ECLI:NL:RBROT:2022:10420

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 november 2022
Publicatiedatum
30 november 2022
Zaaknummer
C/10/645616 / JE RK 22-2313
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervanging van de gecertificeerde instelling in een ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 november 2022 uitspraak gedaan over het verzoek van de vader om de gecertificeerde instelling (GI) die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling van zijn kinderen te vervangen door de GI Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering. De vader heeft aangevoerd dat de huidige GI niet adequaat functioneert en dat de situatie van de kinderen verslechtert door de betrokkenheid van de GI. Hij stelt dat de moeder de kinderen bij de procedures betrekt en dat de GI hier niets aan doet. De vader vindt het belangrijk dat de kinderen niet verder worden belast met de juridische procedures en dat er gewerkt wordt aan contactherstel met de kinderen.

De moeder heeft daarentegen betoogd dat er al stappen zijn gezet in de omgang tussen de vader en de jongste kinderen en dat een wijziging van de GI onrust zal veroorzaken. De Raad voor de Kinderbescherming heeft aangegeven dat het nog niet zeker is of de nieuwe GI in staat is om de zaak op zich te nemen en dat de focus moet liggen op de huidige omgangsregeling.

Na de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter geoordeeld dat het verzoek van de vader moet worden afgewezen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de huidige GI, Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, moet blijven, omdat de positieve ontwikkelingen in de omgang tussen de vader en de kinderen niet verstoord mogen worden. De kinderrechter heeft benadrukt dat het in het belang van de kinderen is om de rust te handhaven en dat een nieuwe GI alleen maar extra belasting zou veroorzaken. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is schriftelijk vastgesteld op 17 november 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/645616 / JE RK 22-2313
Datum uitspraak: 4 november 2022
Beschikking van de kinderrechter over de vervanging van de gecertificeerde instelling
in de zaak van

[naam01] ,

hierna te noemen: de vader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. S. Kranendonk, te Rotterdam,
betreffende

[naam kind01] , geboren op [geboortedatum01] 2005 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam kind01] ,

[naam kind02] , geboren op [geboortedatum02] 2006 te [geboorteplaats02] ,

hierna te noemen: [naam kind02] ,

[naam kind03] , geboren op [geboortedatum03] 2011 te [geboorteplaats03] ,

hierna te noemen: [naam kind03] ,

[naam kind04] , geboren op [geboortedatum04] 2013 te [geboorteplaats04] ,

hierna te noemen: [naam kind04] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam02] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. R.E. Gout-de Kreek, te Heenvliet,

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de vader van 30 september 2022, ingekomen bij de griffie op 4 oktober 2022;
- de brief met bijlage van de advocaat van de vader van 14 oktober 2022, ingekomen bij de griffie op 14 oktober 2022;
- de e-mail van de advocaat van de moeder met bijlage van 1 november 2022;
- het verweerschrift van de GI van 31 oktober 2022, ingekomen bij de griffie op 2 november 2022;
- de aanvullende stukken van de advocaat van de vader van 3 november 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de aanvullende stukken van de advocaat van de moeder van 3 november 2022, ingekomen bij de griffie op 4 november 2022;
- de pleitnotitie van de advocaat van de moeder, overgelegd ter zitting van 4 november 2022;
- de pleitnotitie van de advocaat van de vader, overgelegd ter zitting van 4 november 2022.
Op 4 november 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [naam kind02] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam03] .
Opgeroepen en niet verschenen met bericht van afwezigheid vooraf is een vertegenwoordiger van de GI. Tevens is er niemand verschenen van de GI Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] , [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind01] , [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] wonen bij de moeder.
Bij beschikking van 10 augustus 2020 zijn [naam kind01] , [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 10 februari 2023.

Het verzoek

De vader verzoekt de kinderrechter om de GI die de ondertoezichtstelling uitvoert te vervangen door de GI Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Namens en door de vader wordt – kort en zakelijk weergegeven en overeenkomstig de pleitnotitie – ter zitting het volgende naar voren gebracht. De vader handhaaft het verzoek ter zitting en stelt dat hij het van belang vindt dat de kinderen niet worden belast met de procedures die er lopen bij de rechtbank. De moeder betrekt de kinderen keer op keer bij de procedures. De moeder zet de kinderen daarnaast op tegen de vader. Zo wordt [naam kind01] aangezet tot het doen van aangifte tegen zijn vader en het bang maken van zijn zusjes. De GI doet hier vervolgens helemaal niets aan en gaat er zelfs in mee. De vader vindt het kwalijk dat de GI nooit aan hem heeft gevraagd wat er is voorgevallen tussen [naam kind01] en hem.
Sinds de verlenging van de ondertoezichtstelling van 7 juli 2022 is de situatie alleen maar verslechterd en geraken de kinderen steeds verder klem tussen de ouders. Het vertrouwen van de vader in de GI is ernstig beschadigd. Aan contactherstel tussen de vader en [naam kind02] en [naam kind01] wordt door de GI niet gewerkt ondanks de opdracht daartoe van de rechtbank. De GI heeft te maken met tekorten, hoge werkdruk en veel wisselingen waarvoor zij eerder al excuses hebben gemaakt. De Raad heeft de vader geadviseerd om contact te zoeken met de GI Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering omdat zij wel de capaciteiten in huis hebben om de ondertoezichtstelling uit te voeren. Op basis hiervan en omdat het in het belang van de kinderen is, verzoekt de vader om het verzoek toe te wijzen.

Het standpunt van de belanghebbende

Namens en door de moeder wordt – kort en zakelijk weergegeven en overeenkomstig de pleitnotitie – ter zitting het volgende naar voren gebracht. De moeder stelt dat er rust is en de omgang tussen de vader en [naam kind03] en [naam kind04] is hersteld. [naam kind01] en [naam kind02] zijn hier nog niet aan toe. Er zijn dus wel degelijk stappen gezet. Alleen al deze zitting zorgt voor onrust bij de oudste kinderen. Die krijgen immers een oproep en stukken. Met een wijziging van de GI zal de onrust voor de kinderen verder toenemen. De moeder is van mening dat een wijziging van de GI het beoogde doel niet zal realiseren. Dit zal namelijk betekenen dat de nieuwe GI de situatie opnieuw zal moeten beoordelen. Dit kost veel tijd, meer tijd dan resteert in de huidige ondertoezichtstelling. Een verlenging van de ondertoezichtstelling is daarbij niet in het belang van de kinderen, die behoefte hebben aan rust. Op dit moment worden er stappen gezet op het tempo van de kinderen en de vader zal zich hiernaar moeten schikken.

Het standpunt van de Raad

De Raad heeft ter zitting naar voren gebracht dat het gesprek dat de vader met de raadsmedewerker heeft gehad niet moet worden gezien als een advies, maar meer als een mogelijke optie die de raadsmedewerker heeft gegeven. Daarnaast is het nog niet vast komen te staan of het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering wel in staat is om deze zaak op zich te nemen. De Raad vraagt zich af of een wijziging van de GI verandering gaat brengen in de huidige situatie die al een aantal jaren voortduurt. De focus moet nu vooral komen te liggen op de sinds kort opgestarte omgang tussen de vader en de jongste twee kinderen.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is naar het oordeel van de kinderrechter vast komen te staan dat de GI die nu belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling,
nietmoet worden vervangen door de GI Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering.
Er heeft veel gespeeld de afgelopen jaren en er is een hoop hulp ingezet binnen het gezin. De ouders zijn op dit moment bezig met Parallel Solo Ouderschap. Daarnaast is de omgang tussen de vader en [naam kind04] en [naam kind03] opgestart. Deze ontwikkelingen zorgen voor een zekere mate van rust. Het voeren van gerechtelijke procedures, zoals onderhavige, is belastend voor de kinderen. De resterende doelen voor de ondertoezichtstelling, zoals opgenomen in de beschikking van 7 juli 2022, zijn ongewijzigd. De huidige ondertoezichtstelling loopt nog tot 10 februari 2023. De GI heeft reeds aangegeven dat zij geen verlengingsverzoek zal indienen. Wanneer op dit moment de GI wordt vervangen door de GI Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, zal deze GI in een korte periode moeten beoordelen of een verlenging noodzakelijk is. Daarvoor zullen zij ook kennis moeten maken met de kinderen, die daardoor opnieuw zullen worden belast. Dit brengt veel onrust met zich mee en is niet in het belang van de kinderen. De huidige positieve lijn die is ingezet, waarbij de rust lijkt te zijn teruggekeerd, wordt op deze manier tevens in negatieve zin beïnvloed. Er is al zoveel hulpverlening ingezet dat een nieuwe jeugdbeschermer voor de kinderen niet het juiste effect zal hebben en enkel voor extra belasting gaat zorgen. Het contactherstel met [naam kind04] en [naam kind03] is gelukt en de omgangsregeling loopt inmiddels gewoon weer. Het contactherstel met [naam kind01] en [naam kind02] kan, ook gezien hun leeftijd en de voorgeschiedenis, niet worden afgedwongen door hulpverleners. Het is aan de vader om hun vertrouwen terug te winnen, waarbij het, gelet op wat [naam kind02] daarover heeft gezegd, in ieder geval van belang is dat de rust die lijkt te zijn ontstaan wordt gehandhaafd en niet wordt verstoord. Gezien het voorgaande acht de kinderrechter het niet in het belang van de kinderen om de huidige GI, Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond te vervangen voor de GI Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, nog daargelaten dat onduidelijk is of de GI Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering überhaupt bereid en in staat is om de ondertoezichtstelling uit te voeren.

De beslissing

De kinderrechter:
wijst af het verzoek van de vader tot vervanging van de GI;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2022 door mr. W.J. Loorbach kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. Versteeg, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 17 november 2022.