ECLI:NL:RBROT:2022:10609

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 oktober 2022
Publicatiedatum
6 december 2022
Zaaknummer
C/10/638500 / JE RK 22-1172
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 oktober 2022 een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 14 januari 2023, na een zorgvuldige afweging van de belangen van [voornaam minderjarige]. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de bijzondere curator, de moeder en een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren. De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan de persoonlijk mentor van [voornaam minderjarige].

De feiten van de zaak zijn als volgt: [voornaam minderjarige] verblijft sinds januari 2022 bij de Studio’s van Horizon en is onder toezicht gesteld bij beschikking van 14 juli 2021. De GI heeft verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, omdat er een gezinsinterventie nodig is om de gezinsrelaties te herstellen. De moeder heeft haar instemming gegeven met het voorgestelde plan, dat gericht is op een terugplaatsing van [voornaam minderjarige] naar huis in januari 2023.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de verlenging van de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige]. Er zijn positieve ontwikkelingen waarneembaar, zoals de samenwerking tussen de betrokken hulpverlening en de GI. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beschikking onmiddellijk van kracht is, en heeft de belanghebbenden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaaknummer: C/10/638500 / JE RK 22-1172
datum uitspraak: 20 oktober 2022
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2005 te [geboorteplaats minderjarige] ( [geboorteland minderjarige] ), hierna te noemen: [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats] ,

mr. L.A.E. TIMMER, hierna te noemen: de bijzondere curator, te Rotterdam.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 29 juni 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de briefrapportage met bijlage van de GI van 12 oktober 2022, ingekomen bij de griffie op 14 oktober 2022.
Op 20 oktober 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] , die ook apart is gehoord, in bijzijn van de bijzondere curator;
- de bijzondere curator;
- de moeder;
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan dhr. [naam mentor] , de persoonlijk mentor van [voornaam minderjarige] bij de Studio’s van Horizon.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] verblijft in de Studio’s van Horizon.
Bij beschikking van 14 juli 2021 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna verlengd, voor het laatst tot de achttienjarige leeftijd van [voornaam minderjarige] , te weten 1 juli 2023.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 29 juni 2022 de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengd tot
14 november 2022.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van zes maanden, waarvan nu de periode tot uiterlijk 14 januari 2023 resteert.

De standpunten

De GI heeft het resterende deel van het verzoek gehandhaafd. Gelet op de wens van [voornaam minderjarige] om weer thuis te wonen, heeft de GI bekeken wat hiervoor nodig is. Er zijn nieuwe gezinscoaches vanuit de Studio’s betrokken, met wie [voornaam minderjarige] een goede klik heeft. Er zal een gezinsinterventie plaatsvinden met alle gezinsleden. Ook wordt er een verlofplan met veiligheidsafspraken opgesteld. Een van de afspraken zal zijn dat de Studio’s als time-out plek voor [voornaam minderjarige] fungeert voor het moment dat het haar thuis teveel wordt. [voornaam minderjarige] kan op die manier tot rust komen. Vervolgens zal zij weer terugkeren naar huis en wordt dit opgepakt met de gezinscoaches. De GI is in afwachting van de resultaten van het psychodiagnostisch onderzoek van [voornaam minderjarige] . De inzet van psycho-educatie voor de overige gezinsleden vindt de GI belangrijk, zodat zij leren hoe zij beter met [voornaam minderjarige] kunnen omgaan. Het streven is dat [voornaam minderjarige] in januari 2023 weer volledig thuis woont.
De moeder heeft naar voren gebracht dat zij het eens is met het voorgestelde plan en de hulpverlening die ingezet gaat worden.
Door en namens [voornaam minderjarige] is medegedeeld dat [voornaam minderjarige] het liefst naar huis wil, maar dat zij achter het voorgestelde traject staat. De hulpverlening is goed op elkaar ingespeeld.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat de verlenging van de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek).
Sinds januari 2022 verblijft [voornaam minderjarige] bij de Studio’s van Horizon, waar zij een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Nu er sprake is van een verstoord gezinssysteem, is er in de afgelopen periode ingezet op het herstellen van de gezinsrelaties. Het gezin wordt begeleid door gezinscoaches en hierdoor is er meer inzicht verkregen in de gezinsproblematiek. Hieruit komt naar voren dat het noodzakelijk is dat er een gezinsinterventie met alle gezinsleden plaatsvindt. Ook het psychodiagnostisch onderzoek van [voornaam minderjarige] is inmiddels afgerond. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek kan er passende individuele behandeling worden ingezet voor [voornaam minderjarige] . Daarnaast wordt de inzet van psycho-educatie voor de overige gezinsleden van belang geacht, zodat zij meer inzicht krijgen in de problematiek van [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter complimenteert [voornaam minderjarige] voor de grote stappen die zij maakt en hoopt dat zij deze positieve lijn ook in de komende periode weet vast te houden. Daarnaast is het positief dat er een goede samenwerking en vertrouwen is tussen de betrokken hulpverlening, de GI, de bijzondere curator en de moeder. Dit maakt dat [voornaam minderjarige] ook op moeilijke momenten, die er nog wel zijn, goed kan worden opgevangen. Gelet op al deze positieve ontwikkelingen zal er onder begeleiding van de hulpverlening stapsgewijs worden toegewerkt naar een thuisplaatsing van [voornaam minderjarige] . Daarbij zal er een verlofplan met duidelijke veiligheidsafspraken wordt opgesteld. Een van die afspraken zal zijn dat de Studio’s als time-out plek voor [voornaam minderjarige] kan fungeren. Om de kans zo groot mogelijk te maken dat de terugplaatsing succesvol is, is het (gelet op de veiligheidsafspraken) noodzakelijk dat gedurende de eerste periode een plek bij de Studio’s beschikbaar blijft. Ook is het belangrijk dat de gezinscoaches betrokken blijven om het gezin te blijven ondersteunen. Het uitgangspunt waar naar toe wordt gewerkt is dat een volledige thuisplaatsing in januari 2023 is gerealiseerd.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] verlengen voor de verzochte duur, te weten tot 14 januari 2023.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 14 januari 2023;
verklaart de beslissing tot uithuisplaatsing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2022 door mr. K.J. van den Herik, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 8 november 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.