ECLI:NL:RBROT:2022:10672

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
7 december 2022
Zaaknummer
10/242821-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak met betrekking tot voorbereidingshandelingen voor invoer van cocaïne

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 december 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 2000 en ingeschreven op een adres in Rotterdam. De verdachte werd samen met vijftien anderen aangetroffen op de terminal van Rotterdam World Gateway op 9 september 2021. Tijdens het onderzoek op de terechtzitting, dat plaatsvond op 1 december 2022, werd vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten in een container waren aangetroffen, waarin ook diverse voorwerpen zoals mobiele telefoons en doorgeknipte containerzegels aanwezig waren. De officier van justitie, mr. S. Sondermeijer, had vrijspraak gevorderd, en ook de verdediging concludeerde tot vrijspraak van het ten laste gelegde feit.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel de omstandigheden waaronder de verdachte was aangetroffen verdacht waren en in strijd met artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht, er onvoldoende concrete aanknopingspunten waren om de verdachte te verbinden aan het opzettelijk treffen van voorbereidingshandelingen voor de invoer van verdovende middelen, in dit geval cocaïne. Er ontbrak een duidelijke link met een specifieke container of andere concrete feiten die in verband konden worden gebracht met de verdovende middelen. Gelet op de huidige jurisprudentie oordeelde de rechtbank dat de verdachte vrijgesproken diende te worden van het ten laste gelegde feit.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/242821-21
Datum uitspraak: 2 december 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2000,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsman mr. M.E. Pennings, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 1 december 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S. Sondermeijer heeft vrijspraak van het ten laste gelegde gevorderd.

4..Vrijspraak

4.1.
Standpunt verdediging
Ook de verdediging heeft geconcludeerd tot vrijspraak van het ten laste gelegde.
4.2.
Beoordeling
De verdachte is samen met zijn medeverdachten op 9 september 2021 aangetroffen op de terminal van Rotterdam World Gateway te Rotterdam. De in totaal vijftien verdachten zaten in een container in module/stack 25 of 26. In die container zijn naast de verdachten onder andere een tas, 30 mobiele telefoons en powerbanks aangetroffen. De mobiele telefoons waren beschadigd doordat er overheen was geürineerd. In de tas zaten doorgeknipte containerzegels. In de omgeving van stack 9 en 10 is op een later moment een pakket aangetroffen, volgens een indicatieve test met cocaïne. Nader identificerend onderzoek heeft niet plaatsgevonden.
De omstandigheden waaronder de verdachte is aangetroffen zijn zeer verdacht. Aanwezigheid van de verdachte ter plaatse is in strijd met artikel 461 Wetboek van Strafrecht en zou inmiddels ook op grond van artikel 138aa Wetboek van Strafrecht strafbaar kunnen zijn. Er zijn echter onvoldoende concrete aanknopingspunten in het onderhavige dossier op grond waarvan de verdachte in verband kan worden gebracht met het opzettelijk treffen van voorbereidingshandelingen met betrekking tot invoer van verdovende middelen, in het bijzonder cocaïne, zoals ten laste is gelegd. Er is geen voldoende concrete link met een specifieke container op de terminal, een te verwachten container en/of andere concrete feiten en omstandigheden die in verband kunnen worden gebracht met verdovende middelen, laat staan specifiek met cocaïne. Mede gelet op de stand van de huidige jurisprudentie is de rechtbank van oordeel dat de verdachte daarom dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.A.M. Cooijmans, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en M.J.M. van Beckhoven, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens, griffier,
en uitgesproken op 2 december 2022.
Bijlage
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 09 september 2021 te Rotterdam, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te
weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren,
verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van
een (handels)hoeveelheid cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te (doen)
plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het
plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te
vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit
hebbende/is verdachte en/of (een of meer van) zijn, verdachtes,
mededader(s)
-onbevoegd het het RWG-terrein aan de Amoerweg betreden, en/of
-één of meer container(s) opengebroken, en/of
-20 dozen uit de container [containernummer01] overgeplaatst naar de (lege) container
[containernummer02] , en/of
-in container [containernummer02] de dozen opengemaakt en/of
-30 (organisatie)telefoons, een kniptang en sporttassen voorhanden gehad;
(art 10 lid 4 Opiumwet, art 10 lid 5 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 2 alinea Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1, 2 en 3 Wetboek van Strafrecht)
(art 10 lid 4 Opiumwet, art 10 lid 5 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 3 alinea Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)