ECLI:NL:RBROT:2022:10418

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 oktober 2022
Publicatiedatum
30 november 2022
Zaaknummer
C/10/645224 / JE RK 22-2247
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking van de kinderrechter over ondertoezichtstelling van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 oktober 2022 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 28 september 2022 een verzoekschrift ingediend om de ondertoezichtstelling van [naam kind01] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de vader en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig waren. De moeder was niet verschenen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de moeder, die met [naam kind01] in [plaats01] woont. Er waren zorgen over de ontwikkeling van [naam kind01], vooral in het licht van de asielprocedure van de ouders en de medische problemen die [naam kind01] na de geboorte heeft gekend. De Raad heeft benadrukt dat het belangrijk is dat er voldoende aandacht is voor de ontwikkeling van [naam kind01] en dat de ouders met hem naar het consultatiebureau gaan.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat aan het wettelijke criterium voor ondertoezichtstelling is voldaan, zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft besloten om [naam kind01] onder toezicht te stellen van de GI Stichting Nidos voor de duur van twaalf maanden, met de mogelijkheid om te bezien of en op welke wijze de ondertoezichtstelling kan worden afgesloten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/645224 / JE RK 22-2247
Datum uitspraak: 21 oktober 2022

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam kind01] , geboren op [geboortedatum01] 2022 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, verblijvende te [woonplaats01] ,

[naam02] ,

hierna te noemen de vader, verblijvende te [woonplaats02] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

de gecertificeerde instelling Stichting Nidos, hierna te noemen: de GI.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 28 september 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de brief van de gecertificeerde instelling het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering van 7 oktober 2022, ingekomen bij de griffie op 12 oktober 2022;
- de brief van 20 oktober 2022 van de Raad tot wijziging van de GI die de ondertoezichtstelling zou moeten uitvoeren, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 21 oktober 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam03] ;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam04] .
Opgeroepen en niet verschenen is de moeder.
Aangezien de vader de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is,
maar wel de Syrisch-Libanese taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam05] , tolk in de Syrisch-Libanese taal.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam05] is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind01] woont bij de moeder in [plaats01] .
Bij beschikking van 27 juli 2022 is [naam kind01] voorlopig onder toezicht gesteld tot 27 oktober 2022.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De Raad handhaaft het verzoek ter zitting en licht dit als volgt toe. De Raad maakt zich zorgen om [naam kind01] . Binnen [naam gezin01] gaat er veel aandacht naar de asielprocedure. Belangrijk is dat er ook voldoende aandacht is voor de ontwikkeling van [naam kind01] en wat hij nodig heeft. Zo is belangrijk dat er meer zicht komt op zijn gezondheid en de ouders met hem naar het consultatiebureau gaan. [naam kind01] heeft medische problemen gekend na de geboorte en de vervolgafspraken zijn niet van de grond gekomen. Daarnaast is nog onduidelijk hoe de toekomst van [naam kind01] eruit komt te zien nu de uitkomst van de asielprocedure onzeker is. Ook blijft de huisvesting van de vader en de moeder en dus van [naam kind01] een punt van aandacht. De Raad vindt het dan ook van belang dat het komende jaar een jeugdbeschermer betrokken blijft om zicht te houden op [naam kind01] en de ouders te begeleiden.
De GI heeft ter zitting het volgende standpunt toegelicht. De moeder verblijft met [naam kind01] in [plaats01] . Daar is zicht op [naam kind01] . Er zijn geen zorgen over de interactie tussen de moeder en [naam kind01] . Er wordt gezocht naar een consultatiebureau in de buurt van [plaats01] waar de moeder met [naam kind01] naartoe kan. De GI verwacht dat de asielprocedure van de moeder minstens een half jaar zal gaan duren. Tot die tijd heeft de moeder onderdak. Voor de vader is het van belang dat een maatschappelijk werker betrokken raakt die hem kan begeleiden bij een aantal praktische zaken. Bijvoorbeeld bij het aanvragen van urgentie voor een woning en om zijn weg te vinden binnen het ambtelijk apparaat voor het regelen van de erkenning van [naam kind01] . Daar ligt de komende tijd de prioriteit, al moet er ook aandacht blijven voor het huiselijk geweld dat heeft plaatsgevonden in de vorige relatie van de vader. De GI wil het komende jaar de ouders in het kader van de ondertoezichtstelling blijven begeleiden. Om goed zicht te kunnen hebben op [naam kind01] in [plaats01] zal de jeugdbeschermer contact houden met collega’s in de buurt van [plaats01] en zal de jeugdbeschermer met name contact hebben met de vader.

Het standpunt van de belanghebbende

De vader heeft ter zitting geen verweer gevoerd tegen het standpunt van de Raad. Het liefst zou de vader zien dat de ondertoezichtstelling voor een langere periode wordt uitgesproken. De vader probeert zelfstandig te worden maar zou de komende periode graag begeleiding ontvangen om een aantal praktische zaken geregeld te krijgen. Met [naam kind01] en de moeder gaat het goed. De vader bezoekt hen iedere week in [plaats01] .

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. [naam kind01] verblijft met zijn moeder in [plaats01] . Er zijn geen zorgen over de emotionele band tussen de moeder en [naam kind01] en zijn praktische verzorging. Het is van belang dat de moeder met [naam kind01] naar het consultatiebureau gaat en geen afspraken mist, zeker gezien de lastige start van [naam kind01] . Op deze manier komt er zicht op de gezondheid van [naam kind01] . Daarnaast is het belangrijk dat beide ouders in contact blijven met de hulpverlening. Voor de vader geldt dat hij begeleiding kan gebruiken bij het vinden van eigen huisvesting en de erkenning van [naam kind01] . Zolang de vader [naam kind01] niet heeft erkend en tevens geen gezag heeft, is de moeder als gezaghebbende ouder verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van [naam kind01] . Om deze reden is het van groot belang dat de moeder voldoende bereikbaar is en er zicht is op haar en [naam kind01] in [plaats01] . Op dit moment is het – mede gelet op de onzekerheid die er bestaat over de asielprocedure en daarmee over het perspectief van [naam kind01] – belangrijk dat Nidos betrokken blijft. De kinderrechter zal daarom [naam kind01] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden. Het is belangrijk dat de komende twaalf maanden ook wordt bezien of en op welke wijze afsluiting van de ondertoezichtstelling mogelijk is en de ouders met inzet van hulpverlening in het vrijwillig kader [naam kind01] kunnen bieden wat hij nodig heeft.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind01] onder toezicht van de GI Stichting Nidos met ingang van 21 oktober 2022 tot 21 oktober 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 oktober 2022 door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. Versteeg, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 3 november 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.