In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een gedwongen schuldregeling, ingediend door verzoekster op 18 augustus 2022. Verzoekster, die parttime werkt als schoonmaakster, heeft een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, maar Nationale Nederlanden (NN), de grootste schuldeiser met een vordering van € 50.119,78, heeft geweigerd in te stemmen met deze regeling. NN stelde dat het aangeboden bedrag te laag was en dat verzoekster niet het maximaal haalbare had aangeboden, aangezien zij niet had aangetoond dat zij niet fulltime kon werken.
De rechtbank heeft de belangen van NN zwaarder laten wegen dan die van verzoekster. Hoewel verzoekster lichamelijke klachten heeft na een auto-ongeluk in 2018, heeft zij onvoldoende bewijs geleverd dat zij niet in staat is om fulltime te werken. De rechtbank merkte op dat verzoekster geen recente medische keuring had overgelegd en dat haar arbeidsongeschiktheid slechts tijdelijk was. Bovendien had verzoekster niet actief gesolliciteerd naar een fulltime functie, wat ook door de schuldhulpverlening niet werd gevraagd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek om NN te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen, omdat de belangen van de weigerende schuldeiser in dit geval zwaarder wegen dan die van verzoekster en de overige schuldeisers. De rechtbank zal in een aparte beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.