ECLI:NL:RBROT:2022:10671
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak met betrekking tot voorbereidingshandelingen voor invoer van cocaïne
In de zaak tegen de verdachte, geboren op [geboortedatum01] 1992 en ingeschreven op het adres [adres01], heeft de rechtbank Rotterdam op 2 december 2022 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk voorbereiden van de invoer van cocaïne, zoals ten laste gelegd in de dagvaarding. De feiten zijn als volgt: op 9 september 2021 werd de verdachte samen met vijftien anderen aangetroffen in een container op de terminal van Rotterdam World Gateway. In de container werden onder andere beschadigde mobiele telefoons en doorgeknipte containerzegels aangetroffen. Er was een pakket gevonden dat volgens een indicatieve test cocaïne bevatte, maar nader onderzoek ontbrak.
De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden waaronder de verdachte was aangetroffen verdacht waren, maar dat er onvoldoende concrete aanknopingspunten waren om de verdachte te verbinden aan de voorbereidingshandelingen voor de invoer van verdovende middelen. Er ontbrak een duidelijke link met een specifieke container of andere relevante feiten die de beschuldiging konden onderbouwen. Gezien de huidige jurisprudentie oordeelde de rechtbank dat vrijspraak op zijn plaats was. De officier van justitie had ook vrijspraak gevorderd, en de verdediging had hetzelfde standpunt ingenomen. De rechtbank verklaarde het ten laste gelegde feit niet bewezen en sprak de verdachte vrij.