Wat de rechtbank vindt
7. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres per 1 augustus 2020 voor 38,82% arbeidsongeschikt is. De rechtbank zal dat uitleggen.
8. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
9. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. De verzekeringsarts benoemt dat eiseres een uitgebreid overzicht van haar klachten en een kopie van verschillende specialisten waar zij onder behandeling is, heeft opgestuurd. Ook is extra informatie opgevraagd en verkregen van de specialist waar zij voor mentale klachten onder behandeling is. Het spreekuur heeft telefonisch plaatsgevonden in verband met Covid-19 op 18 maart 2020 en 15 april 2020. De verzekeringsarts beschrijft onder andere de klachten van eiseres, het dagverhaal, de diagnose en de prognose.
10. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapporten heroverwogen. Hij heeft het dossier en de informatie van de behandelaars bestudeerd. Ook heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep de medische informatie bestaande uit verschillende brieven van specialisten over de periode van 16 januari 2001 tot en met 26 januari 2021 meegenomen in zijn beoordeling. Dit betreft de medische informatie die eiseres heeft ingebracht in bezwaar. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft zijn heroverweging gebaseerd op dossierstudie en eiseres niet gezien en/of gesproken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep benoemt dat hij geen noodzaak zag voor een spreekuur, omdat er voldoende medische gegevens aanwezig zijn voor een beoordeling. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts.
11
.Over de medische informatie die eiseres in beroep heeft opgestuurd, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gesteld dat de stukken geen nieuwe inzichten in de belastbaarheid van eiseres op datum in geding geven. Meerdere aandoeningen zijn ontstaan in de loop van 2021. Eventuele verergeringen of nieuwe beperkingen op basis hiervan zijn ruim na datum in geding ontstaan en hebben daardoor geen betrekking op de heroverweging. De overige genoemde klachten en aandoeningen hebben betrekking op de reeds in primair en in bezwaar aangenomen beperkingen op basis van reeds bekende diagnoses.
12. De rechtbank vindt dat het medisch onderzoek in bezwaar zorgvuldig is verricht. Zij zal dat hierna uitleggen. De verzekeringsartsen hebben alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in hun beoordeling. Eiseres is door de primaire verzekeringsarts telefonisch gesproken en psychisch onderzocht. Hoewel de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiseres niet heeft gesproken en/of lichamelijk heeft onderzocht ziet de rechtbank hierin in dit geval geen aanleiding om het medisch onderzoek niet zorgvuldig te achten. Hierbij is van belang dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft toegelicht wat maakt dat een fysiek (lichamelijk) onderzoek geen aanvullende waarde zou hebben gehad. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft daarbij betrokken dat het dossier uitgebreide medische informatie over de jaren heen van de behandelaars bevat. Verder zijn in de telefoongesprekken die de verzekeringsarts met eiseres heeft gevoerd geen aanwijzingen voor psychiatrische of cognitieve stoornissen naar voren gekomen. Nu de beperkingen die zijn aangenomen al fors zijn, gelet op de medisch objectiveerbare klachten, is niet te verwachten dat een fysiek onderzoek zou hebben geleid tot nog verdergaande beperkingen.
13. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De verzekeringsartsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
14. De verzekeringsarts gaat uit van de diagnoses fibromyalgie; gewrichtspijn (artrose niet nader gespecificeerd); knieklachten links (op basis van geringe artrose en mogelijk meniscus letsel); myalgie/spierpijn (chronisch pijnsyndroom), cervicobrachialgie klachten; posttraumatische stress stoornis en overige niet persoonlijkheidsstoornis. Eiseres ervaart klachten aan de rug en de linkerknie. De verzekeringsarts acht het plausibel om beperkingen te geven voor geknield en/of gehurkt actief zijn, klimmen, trappenlopen, lang staan (ook tijdens het werk) en lang lopen (ook tijdens het werk). Tillen en/of trekken worden beperkt en ook wordt een beperking opgenomen op het vlak van frequent zware lasten hanteren. Verder gezien de artrose en pijnklachten worden trillingen op het hele lichaam beperkt. Eiseres ervaart nog steeds mentale klachten. Uit de aanwezige medische informatie en eigen onderzoek ziet de verzekeringsarts reden om de eerder gestelde beperkingen in persoonlijk en sociaal functioneren te handhaven en om enige beperkingen extra aan te nemen. Het gaat om beperkingen op het vlak van uiten van gevoelens, samenwerken en werkzaamheden met klanten en/of patiënten. Eiseres heeft geen intensieve therapie meer waarvoor een urenbeperking aangenomen moet worden. Wel wordt overwerk ontraden. Ook wordt op preventieve gronden (mentaal) nog een urenbeperking gegeven voor 8 uur per dag en 32 uur per week.
15
.De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in de rapporten van 4 januari 2021 en 8 februari 2021 uiteengezet waarom de conclusie van de verzekeringsarts over de belastbaarheid van eiseres in stand kan blijven. De aangenomen beperkingen zijn consistent met de klachten en de mate waarin eiseres nog kan functioneren in het dagelijks leven kijkend naar de anamnese, sociale activiteiten en het dagverhaal. Hieruit volgt dat er objectief gezien benutbare mogelijkheden zijn. Eiseres voldoet dan ook niet aan de uitzonderingen die worden genoemd in het Schattingsbesluit. Hoewel eiseres meer beperkingen ervaart, worden geen ernstige aandoeningen vermeld in de medische informatie. Dat er sprake zou zijn van verergering van de aandoeningen is ondanks de claim niet objectief onderbouwd in de medische gegevens. De binnengekomen informatie in januari 2021 werpt ook geen nieuw licht op de medische situatie van eiseres op de datum in geding. Ook ziet deze informatie deels op data na de datum in geding. De in bezwaar genoemde aandoeningen zijn reeds beschreven in de verzekeringsgeneeskundige WIA rapporten van 2017 en 2020. Overigens leidt een objectief bepaalde verergering van een aandoening niet altijd tot verslechtering van de belastbaarheid en meer beperkingen in de FML. Ondanks voornoemde zijn er bij de primaire beoordeling meer beperkingen in de FML aangenomen dan in de beoordeling van 2017 om tegemoet te komen aan de ervaren verergering van de klachten en de nieuwe gewrichtsklachten (onder andere knieklachten) van eiseres, aldus de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
16
.Eiseres stelt dat onvoldoende rekening is gehouden met haar medische situatie en dat zij niet in staat is om te werken. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Ook vindt de rechtbank dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd in de rapporten van 21 juni 2021 en 22 september 2022 waarom de in beroep overgelegde stukken geen reden vormen om meer of andere beperkingen aan te nemen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 21 juni 2021 toegelicht dat het nog steeds gaat over de artrose in nek en rug, PDS/IBS, knieklachten links (artrose, geen meniscusleasie) en klemgedrag van de kaak. Voor de nek-, rug- en knieklachten zijn diverse dynamische en statische beperkingen opgenomen. Voor de IBS en het klemgedrag van de kaak zijn er geen direct werkgerelateerde beperkingen aan te nemen, maar zijn wel spanning verlagende persoonlijke en sociale beperkingen aangenomen ter preventie van deze klachten. Verder wordt door eiseres gesproken over hartklachten, maar deze zijn niet gebleken uit zowel de aanvullende medische gegevens in beroep als de eerdere medische gegevens. Wel is er een verslag van een bezoek aan de SEH wegens pijn op de borst, echter zonder hartklachten, maar waarschijnlijk op basis van ribklachten. Ook de gegevens van de psychiater geven geen contra-indicatie voor werk. Daarnaast is met de psychische klachten van eiseres al rekening gehouden op het vlak van persoonlijke en sociale beperkingen. Ook is preventief een urenbeperking aangenomen van 32 uur per week in verband met recuperatie. Met deze aangenomen urenbeperking is ook rekening gehouden met de verminderde beschikbaarheid wegens behandelingen en onderzoeken bij haar behandelaars. De rechtbank ziet geen aanleiding de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet te volgen. Daarbij is van belang dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gereageerd op de medische informatie die door eiseres in de procedure is ingebracht en daarbij navolgbaar heeft gemotiveerd waarom deze informatie volgens hem niet tot een andere inschatting van de medische beperkingen leidt.
17. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de medische onderbouwing van het besluit.
De arbeidskundige beoordeling
18. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de FML functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan doen. Het gaat om:
- (553020) Archiefmedewerker;
- (111180) Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten);
- (267051) Monteur printplaten.
19. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in het rapport aangegeven dat één van de eerder geduide functies namelijk de functie “montagemedewerker, nr. 3697.0026.067 in SBC-code 267051” niet geschikt is vanwege een overschrijding ten aanzien van item 1.9.4. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft deze functie verworpen en opnieuw het CBBS geraadpleegd. Binnen dezelfde SBC-code heeft zij een andere passende functie gevonden die soortgelijk is aan de primair geduide functie. Daarmee voldoet de nieuwe functieselectie aan de criteria van het Schattingsbesluit. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in het rapport voldoende uitgelegd waarom deze functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiseres. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen. Uitgaande van de juistheid van de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
20. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 1 augustus 2020 met de middelste van deze functies 61,18% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als verzorgende IG, zodat eiseres voor de overige 38,82% arbeidsongeschikt is.