling wordt een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname) en een contactverbod met de aangever.