Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoeker;
- mevrouw [naam persoon 1] , werkzaam bij Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening).
- verzoekers;
- mevrouw [naam persoon 2] en mevrouw [naam persoon 3] , beiden werkzaam bij Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening).
2..Het verzoek
3..Het verweer
4..De beoordeling
€ 14.000,00. De rechtbank had vragen met betrekking tot de verkoop en afwikkeling hiervan. Verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij een ongeluk heeft gehad en dat de auto total loss was gereden. Verzoeker heeft daarna verschillende auto’s gehuurd om op zijn werk te komen. Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat geen sprake was van kwade trouw bij het aangaan van de huurovereenkomst met Bonju. Verzoeker had immers een goed inkomen ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst, te weten 1 november 2020, en zijn onderneming is opgeheven per 23 maart 2021.